Aanleiding
Op een persconferentie van 9 april 2013 hebben de schepenen van Financiën van dertien Vlaamse centrumsteden laten weten “zeer bezorgd” te zijn over de toestand en de evolutie van de stadsfinanciën. Ook onze schepen Koen Kennis ondertekende de gezamenlijke noodklok.
De financiële uitdagingen voor de steden zijn enorm: er is de toename van het aantal pensioneringen; de vergrijzing en de toenemende vraag naar thuiszorg; de grotere marges van banken bij schuldherschikking; de verminderde belastinginkomsten; de vermindering van de energiedividenden; de toenemende nood aan kinderkribbes, kleuter- en lagere scholen; de politie- en brandweerhervorming; en tenslotte de kost van de waterzuivering.
“De schepenen van Financiën vrezen pijnlijke en voor de bevolking direct voelbare maatregelen te zullen moeten nemen: het inkrimpen van de dienstverlening door te schrappen in openingsuren, bepaalde diensten stop te zetten, enz. Door het fors afbouwen van investeringen (…). Door het verhogen van vergoedingen die voor allerlei gemeentelijke diensten worden aangerekend. Door het eventueel zelfs verhogen van de belastingen. Door het terugschroeven van het aantal personeelsleden, door gepensioneerden niet of slechts heel beperkt te vervangen en aflopende contracten niet te vernieuwen. Ook dat heeft uiteraard een belangrijk werkgelegenheidseffect voor een deel (en jammer genoeg) bij mensen die op de gewone arbeidsmarkt niet of moeilijk aan de slag kunnen”, verklaarden de 13 schepenen van Financiën gezamenlijk.
Daags nadien (10 april) verscheen in de kranten van De Persgroep dat de Antwerpse administratie momenteel werkt aan besparingsmaatregelen. En het College van 19 april liet weten kennis te hebben genomen “van het plan van aanpak dat moet leiden tot de nodige besparingen binnen het personeelsbestand van de stad.”
In dat plan van aanpak zou men zich focussen op een korte termijnbesparing zodat het bijdraagt tot de besparingsdoelstelling en het budgettair evenwicht van de stad in 2013. De nadruk van de kortetermijnstrategie zou liggen op het beperken van de instroom van nieuwe medewerkers. Er zou aan de vakbonden beloofd zijn dat er geen naakte ontslagen komen.
Op lange termijn zou men honderden personeelsleden die op pensioen gaan niet langer vervangen. En dat in alle onderdelen van de groep stad Antwerpen: de Stad, het OCMW, de verzelfstandigde entiteiten en de autonome gemeentebedrijven. Men zou in de eerste plaats besparen “op alle ondersteunende processen en overheadkosten”, maar de vraag blijft wel open hoe men de niet-vervanging van honderden personeelsleden kan opvangen zonder aan de dienstverlening of aan de kostprijs van de dienstverlening te komen.
Dat staat ook zo in het bestuursakkoord (441): “In functie van kostenbeheersing zal men de ambtenaren, die op pensioen gaan, selectief niet-vervangen. Een audit zal in alle onafhankelijkheid optimalisatievoorstellen doen om de overhead binnen de groep af te bouwen dankzij een maximale synergie.”
Vragen:
1. Welke dienst of diensten zijn belast met de besparingsmaatregelen?
2. Over welk soort maatregelen gaat het?
3. Zijn er maatregelen die men uitsluit, bvb. verhogen van vergoedingen voor diensten, schrappen van openingsuren, of andere?
4. Klopt het dat er een afspraak is dat er geen naakte ontslagen komen?
5. Is de audit, waarvan sprake in het bestuursakkoord, nog steeds van toepassing?
6. Zo ja, is deze audit reeds opgestart? Door wie precies?
7. Wat is de precieze opdracht die in de audit werd gegeven?
Raadslid Mertens houdt zijn interpellatie.
Schepen Kennis geeft antwoord op de vragen.
Raadslid Mertgens houdt nog een wederwoord.
- Het volledige debat is opgenomen en is digitaal raadpleegbaar op het stadsarchief.