2014_CBS_07088 - Bestek GAC/2014/2485 - Consultancy-opdracht conceptbegeleiding stadsvernieuwingsproject “ruimtelijke veiligheid". Bestek en procedure - Goedkeuring

Artikel 43 § 2, 11° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 stelt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten.

De stad Antwerpen wil beter begrijpen wat het verband is tussen de inrichting van de openbare ruimte en het veiligheidsgevoel van de gebruiker van die ruimte. De stad beschikt over uitgebreide data op verschillende niveaus en binnen verschillende diensten die het onderzoek naar deze verbanden zouden kunnen ondersteunen. Het gaat zowel over harde cijfers (gis, stadsmonitor, socio-ecomisch profiel, overlast data, pv’s,…) als over onderzoeken op deelgebieden die afgerond of nog lopende zijn. ( Zie bijlage : overzicht lopende en afgeronde studies )

Dit project houdt een eerste verkenning in van deze samenhang. Om het hanteerbaar te maken, vertrekt het vanuit een aantal concrete plekken in de stad die zich onderscheiden door verschillende vormen van gebruik, toeëigening, programmatie, omgevingsfactoren, etc.

De conceptstudie levert materiaal aan om oplossingen te concretiseren, modellen te ontwikkelen of maatregelen van beheer te operationaliseren zonder al pasklare antwoorden te geven. De stad wil op 2 manieren verder werken met de resultaten van de conceptstudie. Enerzijds is er een sterke vraag om oplossingsrichtingen voor gekende plaatselijke problemen aan te reiken, anderzijds wil de stad zorgen dat in nieuwe ruimtelijke projecten een kwaliteitsvol ontwerp en een veilige beleving voor alle gebruikers kunnen  samengaan.

In een volgende fase, buiten de scope van deze onderzoeksopdracht, is het de bedoeling die relaties verder te concretiseren en uit te diepen.

Juridische situatie van de inschrijver (uitsluitingscriteria)

Door het enkele feit van deel te nemen aan deze gunningsprocedure, verklaren de inschrijvers op erewoord dat ze zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bedoeld in artikel 61 §§ 1 en 2 van het KB plaatsing bevinden.

Onverenigbaarheden

Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden zoals bedoeld in artikel 64 van het KB Plaatsing

Technische bekwaamheid van de inschrijver (selectiecriteria)

De opdracht vereist specifieke competenties:

• Vastleggen en beschrijven cases;
• Analyseren van cases;
• Rapporteren.

De inschrijver geeft dan ook per gevraagde competentie:

1. minimaal één relevante en recente case (maximaal drie jaar oud) waaruit blijkt dat hij of een lid van zijn team ervaring heeft met deze problematiek.
   Voor elk van deze cases vragen wij een omschrijving van de opdracht, de opdrachtgever (met gegevens contactpersoon + telefoonnummer), de strategie en aanpak, eventueel beeldmateriaal, het budget en de resultaten op maximaal 2 A4 pagina’s;
2. De CV’s van alle door de inschrijver voorgestelde teamleden;
3. De studie- en beroepskwalificaties van de inschrijver en/of het ondernemingskader evenals van alle verantwoordelijken voor de uitvoering van de beschreven diensten.

Deze documenten moeten aantonen dat de inschrijver en elk lid van zijn team ervaring heeft in het werken met overheidsinstanties.

Gunningscriteria

Volgende criteria zijn van toepassing bij de gunning van de opdracht:

• De visie op de opdracht: 30 punten;
• De timing van de opdracht: 20 punten;
• Het plan van aanpak: 50 punten.

Aan elk criterium werd een gewicht toegekend. Op basis van de afweging van al deze criteria rekening houdende met het gewicht dat er aan werd toegekend, zal de opdracht gegund worden aan de inschrijver die de economisch voordeligste regelmatige offerte, vanuit het oogpunt van de aanbestedende overheid, heeft ingediend.

Onderhandelingsprocedure a posteriori

De aanbestedende overheid heeft het bestek overgemaakt aan de mogeljke inschrijvers op 26 juni 2014. De opening van de offertes vindt plaats op 20 augustus 2014.

Conform artikelen 4, tweede lid en artikel 29 van de wet rechtsbescherming (wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 17 juni 2013) kan de gemotiveerde beslissing bestek en procedure in geval van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking a posteriori worden opgesteld, uiterlijk door ze op te nemen in de gunningsbeslissing.
Doordat de gemeenteraad bevoegd is voor de goedkeuring van het bestek en de procedure en het college bevoegd voor de gunning, zal de gunningsbeslissing onderdeel zijn van een aparte collegebeslissing.

Deze werkwijze is noodzakelijk doordat:

• De studie kadert in een conceptsubsidie van de Vlaamse Regering. In haar besluit dringt  ze aan op het uitvoeren van deze opdracht op een relatief korte termijn. Het is van belang dat de timing van de subsidiërende overheid kan gevolgd worden;
• De vlaamse overheid stelde een regieteam aan voor de begeleiding van deze opdracht. Met het regieteam werden reeds data afgestemd voor de opvolging van de offerteaanvraag en de begeleiding van de BAFO. Deze werd eind augustus georganiseerd rekening houdend met de aanwezigheid van de afgevaardigden van het Regieteam. Om praktische redenen moet deze timing gerespecteerd worden;
• De concrete planning van het traject werd voorgelegd aan het begeleidingscomité welke haar goedkeuring gaf. Deze timing moet worden gerespecteerd;
• De opdracht omvat een reeks onderzoeken omtrent cases die betrekking hebben op de veiligheidsbeleving. De stad gaf bij het indienen van haar aanvraag duidelijk haar engagement aan om hier prioritair in te zetten. Het verder administratief uitstel ondermijnt dit engagement.

In toepassing van artikel 26§1, 1° a) van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten, zal deze opdracht gegund worden bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking omdat de goed te keuren uitgave niet hoger is dan het bij het artikel 105, 2° van Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 vastgelegd bedrag van 85.000 EUR (zonder belasting op de toegevoegde waarde).

In toepassing van artikel 58 van het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de overheidsopdrachten, dient de dienstverlener van een opdracht voor diensten overeenkomstig de bepalingen van artikelen 67 en 72, zijn financiële en economische draagkracht en zijn technische bekwaamheid aan te tonen.

In toepassing van artikel 107 van de Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende de overheidsopdrachten wordt de opdracht gegund, hetzij aan de inschrijver die de laagste offerte heeft ingediend, hetzij aan de inschrijver die de offerte heeft ingediend die de economisch voordeligste is vanuit het oogpunt van de aanbestedende overheid.