2013_GR_00254 - Code van politiereglementen - Wijzigingen - Goedkeuring

Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet: de gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen.
Artikel 119bis Nieuwe Gemeentewet: de gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde overtredingen door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie straffen of administratieve sancties worden bepaald. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de GAS-ambtenaar, de schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college.

Op 17 mei 2005 (jaarnummer 1202) keurde de gemeenteraad initieel de code van gemeentelijke politiereglementen van de stad Antwerpen goed. Inbreuken op de code van gemeentelijke politiereglementen kunnen sindsdien gesanctioneerd worden met administratieve sancties waaronder een administratieve geldboete.

Deze code werd later nog verscheidene keren gewijzigd, zoals hieronder aangegeven.

1. Visverbod vijvers Muisbroek (op vraag van de dienst buurtregie en politie leefmilieu)
Meer en meer wordt vastgesteld dat niet alleen in de kleine vijver maar ook in de grote vijver van het recreatiedomein Muisbroek visactiviteiten toenemen.  

Voor het beoefenen van de duiksport is voor de grote vijver van het domein Muisbroek een milieuvergunning klasse I afgeleverd. Vissen, roeien of andere waterrecreatie is verboden in een zwemgelegenheid (artikel 5.32.9.8.3 §4. van Vlarem II).

Artikel 254 van de code van politiereglementen vermeldt nog steeds beide vijvers van het recreatiedomein Muisbroek als uitzondering op het visverbod. Dit is in strijd met de verplichtingen die voortvloeien uit Vlarem II.

Er wordt geopteerd om het vissen te verbieden in de beide vijvers. Vissers maken niet steeds het onderscheid tussen de plaatsen waar het verboden is te vissen en waar niet. De afbakening door middel van verbodsborden wordt als onduidelijk ervaren of wordt niet correct nageleefd.
De plaatsen buiten de duikzone zijn rustzones voor vogels.
Het is aangewezen om op beide vijvers het visverbod in te voeren.

2. Verkoop afvalzakken (op vraag van het bedrijvenloket en de dienst buurtregie)
De stedelijke reglementering voorziet dat de verdeling van afvalzakken gebeurt door erkende verdelers (gemeenteraad van 25 januari 2010, jaarnummer 1). De erkende verdelers zijn verplicht de afvalzakken van de stad te verkopen tegen de vaste verkoopprijzen opgelegd door de stad.

Het gebeurt regelmatig dat handelaars (zonder erkenning) afvalzakken van de stad verkopen. Bovendien wordt ook vastgesteld dat er dikwijls niet aan de vastgestelde prijs wordt verkocht. Meestal als ze per stuk worden verkocht. De betrokken handelaar krijgt dan een brief met het verzoek zich in regel te stellen maar in 95% van de gevallen wordt hierop niet gereageerd.

Voor de verdeling van afvalzakken ontvangt de handelaar een distributievergoeding van 5%.  Bij overtreding kan de erkenning worden geschorst en bij herhaling kan de erkenning worden ingetrokken.

Niet erkende verdelers, die hun voorraad aankopen in grote winkelketens blijven buiten schot omdat er geen sanctionering bestaat voor hen.

De invoering van een verbod om te verkopen zonder erkenning en aan een andere prijs dan deze die de stad oplegt, laat toe om op te treden tegen deze handelaars.

3. Onherkenbaar openbaar verschijnen
De toepassing van artikel 168 (onherkenbaar openbaar verschijnen) en artikel 330 (lijst gemengde inbreuken) leidt tot verwarring. In de lijst van gemengde inbreuken is artikel 563bis Stafwetboek opgenomen (gemeenteraad 19 september 2011, jaarnummer 1108). Personen die zich in voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn (artikel 563bis), kunnen gesanctioneerd worden met een gasboete wanneer de procedure gevolgd wordt die van toepassing is op gemengde inbreuken. Artikel 168 herneemt de inhoud van artikel 563bis Strafwetboek. Dit is nodig om de context van de uitzonderingen op dit verbod, verwoord in §2 te duiden. Het leidt echter tot verwarring voor de vaststellers en handhavers. Een technische aanpassing dringt zich op.

4. Fietsen (op vraag van de bedrijfseenheid samen leven/buurtregie en bestuurlijke handhaving)
1) In de code van politiereglementen is de mogelijkheid voorzien om foutief gestalde fietsen te labelen en te verwijderen. In zones met geconcentreerde fietsenstallingen, zoals de stationsomgeving Antwerpen Centraal en Antwerpen Berchem geldt een strenger regime. Dit om te vermijden dat fietsers de fiets in de stationsomgeving stallen en niet in de ondergrondse fietsenstallingen. Door deze regeling blijft het Astridplein vrij van gestalde fietsen, zijn de ingangen van de stations vrij toegankelijk en blijven de blindengeleide paden ongehinderd voelbaar.

Na de heraanleg van de De Keyserlei verplaatste het probleem zich naar de De Keyserlei, waar het wild parkeren van fietsen toenam. Er volgden verschillende klachten. Er werden meer stallingen voorzien maar dit lokte ook meer bovengrondse foutparkeerders.

Daarom is het noodzakelijk om het regime dat van toepassing is op zones met geconcentreerde fietsenstallingen uit te breiden naar de De Keyserlei. De fietser heeft de keuze om de fiets correct stallen in een fietsstalling op de De Keyserlei of de fiets correct te stallen in de ondergrondse stalling van het Centraal Station. Fietsen die daar niet correct gestald worden, zullen worden behandeld als hinderlijk of gevaarlijk gestalde fietsen. Ze worden onmiddellijk verwijderd en bewaard.

2) Artikel 176quater §2 bepaalt dat het bewaren van fietsen gebeurt zoals is vastgelegd in de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting. In deze wet is bepaald dat achtergelaten goederen gedurende een termijn van zes maanden moeten bewaard worden. Deze termijn werd ook opgenomen in de code van politiereglementen voo wat het bewaren van fietsen betreft. Op 5 juni 2012 werd een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van deze wet wat de termijn van de bewaring van fietsen betreft. In dit voorstel wordt de termijn herleid van zes naar drie maanden. Dit voorstel werd op 6 maart 2013 aangenomen in de kamercommissie. Het is aangewezen om de code van politiereglementen zo aan te passen dat bij de aanneming en inwerkingtreding van deze federale regelgeving, deze nieuwe termijn onmiddellijk kan toegepast worden. Zodoende kan onmiddellijk opslagruimte en opslagkosten van fietsen bespaard worden.

5. Verbod ambulante handel in concentratiezone raamprostitutie (op vraag van lokale politie/team prostitutie)
Meer en meer stelt de politie vast dat de omgeving van de concentratiezone raamprostitutie onveilig wordt gemaakt door opdringerige verkopers. Het gaat onder meer om ongecontroleerde verkoop van bloemen, seksspeeltjes, hoedjes, brillen, aanstekers, kledij en schoeisel, elektronica, etenswaren, sigaretten, ... Het leidt ook tot de verkoop van drugs. De politie noteerde meerdere klachten. Burgers worden lastig gevallen door agressieve verkopers, passanten worden voortdurend aangesproken, huurders van de raamprostitutiepanden worden lastig gevallen. De verkooppraatjes geven soms aanleiding tot diefstal.

Artikel 118 van de code van politiereglementen voorziet een verbod van ambulante handel in bepaalde straten en gebieden van de stad. Het is aangewezen om deze gebieden uit te breiden met de straten in de omgeving van de concentratiezone raamprostitutie.

6. Diverse wijzigingen (op vraag van de bedrijfseenheid samen leven)
1) Dieren
In uitvoering van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn legt het Koninklijk Besluit van 28 mei 2004 betreffende de identificatie en registratie van honden gedetailleerde regels op met betrekking tot de identificatie en registratie van honden. Inbreuken op deze bepalingen worden strafbaar gesteld in artikel 34 en volgende van de wet. Inbreuken op deze bepalingen kunnen overeenkomstig artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet niet strafbaar meer gesteld worden in de code van politiereglementen. Artikel 277 eerste lid dient dan ook geschrapt te worden.

2) Samenscholingsverbod
Dit is enkel van toepassing op de organisator. Het is aangewezen dat ook op deelnemers het samenscholingsverbod kan rusten. De organisator is immers niet steeds gekend en daarom niet de veroorzaker van verstoring van de openbare orde. Dit gebeurt ook door de deelnemers.

3) Huishoudelijk afval
Luiers zijn niet meer ingedeeld als GFT en moeten in die omschrijving geschrapt worden. Het is restafval.

4) Aanbieden van afval
Het komt vaak voor dat personen afval toevoegen aan vuilniszakken of huisvuilcontainers die aangeboden worden door andere burgers. Dit kan leiden tot het verkeerd aanbieden van huishoudelijk afval, waardoor de verkeerde persoon getroffen wordt. Het is aangewezen dit gedrag te verhinderen.

5) Voederen van duiven
In vele gevallen stellen toezichters vast dat niet alleen duiven maar ook andere vogels worden gevoederd. Het is aangewezen om het begrip duiven te vervangen door vogels.

6) Honden
In de code van politiereglementen is het verplicht om altijd in het bezit te zijn van voldoende zakjes om uitwerpselen in te bergen. Het begrip ‘voldoende’ is niet duidelijk.  Duidelijker is dat een eigenaar of een begeleider van een hond altijd in het bezit moet zijn van minstens één ongebruikt zakje. Zo kan het tonen van een gebruikt zakje niet meer als rechtvaardiging dienen om nieuwe uitwerpselen niet te verwijderen.

7) Hygiëne in bepaalde instellingen
De afdeling ‘Bepalingen betreffende de hygiëne in bepaalde instellingen’ werd aan de code van politiereglmenten toegevoegd in het gemeenteraadsbesluit van 24 november 2008 (jaarnummer 2055). De inhoud ervan wordt geactualiseerd. Zo vervallen de voorschriften voor toiletten buiten: dit komt in de praktijk niet meer voor. Ook de verplichte verwarming van toiletten vervalt. Dit leidt immers niet tot meer hygiëne, maar versterkt enkel het comfort. De voorschriften worden in overeenstemming gebracht met stedenbouwkundige voorschriften. Zo is voor stedenbouw enkel verluchting rechtstreeks naar buiten of mechanisch toegestaan. De verplichte verluchting via de deur wordt dan ook geschrapt. Voorschriften voor het sas en de toiletdeur worden verduidelijkt. Dit geldt ook voor de term ‘huiselijk’. Het door elkaar gebruiken van termen van gelijkaardige betekenis zoals huiselijk en huishoudelijk, toiletten en waterclosets, wordt ongedaan gemaakt.  Artikel nummering wordt toegevoegd om verwijzingen en vaststellingen makkelijker te maken. Omdat in bepaalde gevallen een aanpassing aan de reglementering niet altijd mogelijk is, moeten afwijkingen kunnen worden toegestaan.

 Artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet

1. De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
2. Meer bepaald en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd:
      1) alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen, hetgeen omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen, of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken; voor zover de politie over het wegverkeer betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt zij niet onder de toepassing van dit artikel;
      2) het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals vechtpartijen en twisten met volksoploop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren;
      3) het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen, zoals op jaarmarkten en markten, bij openbare vermakelijkheden en plechtigheden, vertoningen en spelen, in drankgelegenheden, kerken en openbare plaatsen;
      4) het toezicht op een juiste toemeting bij het slijten van waren (waarvoor meeteenheden of meetwerktuigen gebruikt worden) en op de hygiëne van openbaar te koop gestelde eetwaren;
      5) het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;
      6) het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast.