2012_GR_00456 - Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Keerlus Moerelei - Ontwerp. Voorlopige vaststelling - Goedkeuring

Artikel 2.2.14 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering op 15 mei 2009, dat zegt dat de gemeenteraad het ontwerp-RUP voorlopig vaststelt.

De Vlaamse regering voorzag in 2005 in het kader van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen een budget van 12,4 miljoen euro voor de realisatie van fietsprojecten. De fietsroute Hoboken-Hemiksem, die passeert aan het projectgebied, is daar een van.

Op 30 mei 2007 keurde de Vlaamse regering het bijzonder plan van aanleg (BPA) Keerlus Moerelei goed. Dit BPA werd opgemaakt door de stad Antwerpen. Het BPA voorzag in een een keerlus aan de terminus. Deze terminus zou een eindhalte vormen van de geplande tramlijn op de Sint-Bernardsesteenweg.

De Provinciale Auditcommissie (PAC) verklaarde de projectnota, waarin het voorontwerp fietsroute Hoboken-Hemiksem werd besproken en toegelicht, conform op 17 juni 2010 voor het gedeelte op Antwerps grondgebied.

Op de Provinciale Auditcommissie werd echter de vergunbaarheid van het fietspad in vraag gesteld.  Het voorstel kan, voor het gedeelte in de omgeving van de Sint-Bernardsesteenweg, niet vergund worden in het bestaand planologisch kader.  Dit planologisch kader is het BPA Keerlus Moerelei en de behoorlijk vergunde verkaveling aan de Den Haaglaan (HO 1970/V/0060 van 12 mei 1970). Daaropvolgend werd op een tweede overleg op 8 maart 2011 tussen nv BAM, de stad Antwerpen, de provincie en het Vlaams gewest besloten dat de stad Antwerpen als intiatiefnemende instantie zal optreden voor de opmaak van een RUP om het planologisch kader aan te passen. 

Op 26 augustus 2011 (jaarnummer 12860) keurde het college de projectnota fietsroute Hoboken-Hemiksem goed.

Op 30 september 2011 (jaarnummer 14092) nam het college kennis van het voorontwerp-RUP Keerlus Moerelei en keurde het hieraan gekoppelde communicatietraject goed. Dit voorontwerp-RUP beperkte het doel van het RUP tot het aanpassen van het bestaand planologisch kader in functie van de mogelijke realisatie van het fietspad.

Het voorliggend ontwerp-RUP vervangt het BPA Keerlus Moerelei volledig. De ruimtelijke inrichtingsprincipes van het gebied, die aan de grondslag lagen van het BPA, blijven behouden in het RUP. Het voorliggend ontwerp-RUP is een verdere uitwerking van het voorontwerp-RUP op basis van de adviezen zoals besproken op plenaire vergadering van 15 februari 2012.

Een deel van de geplande fietsroute tussen Hoboken en Hemiksem is niet vergunbaar binnen het bestaande planologisch kader. Naast het gewestplan wordt dit kader bepaald door het BPA ‘Keerlus Moerelei’ en de verkavelingsvoorschriften voor de loten langs de Den Haaglaan; verkaveling HO 1970/V/0060 van 12 mei 1970.

In het RUP worden bijkomend volgende mogelijkheden voorzien:

• aanleg in het projectgebied van fietspad tussen Hoboken en Hemiksem;
• kleinschalige ondersteunende infrastructuur (dienstlokaal).

Wat betreft de landschappelijke integratie worden in het RUP volgende aanpassingen voorzien:

• streekeigen beplanting;
• bewerkstelligen van een visuele buffering tussen de keerlus en de bebouwing langs de Moerelei;
• voorzien van opgaande begroeiing en struiklaag ter ondersteuning van het behoud en ontwikkeling van de vleermuizenhabitats van Fort 7 en Fort 8 en de nabije omgeving van de schans.

Advies GECORO

Het voorontwerp werd op 5 oktober 2011 voorgesteld aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijk ordening (GECORO). Het advies was gunstig. 

Advies plenaire

Op 15 februari 2012 vond de plenaire vergadering plaats met de deputatie, de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar en de andere adviserende diensten. Deze adviezen waren gunstig tot voorwaardelijk gunstig. Naar aanleiding van deze adviezen werd het voorontwerp-RUP aangepast. 

Advies districtsraad

Op 24 oktober 2011 (jaarnummer 1175) formuleerde de districtsraad Hoboken een gunstig advies over het voorontwerp-RUP Keerlus Moerelei. 

Milieueffectenrapportage (MER)

De MER-screening werd opgemaakt in 2011 op basis van het voorontwerp-RUP Keerlus Moerelei Oost dat ter kennisname voorlag aan het college op 30 september 2011 (jaarnummer 14092).  

Op 27 januari 2012 besliste de dienst MER, Vlaams gewest, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, dat het plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is. 

Watertoets

In toepassing van artikel 8 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 moeten alle uitvoeringsplannen worden onderworpen aan een watertoets. Voor dit plan werd de watertoets onderzocht:

-       het plangebied is mogelijk overstromingsgevoelig gebied;

-       het plangebied is niet infiltratiegevoelig;

-       het plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming. 

Het plangebied is grotendeels onverhard. Voor de realisatie van het plan zal zo minimaal mogelijk bijkomende verharding voorzien worden:

-         het fietspad gelegen langs de Moerelei en langsheen het spoor achter de woningen in de Den Haaglaan;

-         Keerlus: wat betreft de gedeeltelijke verharding van de zone in functie van het onderhoud (rond en tussen de sporen) zijn enkel grastegels toegestaan. Kleinschalige randinfrastructuur ‘dienstgebouw’ is toegelaten. 

Limitatieve opgave van op te heffen voorschriften 

Conform Artikel 2.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden volgende voorschriften opgeheven die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan: 

-         verkaveling HO 1970/V/0060 van 12 mei 1970: opheffing verkavelingsvoorschriften voor de gedeelten van de loten langs de Den Haaglaan(bij Agentschap RO Antwerpen gekend als: 048/002(8)) gelegen in het plangebied;

-         BPA Keerlus Moerelei (Ministerieel Besluit 30 mei 2007): opheffing  artikel 1: zone voor keerlus en artikel 2: zone voor kleine landschappelijke elementen (KLE);

-         bestemmingen gewestplan:

• opheffing artikel 14.4.4. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen geldt voor de parkgebieden;
• opheffing artikel 5.1.1. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen geldt voor de woongebieden.

Art. 2.2.13 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering op 15 mei 2009, die de procedure vastleggen voor de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP).

 Data in vet/cursief zijn raming