2012_GR_01212 - Aanpassing verkeersreglement - District Antwerpen. Dambruggestraat - Goedkeuring

De bedrijfseenheid stadsontwikkeling zal de nodige signalisatie zelf plaatsen met materiaal uit eigen voorraad. Er zijn dus geen rechtstreekse financiële gevolgen.

Volgens artikels 42§3 en 43§2 van het Gemeentedecreet is enkel de gemeenteraad bevoegd voor het vaststellen van de gemeentelijke reglementen.

De te reglementeren openbare weg behoort tot het beheer van de stad Antwerpen.

Het aanvullend reglement met betrekking tot de politie van het wegverkeer voor de Dambruggestraat, in het district Antwerpen, werd op 19 december 2011 (jaarnummer 1406) door de gemeenteraad goedgekeurd.

In de Dambruggestraat geldt de reglementering op het parkeren met beperkte parkeertijd op de stadswegen met het oog op het betalend- en bewonersparkeren enerzijds, het residentieel parkeren met parkeerschijf en bewonerskaart anderzijds.

Deze straat is deels opgenomen in de voetgangerszone Offerandestraat.

Het college keurde op 19 december 2008 (jaarnummer 16336) een verlenging van de proefopstelling goed voor een periode van 1 jaar in verband met bewonerskaarten voor voertuigen met een maximaal gewicht van minder dan 3500 kg.

De Dambruggestraat, het deel begrepen tussen de Viaduct-Dam en de Oranjestraat, is te smal om het kruisen van voertuigen vlot te laten verlopen.

In samenspraak met het district Antwerpen, stelt stadsontwikkeling/ruimte, mobiliteit/mobiliteit voor om het eenrichtingsverkeer, uitgezonderd voor fietsers, in te voeren met toegelaten rijrichting naar de Oranjestraat.

Met de heraanleg van de Carnotstraat werd de oversteekplaats voor voetgangers niet behouden omdat het voetpad doorgetrokken werd.

Tijdens een plaatsbezoek stelde stadsontwikkeling/ruimte, mobiliteit/mobiliteit vast dat er maar twee parkeerplaatsen voor personen met een handicap, ter hoogte van het nummer 157 E, aanwezig zijn (in het bestaande reglement werden er drie voorzien). Deze twee plaatsen volstaan volgens het gemeentelijk autonoom parkeerbedrijf Antwerpen waardoor het aanvullend verkeersreglement aangepast wordt.

Voor de Dambruggestraat bestaat er een aanvullend reglement met betrekking tot de politie van het wegverkeer, dat echter niet langer voldoet aan de actuele verkeerssituatie. Stadsontwikkeling/ruimte, mobiliteit/mobiliteit stelt voor een nieuw aanvullend verkeersreglement op te stellen aangepast aan de gewenste verkeerssituatie:

• door het invoeren van het beperkt eenrichtingsverkeer in het deel begrepen tussen de Viaduct-Dam en de Oranjestraat, met toegelaten rijrichting naar de Oranjestraat, stelt zich het probleem van kruisende voertuigen niet langer en verloopt de doorstroming van het verkeer vlotter;
• het herleiden van het aantal parkeerplaatsen voor personen met een handicap van drie naar twee, omdat elke parkeerplaats van 5 naar7 metergebracht werd, vergroot het comfort voor de gebruikers van deze parkeerplaatsen.

Parkeerbalans: het invoeren van het eenrichtingsverkeer heeft geen invloed op het aantal parkeerplaatsen.

• wet van 16 maart 1968 betreffende de politie van het wegverkeer;
• Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement betreffende de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
• ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
• ministerieel rondschrijven van 14 november 1977 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van de verkeerstekens;
• de ministeriële rondzendbrief van 25 april 2003 betreffende parkeerplaatsen, voorbehouden voor personen met een handicap;
• collegebesluit van 9 december 2001 (jaarnummer 13659) legt de richtlijnen vast waaraan de aanvraag voor een parkeerplaats voor personen met een handicap moet voldoen;
• De gemeenteraadsbeslissingen van 20 maart 2000 (jaarnummer 619) en 21 oktober 2002 (jaarnummer 2307) waarbij de districtsbesturen bevoegd zijn tot het verlenen van advies inzake lokaal verkeersbeleid. Indien het stadsbestuur deze adviezen niet opvolgt, dient de beslissing uitdrukkelijk gemotiveerd te worden.