Terug
Gepubliceerd op 25/06/2019

2019_GR_00458 - Dagelijks bestuur - Definitie - Goedkeuring

gemeenteraad
ma 24/06/2019 - 19:30 Bernarduscentrum
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Fons Duchateau, schepen; Filip Dewinter, raadslid; Gerolf Annemans, raadslid; Jan Penris, raadslid; Freya Piryns, raadslid; Nahima Lanjri, raadslid; André Gantman, raadslid; Anke Van dermeersch, raadslid; Wouter Vanbesien, raadslid; Liesbeth Homans, raadslid; Yasmine Kherbache, raadslid; Mie Branders, raadslid; Joris Giebens, raadslid; Johan Klaps, raadslid; Caroline Bastiaens, raadslid; Danielle Meirsman, raadslid; Martine Vrints, raadslid; Koen Laenens, raadslid; Franky Loveniers, raadslid; Peggy Pooters, raadslid; Kevin Vereecken, raadslid; Ikrame Kastit, raadslid; Imade Annouri, raadslid; Yasmia Setta, raadslid; Karen Maes, raadslid; Kristel Somers, raadslid; Ilse van Dienderen, raadslid; Nordine Saidi Mazarou, raadslid; Mark Tijsmans, raadslid; Sevilay Altintas, raadslid; Omar Fathi, raadslid; Elisabeth van Doesburg, raadslid; Koenraad De Vylder, raadslid; Manuëla Van Werde, raadslid; Nathalie van Baren, raadslid; Patrick Van den Abbeele, raadslid; Peter Wouters, raadslid; Hicham El Mzairh, raadslid; Khadija Chennouf, raadslid; Sam Voeten, raadslid; Erica Caluwaerts, raadslid; Lotte Mintjens, raadslid; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Mohamed Chebaa Amimou, raadslid; Serge Muyters, korpschef; Glenn Verspeet, korpschef ad interim

Verontschuldigd

Ludo Van Campenhout, schepen; Güler Turan, raadslid; Karim Bachar, raadslid; Peter Mertens, raadslid; Sam Van Rooy, raadslid

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter
2019_GR_00458 - Dagelijks bestuur - Definitie - Goedkeuring 2019_GR_00458 - Dagelijks bestuur - Definitie - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt in artikel 41, 8° het volgende: Het is een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad om te bepalen wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt in artikel 41, 10°, a) dat het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad is, tenzij de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in punt 8°, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is.

Argumentatie

Op basis van artikel 41, 10° DLB is de gemeenteraad in principe bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten. Indien de opdracht echter past binnen het begrip 'dagelijks bestuur' dan is het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van de overheidsdopdrachten.

Op basis van artikel 56, §3, 4° DLB is het college van burgemeester en schepenen reeds bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.

Net zoals in 2007 is het aangewezen om het begrip 'dagelijks bestuur' te definiëren op maat van de organisatie, rekening houdend met de vergaande integratie tussen stad en OCMW, de omvang van de activiteiten en met de continuïteit van de werking van de diensten. 

Als limiet van de ruime bevoegdheid wordt voorgesteld om bij investeringen de drempel voor de Europese bekendmaking van opdrachten voor werken te hanteren. Momenteel bedraagt deze drempel 5.548.000,00 euro (excl. btw). Het drempelbedrag in het kader van het dagelijks bestuur wijzigt mee, in het geval van de (tweejaarlijkse aanpassing) van deze Europese drempel door de wetgever.

Als definitie van 'dagelijks bestuur' wordt voorgesteld, alle beslissingen inzake het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten:

  • die betrekking hebben op het exploitatiebudget;
  • die betrekking hebben op het liquiditeitenbudget;
  • die betrekking hebben op het investeringsbudget voor zover het geraamde bedrag lager is dan de drempel voor Europese bekendmaking van opdrachten voor werken,

Voor beslissingen over raamcontracten wordt voor het beoordelen van de genoemde drempel gekeken naar het jaarlijks geraamde bedrag. 

Door dit voorstel van definitie wordt bij investeringen het college bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden (opdrachtdocumenten) van de overheidsopdrachten (werken, leveringen, diensten) lager dan de genoemde drempel.

De renovatie van een gebouw wordt niet beschouwd als een daad van beschikking. Renovaties vallen in het kader van de definitie 'dagelijks bestuur' onder de algemene regel met betrekking tot het investeringsbudget. Het geraamde bedrag zal het bevoegde beslissingsorgaan bepalen. 

De regelgeving overheidsopdrachten is niet verplicht van toepassing met betrekking tot het liquiditeitenbudget. Niettemin zijn er aspecten waarvan stad Antwerpen vrijwillig gebruik maakt. Op basis van de beslissing van de gemeenteraad van 25 maart 2019 (2019_GR_00154) is de bevoegdheid rond leningen voor een periode langer dan 1 jaar overgedragen aan het college. Het gaat met name over de bevoegdheid tot het goedkeuren van de voorwaarden waaronder een lening in de markt wordt geplaatst en de bevoegdheid voor het aangaan van leningen. In het verlengde daarvan worden beslissingen die betrekking hebben op het liquiditeitenbudget mee opgenomen in de definitie van het begrip 'dagelijks bestuur'.

Deze definitie doet op geen enkele wijze afbreuk aan:

  • de exclusieve bevoegdheden van de gemeenteraad (artikel 41 DLB). Zo is onder meer het stellen van daden van beschikking, zoals aankoop en verkoop of afbraak van gebouwen, een exclusieve bevoegdheid. Beslissingen inzake overheidsopdrachten (werken, leveringen en diensten) in uitvoering van een gemeenteraadsbeslissing tot het stellen van een daad van beschikking over een onroerend goed, behoren al dan niet tot het dagelijks bestuur, naar gelang ze onder het toepassingsgebied van de gemelde definitie vallen.
  • de bevoegdheden toegewezen aan het college van burgemeester en schepenen zoals bepaald in artikel 56 §3 DLB.
Voor de districten wordt dezelfde definitie voorgesteld, maar wordt,  als het limietbedrag voor beslissingen die betrekking hebben op het investeringsbudget, de drempel voor het gebruik van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking van opdrachten voor werken gehanteerd. Momenteel bedraagt deze drempel 750.000,00 euro exclusief btw.

Ten opzichte van de definitie in 2007 zijn er drie verschillen in de bevoegdheidsverdeling tussen gemeenteraad en college voor beslissingen inzake overheidsopdrachten, namelijk:

  • de bevoegdheid voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten met betrekking tot plannen en studies. De bevoegdheid hiervoor verschuift van de gemeenteraad naar het college. Deze verschuiving doet geen afbreuk aan de beslissingsbevoegdheden over ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's), masterplannen en dergelijke meer. Het gaat enkel over het uitbesteden van de opdracht tot het maken van een plan of een studie. Deze wijziging wordt voorgesteld om de procedures te bespoedigen;
  • de bevoegdheid voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten in uitvoering van eerder genomen beslissingen van de gemeenteraad tot het oprichten van een gebouw verschuift naar college, voor zover de bepaalde drempelwaarde niet bereikt wordt. Dit sluit niet uit dat een beslissing inzake een overheidsopdracht gelijktijdig met de beslissing over de daad van beschikking aan de gemeenteraad wordt voorgelegd.
  • alle investeringen boven de drempel voor Europese bekendmaking van opdrachten voor werken zijn voortaan bevoegdheid van de gemeenteraad, waar dit vroeger enkel was voor oprichting van gebouwen.

Bij de vorige definitie van dagelijks bestuur was voorzien dat de gemeenteraad periodiek op de hoogte werd gehouden van belangrijke opdrachten. Er werd in een kennisgeving per kwartaal voorzien voor alle opdrachten op het investeringsbudget die het bedrag van 67.000,00 euro (excl. btw) overschreden. 

Het bedrag van de 67.000,00 euro (excl. btw) was gebaseerd op een drempel in de wetgeving overheidsopdrachten die gold voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. Op dit moment vertegenwoordigt diezelfde drempel een bedrag van 144.000,00 euro (excl. btw). Er wordt voorgesteld de rapporteringsverplichting te koppelen aan de drempel uit de wetgeving overheidsopdrachten: de rapporteringsverplichting wijzigt mee met het bedrag van de drempel.  

Delegatie aan de districten

Het gemeenteraadsbesluit van 17 september 2007 (jaarnummer 1932) over de delegatie aan de districten van bevoegdheden in zake overheidsopdrachten hanteert nog oude wetgeving en dient geactualiseerd te worden. Met de inwerkingtreding van het DLB is het aangewezen de bestaande delegaties gebaseerd op het gemeentedecreet op te heffen en nieuwe delegaties te verlenen betreffende de bevoegdheden voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten binnen de aan de districten gedelegeerde bevoegdheden. 

In het gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2017 (2017_GR_00300) heeft de gemeenteraad bevoegdheden overgedragen aan de districtsraden. In dit besluit van de gemeenteraad werd de bevoegdheid voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten nog niet overgedragen aan de districten.  

Juridische grond

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus. 

Aanleiding en context

De gemeenteraad besliste in 2007 (jaarnummer 1521) over de invulling van het begrip 'dagelijks bestuur' op basis van de toen geldende bepalingen in het gemeentedecreet van 15 juli 2005. De definitie was van belang met betrekking tot de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen inzake overheidsopdrachten én met betrekking tot de uitvoering van budgethouderschap.

De definitie van 2007 is toe aan een actualisatie aan de hand van de gewijzigde regelgeving. Sinds 1 januari 2019 is immers het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna DLB) in voege.

Door het DLB wijzigt de impact van het begrip 'dagelijks bestuur'. Het begrip 'dagelijks bestuur' heeft hierdoor geen gevolg meer voor het budgethouderschap. Het begrip 'dagelijks bestuur' heeft nu enkel nog gevolg voor het bepalen van de bevoegdheid voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten.

In principe is de gemeenteraad bevoegd. Indien de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur' dan is het college van burgemeester en schepenen bevoegd. 

Besluit

Bij dit besluit werd een amendement ingediend: 123  2019_AM_00094 - Amendement van raadslid Ilse van Dienderen: amendement dagelijks bestuur ifv transparantie en voorkomen vriendjespolitiek. 
De gemeenteraad keurde dit amendement niet goed. 

De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, sp.a, Vlaams Belang, PVDA, CD&V, Open VLD en raadslid Khadija Chennouf. 
Hebben zich onthouden: Groen. 

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt goed dat de beslissing van 25 juni 2007 (jaarnummer 1521), waarmee inhoud werd gegeven aan het begrip 'dagelijks bestuur', met ingang van 1 september 2019 wordt opgeheven.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de volgende definitie van 'dagelijks bestuur' goed met ingang vanaf 1 september 2019: 

Alle beslissingen inzake het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten:

  • die betrekking hebben op het exploitatiebudget;
  • die betrekking hebben op het liquiditeitenbudget;
  • die betrekking hebben op het investeringsbudget voor zover het geraamde bedrag lager is dan de drempel voor Europese bekendmaking van opdrachten voor werken.

Voor beslissingen over raamcontracten wordt voor het beoordelen van de genoemde drempel gekeken naar het jaarlijks geraamde bedrag. 

Artikel 3

De gemeenteraad keurt goed dat de beslissing van 17 september 2007 (jaarnummer 1932), waarmee de bevoegdheden inzake overheidsopdrachten overgedragen worden aan de districten, wordt opgeheven met ingang van 1 oktober 2019.

Artikel 4

De gemeenteraad beslist om de bevoegdheden voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten te delegeren aan de districtsraden in het kader van de uitoefening van de aan de districten overgedragen bevoegdheden. 

Artikel 5

Alle beslissingen inzake het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten:

  • die betrekking hebben op het exploitatiebudget;
  • die betrekking hebben op het liquiditeitenbudget;
  • die betrekking hebben op het investeringsbudget voor zover het geraamde bedrag lager is dan de drempel voor het gebruik van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking van opdrachten voor werken.

Voor beslissingen over raamcontracten wordt voor het beoordelen van de genoemde drempel gekeken naar het jaarlijks geraamde bedrag. 

Artikel 6

De gemeenteraad keurt goed dat haar per kwartaal kennis wordt gegeven van alle opdrachten op het investeringsbudget waarvoor het geraamde bedrag (excl. btw) de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking overschrijdt.

Artikel 7

De gemeenteraad beslist om aan de districtsraden te suggereren dat zij een gelijkaardige kennisgevingsplicht per kwartaal voorzien van districtscollege aan districtsraad, naar analogie met de kennisgevingsplicht van college aan gemeenteraad.

Artikel 8

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.