In de meerjarenplanning die de NMBS onlangs opstelde is geen sprake meer van de tweede spoortoegang voor onze haven. Dit bedreigt de concurrentiepositie in de toekomst.
Ook projecten zoals de Oude Landen en de Krijgsbaan worden uitgesteld tot minstens 2025.
Daarom deze vragen:
1) Hoe staat het stadsbestuur tegenover de meerjarenplanning van de NMBS?
2) Wat zal u ondernemen om de concurrentiepositie van onze haven veilig te stellen?
3) Legt u zich zomaar neer bij het uitstellen van voormelde projecten tot 2025?
4) Zal/heeft u contacten met de NMBS over de tweede spoortoegang? Wat is de timing en hoe ver staat het overleg?
Geacht raadslid,
Gelet op de raakpunten tussen beide schriftelijke vragen, wensen we een globaal antwoord te formuleren voor beide vragen.
Met vriendelijke groeten,
Marc Van Peel
Teneinde de concurrentiekracht van de haven te versterken, is het stimuleren van het spoorvervoer essentieel. Bijgevolg dienen voldoende financiële middelen voor nieuwe spoorinvesteringen zowel voor de verbetering van de spoorontsluiting van en naar de haven als voor de infrastructuur binnen de haven zelf, te worden voorzien.
Met grote ongerustheid heeft de haven van Antwerpen vastgesteld dat in het meerjareninvesteringsplan van Infrabel een aantal substantiële ingrepen voor de haven van Antwerpen niet worden opgenomen, met uitzondering van de afwerking van de Liefkenshoekspoortunnel. Belangrijke investeringsvoorzieningen voor de haven van Antwerpen zoals de Tweede Spoortoegang tot de haven en de Ijzeren Rijn zijn voorlopig niet voorzien in het investeringsscenario. Andere cruciale projecten werden wel in de planning opgenomen, maar onverantwoord in de tijd opgeschoven. Deze vaststelling werd per brief door het Havenbedrijf samen met Alfaport Antwerpen, Essenscia en MLSO gemeld aan Minister Labille en diens voorganger Magnette.
Een voorbeeld van een project dat sterk in de tijd is verschoven is de vertakking Oude Landen, in combinatie met de vertakking Krijgsbaan. Dit is een essentieel project voor de haven dat reeds voorzien was in het vorige meerjarenplan en dat op korte termijn voorziet in een noodzakelijke capaciteitsverruiming van de sterk gecongestioneerde Lijn 27A met naar schatting 30%. Dit prioritaire project werd in de tijd werd verlaat: daar waar de werken eerst gepland waren om operationeel te zijn in 2017-2018 worden deze nu pas gepland om afgewerkt te zijn tegen eind 2025! De werken aan de vertakking Oude Landen kunnen bovendien als een eerste stap voor de meer ingrijpende realisatie van de Tweede Spoortoegang worden beschouwd.
Het achteruit schuiven van deze investeringen betekent een stand-still van meer dan 5 jaar voor het spoorgebruik. Dit zal ongetwijfeld tot een vermindering van de aantrekkelijkheid van het spoorvervoer leiden en op korte termijn de congestie van de bestaande infrastructuur nog doen toenemen. Bij een heropleving van de economie zal het uitstel met zekerheid leiden tot fundamentele infrastructurele problemen en congestie wat nefast is voor de havenactiviteiten en voor de (petro)chemische en logistieke cluster in het havengebied.
Vervolgens is het essentieel voor de toekomst van het spoorvervoer om niet enkel op korte termijn te investeren in projecten die de ontsluiting van de haven verbeteren maar ook in aanpassingen ten diensten van de operationele werking van het spoor in het Antwerpse havengebied zelf. Ook deze investeringen werden in het voorgestelde meerjareninvesteringsplan van de NMBS niet teruggevonden. Vooral bepaalde spoorinfrastructuur op de Rechteroever is verouderd en dringend aan vervanging toe. Zo kunnen de wissels niet elektronisch worden aangedreven en bestaat er bijvoorbeeld geen automatische signalisatie zodat treinen verplicht zijn “op zicht” te rijden, wat de veiligheid niet ten goede komt. Een aanpassing van de signalisatie en het voorzien van financiële middelen voor de automatisatie en verbetering van de verouderde infrastructuur op de Rechteroever zal niet enkel bijdragen in de operationele werking van het spoorvervoer maar zal ook de veiligheid doen toenemen. Deze investeringen zouden eveneens bijdragen in het rationaliseren van de dure spoorexploitatie en dit met een relatief beperkt budget.
Hoewel de haven bij de opstelling van het meerjareninvesteringsplan van de NMBS geen betrokken partij is geweest, werden de wensen van de haven wel tijdig ingebracht in de discussie en werden de standpunten van de haven veelvuldig meegedeeld. De vaststelling over (de gevolgen van) het niet opnemen of het uitstel van noodzakelijke projecten werd per brief reeds verschillende keren aan de Federale Minister overgemaakt, aangezien hij over het meerjareninvesteringsplan beslist. Zo werd Minister Magnette per brief gevat op 20/8/2012 en 25/10/2012 en werd een brief gestuurd aan Minister Labille op 11/2/2013. Deze laatste brief werd niet enkel ondertekend door het Havenbedrijf maar ook door Alfaport Antwerpen, Essenscia en de MLSO. Tot op vandaag werd geen antwoord ontvangen. Een copy van het schrijven werd ook ter info gestuurd aan Minister Crevits om mee te nemen bij haar onderhandelingen met het federale niveau. Op dit ogenblik onderhandelen de Gewesten immers met Minister Labille om eventueel in co-financiering te voorzien. Hierin ligt mogelijk een sleutel om een aantal projecten zoals Oude Landen en de haveninterne voorzieningen te versnellen.
Als besluit kan gesteld worden dat het onontbeerlijk is om de werken aan de vertakking Oude Landen en Krijgsbaan onverkort en op korte termijn uit te voeren. Enkel op deze manier kan een aantrekkelijk en operationeel goed functionerend spoorsysteem van en naar de haven van Antwerpen ook in de toekomst worden gegarandeerd. Daarnaast dient in het investeringsplan voldoende financiële ruimte te worden voorzien om de projecten die van levensbelang zijn voor vernieuwing van de infrastructuur en voor de operationele werking van het spoor in de Antwerpse haven toch te kunnen uitvoeren.
Met betrekking tot de tweede spoortoegang tot de haven loopt op dit ogenblik de Plan MER / MKBA met het ook op het vaststellen van het tracé. Het is de bedoeling om aanvullende richtlijnen van de Dienst MER te verkrijgen tegen mei 2013 zodat het definitieve Plan MER kan afgewerkt zijn tegen november 2013. Een definitieve beslissing over het tracé door de Vlaamse Regering zou dan eind 2013 kunnen vallen. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen wordt betrokken bij de technische uitwerking van het project door TUC Rail en Infrabel.
Specifiek met betrekking tot de vragen gesteld in SV_00097, kan nog het volgende aangegeven worden:
1. Zijn de prioriteiten die in deze plannen naar voren worden geschoven ook deze van Antwerpen?
Ja, in grote lijnen zijn de genoemde plannen prioritair voor de Antwerpse haven. Het belangrijkste project blijft echter het op korte termijn aanpakken van de vertakking Oude Landen. Daarnaast dienen ook een aantal belangrijke renovaties op de rechteroever te gebeuren inzake automatisering en signalisatie. Pijnpunt is echter dat de projecten ofwel op een te late termijn zijn gepland in het meerjareninvesteringsplan (zoals het operationeel zijn van Oude Landen in 2025) ofwel helemaal niet zijn opgenomen in het investeringsplan (zoals tweede spoorontsluiting en Ijzeren Rijn). Minister Magnette heeft destijds wel gesteld dat de tweede spoortoegang diende opgenomen te worden en een aparte financiering (1,5 mld EUR) diende te worden voorzien maar er is tot dusver nog geen definitief uitsluitsel gegeven of deze middelen ook aan dit project zal toekomen. Op dit ogenblik onderhandelen de Gewesten met de Minister om eventueel in co-financiering te voorzien. Hierin ligt mogelijk een sleutel om een aantal projecten zoals Oude Landen en de haveninterne voorzieningen te versnellen.
2. In welke mate en op welke manier werd onze stad betrokken bij het opstellen van deze plannen, althans voor de aspecten die Antwerpen betreffen?
De haven werd slechts in beperkte mate betrokken bij de opstelling van de plannen. Hoewel de haven bij de opstelling van het meerjareninvesteringsplan van de NMBS geen betrokken partij is, werden de wensen van de haven wel tijdig ingebracht in de discussie. Bij de opstelling van de Vlaamse spoorstrategie maakte de haven deel uit van de werkgroep Goederenvervoer maar was ze niet betrokken bij de definitieve opstelling van het plan in de Stuurgroep of bij de selectie van de prioritaire projecten. Ook op dit vlak werd het standpunt van de haven wel veelvuldig meegedeeld.
ma 29/04/2013 - 18:00