Terug

2016_CBS_06016 - Stedelijke data - Principes - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/07/2016 - 09:00 collegezaal, stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Philip Heylen, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Roel Verhaert, stadssecretaris

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Roel Verhaert, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2016_CBS_06016 - Stedelijke data - Principes - Goedkeuring 2016_CBS_06016 - Stedelijke data - Principes - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Aanleiding en context

Op 30 maart 2012 (jaarnummer 3208) legde het college de krijtlijnen voor een open datastrategie vast. Het college sprak af dat alle entiteiten van de groep stad Antwerpen hun actieve medewerking verlenen aan het verzamelen, klaarmaken en ter beschikking stellen van open data. 

Op 26 april 2013 (jaarnummer 4124) keurde het college de implementatie van de digitale communicatiestrategie goed. Eén van de principes binnen dit besluit is "digitaal is transparant". Open data moet met andere woorden de norm zijn.

Op 14 december 2015 (jaarnummer 720) bekrachtigde de gemeenteraad de consortiumovereenkomst voor het Horizon2020-project 'SELECT for Cities'. Doel van dit project is de ontwikkeling van de stad als een Internet of Everything lab. De subsidie, vanuit Horizon2020 (het EU-subsidieprogramma voor onderzoek en innovatie), betreft de financiering van pre-commerciële aanbestedingen, die het consortium van steden gezamenlijk zal ondernemen. De deelname van de stad, en vooral dan de aanbesteding zelf en de ontwikkeling van het living lab, wordt ondersteund door Digipolis Antwerpen en het digitale onderzoekscentrum iMinds, die beiden het consortium als partner vervoegen. Met het City-of-Things concept creëert iMinds een unieke proeftuin (living lab) om grootschalige experimenten met het Internet of Things (IoT) uit te voeren.

Op 22 januari 2016 maken de musea en het stadsarchief hun collecties openbaar als open data.

In Antwerpen zijn er reeds tal van initiatieven met een significante inbreng van IoT:

  • meten en sturen van verkeersstromen via sensoren, slimme verkeerslichten, enzovoort;
  • meten van (terugkerende) voetgangers op drukke locaties op basis van opgevangen gsm-signalen ('passanten-telling');
  • herkenning van nummerplaten in functie van de lage emissiezone;
  • intelligente mobiele parkeerborden;
  • meten van luchtkwaliteit via mobiele sensoren op postauto’s;
  • controle op laad- en loszones via sensoren of slimme camera’s;
  • beheersen van parkeerplaatsen op de publieke ruimte via sensoren of slimme camera’s.

Argumentatie

Met enkel het beschikbaar stellen van open data speelt de stad niet voldoende in op de actuele mogelijkheden en noden van een smart city. In een smart city is het zaak om zoveel mogelijk data samen te brengen en met mekaar in verband te brengen.  Om bijvoorbeeld een slimme mobiliteit tot stand te brengen moeten data van verkeersdrukte, openbaar vervoer, parkeerplaatsen, wegenwerken, weersomstandigheden, luchtkwaliteit, enzovoort, samengebracht worden om een optimale reisbegeleiding te kunnen aanbieden.

Wereldwijd groeit het besef dat steden veel meer kunnen doen om de waarde van alle stedelijke data te benutten. De publieke en private sector kunnen gegevens uitwisselen en efficiënter gebruiken om betere openbare dienstverlening, efficiëntere infrastructuur en data-gedreven innovatie mogelijk te maken.

Er zijn op Europees, nationaal en regionaal vlak regels en aanbevelingen op vlak van open data, maar die zijn beperkt tot data die door de overheden zelf gegenereerd worden. Voor een robuuste smart city-strategie is meer nodig: een standpunt met principes over openheid en gebruik van data die in het openbaar domein verzameld worden, onafhankelijk van wie ze verzamelt. Voor een stadsbestuur is het niet mogelijk om voor deze materie een strikt afdwingbaar reglement op te stellen. Maar de stad kan wel een standpunt innemen over hoe zij tegenover de problematiek staat, vanuit het belang van de stad als geheel, en niet noodzakelijk vanuit het belang van individuele actoren. Zulk stedelijk standpunt zal in discussies over beschikbaarheid van data kunnen gebruikt worden als uitgangspunt, en zal de positie van de stad duidelijker maken.

Een standpunt vanuit de stad Antwerpen kan ook een signaal zijn naar andere overheden om het politieke debat over deze materie aan te gaan, en te komen tot een meer richtinggevend wettelijk kader. De stad voelt zich gesterkt door het 'Actieplan Digital Belgium' van de federale minister van Digitale Agenda, dat onder andere een pleidooi bevat voor een digitaalvriendelijke wetgeving: "Nog te veel drempels in de wetgeving beletten dat bedrijven en consumenten de overstap naar het digitale maken. Die drempels moeten worden weggewerkt. Innovatieve bedrijfsmodellen, bijvoorbeeld in de deeleconomie, moeten kunnen werken in een rechtszeker kader dat uitzicht geeft op groei."

IoT-data die gecapteerd worden op het openbaar domein kunnen ook persoonsgegevens bevatten (voorbeeld nummerplaten). Het spreekt vanzelf dat het wettelijk kader op vlak van bescherming van persoonsgegevens in zijn volle reikwijdte van kracht is en blijft. De burgers moeten zelf kunnen bepalen hoe hun persoonsgegevens gebruikt worden om data-gedreven diensten en producten te verhogen.

Naast de directe IoT-data, zijn heel wat entiteiten van de stad betrokken; Ondernemen en stadsmarketing rond start ups, studiedienst stadsobservatie rond GIS en omgevingsstatitistieken, Cultuur Sport Jeugd en Onderwijs samen met het Stadarchief rond open collectie data , enz.

De regie van de stedelijke datastrategie zit bij de bedrijfseenheid Bestuurszaken. Behalve met het ontsluiten van nieuwe en onderhouden van bestaande datasets, zal Bestuurszaken zich ook bezighouden met het uitwerken, uitdragen en opvolgen van een stadsbreed databeleid. Bestuurszaken zal tevens een persoon aanduiden die als spreekbuis van de stad geldt bij alle betrokken organisaties, bedrijven, onderzoekers en instellingen.

Juridische grond

De Wet van 8 december 1992 voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Beleidsdoelstellingen

3 - Mobiele stad
1SMB04 - Het Masterplan 2020 verhoogt de bereikbaarheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in en rondom Antwerpen
1SMB0401 - Een stadsbrede regie waarborgt een geïntegreerde kwalitatieve aanpak en garandeert een goede samenwerking met alle betrokken actoren
7 - Sterk bestuurde stad
1TSB07 - Een rechtszeker, efficiënt en toegankelijk bestuur handhaaft de democratische waarden
1TSB0702 - De bestuurlijke werking van de stad Antwerpen verloopt op de meest efficiënte en effectieve manier
7 - Sterk bestuurde stad
1SSB05 - Bewoners, bezoekers, bedrijven en studenten zijn goed geïnformeerd en voelen zich betrokken zodat zij naar eigen vermogen actief kunnen deelnemen aan de stadsgemeenschap
1SSB0502 - Door het stimuleren en faciliteren van conversatie en co-creatie voelen bewoners, bezoekers, bedrijven en studenten zich betrokken bij de stadsgemeenschap
1SSB050204 - De groep stad Antwerpen geeft op regelmatige basis datasets vrij
7 - Sterk bestuurde stad
1TSB13 - De groep stad Antwerpen beschikt over een stabiele en performante IT werkomgeving ter ondersteuning van hun processen en kan op IT beroep doen voor de realisatie van het bestuursakkoord
1TSB1303 - Via Overheids-IT-Architectuur willen we volgehouden, doorgedreven en vastberaden inspanningen leveren om een IT-biotoop te creëren waarin duurzaam investeren en maximaal hergebruiken mogelijk en vervolgens de norm wordt
1TSB130302 - Radicale ingrepen in de informatiehuishouding dragen bij tot efficiëntere en effectievere processen

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt de volgende principes goed voor wat betreft data die in de stad verzameld, gemeten of gegenereerd worden:

  1. Stedelijke data zijn van eenieder. Deze data zijn publiek goed. Data die worden verzameld, gegenereerd of opgemeten (bijvoorbeeld door sensoren die in de stad zijn geplaatst), moeten worden opengesteld, zodat iedereen daarvan gebruik kan maken voor commerciële en niet-commerciële doelen.

  2. Data kunnen persoonsgegevens bevatten en dus de levenssfeer van personen raken. De regels van de privacywetgeving zijn hierop van toepassing. De data worden geanonimiseerd als de privacy in het gedrang komt.

  3. Data die wel privacy- of veiligheidsrisico’s meebrengen mogen uitsluitend worden verwerkt binnen de kaders van de privacywetgeving. Opslag en verwerking van data dienen volgens bestaande wetgeving uitgevoerd te worden. De voorzitter van de Lokale Integrale Veiligheidscel (LIVC) zal voorafgaand de stedelijke data screenen in functie van de veiligheid en privacy. 

  4. Data die geen persoonsgegevens (meer) bevatten, dienen zodanig te worden geplaatst dat eenieder op een gelijkwaardige wijze toegang heeft tot die data (bijvoorbeeld via een Open Data portaal). Er worden geen technische of juridische belemmeringen opgeworpen die toegang tot data beperken.

  5. Data worden gratis en zonder onnodige verwerkingen (waar mogelijk in de ruwe vorm) opengesteld.

  6. Persoonlijke data (zoals een mailadres) die met toestemming van personen wordt verzameld kan wel gebruikt worden, mits er een gebruikersovereenkomst is afgesproken.

  7. De stad heeft altijd inzicht in welke stedelijke data worden verzameld.

  8. De stad blijft in dialoog met de partijen die bijdragen aan de data-infrastructuur in de stad en streeft ernaar verdienmogelijkheden en een vruchtbaar economisch klimaat te creëren.

Artikel 2

Het college keurt goed dat bovenstaande principes vanuit de stad zelf zullen toegepast worden als volgt:

  • De stad zal de principes hanteren voor alle data die ze zelf verzamelt.

  • Wanneer externe partijen data verzamelen in opdracht van de stad, moeten de principes maximaal toegepast worden in bestekken en contracten. Minimaal moet er een clausule zijn die de beschikbaarheid en hergebruik van de verzamelde data regelt, en zal de stad bij het onderhandelen over die voorwaarden de bovenstaande principes gebruiken als uitgangspunt.

  • Wanneer de stad geen opdrachtgever is maar wel samenwerkt met een partij die data verzamelt, gelden de bovenstaande principes als uitgangspunt voor de dialoog.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak
BZ de entiteiten van de groep stad Antwerpen te informeren over de principes uit artikel 1, en de effectieve hantering ervan te stimuleren
BZ een datastrategie uit te werken in samenspraak met de betrokken actoren binnen de stedelijke organisatie
BZ/JUR de licentievoorwaarden verfijnen voor de Internet of Things-data die de stad zelf verzamelt, zodanig dat deze maximaal ontsloten kunnen worden
Digipolis een platform te creëren waar stedelijke data op een veilige manier kunnen worden opgeslagen, en ter beschikking gesteld voor verdere verwerking en verrijking
BZ en Digipolis na maximaal één jaar te rapporteren over de ervaringen met het hanteren van de principes uit artikel 1, en eventueel een voorstel tot aanpassing voor te leggen
Alle bedrijfseenheden meewerken om hun beschikbare datasets in de uitgetekende dataregie beschikbaar te maken. In het bijzonder OS,SSO en CS (musea)

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.