Leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten halen het imago, de aantrekkelijkheid en de leefkwaliteit van een straat, wijk en/of gebied naar beneden. De stad wil dit vermijden en deze gebouwen activeren voor ondernemingen.
Het is de bedoeling om leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten op te sporen, te inventariseren en in kaart te brengen.
Het Vlaamse Gewest legt aan de eigenaar(s) een heffing op wanneer de problematiek niet tijdig wordt aangepakt. De eigenaars van leegstaande bedrijfsruimten hebben twee jaar tijd om hun panden voldoende te benutten en de verwaarlozing op te lossen. Vanaf het derde registratiejaar dient in principe de Vlaamse heffing te worden betaald. De heffing geldt als afschrikkingsmiddel en als sanctie. Enkel eigenaars die hun pand tegen dan al verkocht hebben of die in aanmerking komen voor een specifieke vrijstelling of opschorting kunnen na deze termijn de belasting nog vermijden.
Daarnaast voorziet het Vlaamse Gewest ook subsidies voor saneringswerken (in de zin van afbraak- en sloopwerken) als stimulans.
De stad Antwerpen maakt een lijst op van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten op het grondgebied van de stad en levert deze input aan aan het Vlaamse Gewest voor 1 maart van het kalenderjaar. Het Vlaamse Gewest maakt dan de finale inventaris.
Op 29 augustus 2017 stuurde het Vlaamse Gewest een uittreksel van de in de inventaris geregistreerde bedrijfsgebouwen, gelegen in de stad Antwerpen. De stad moet dit uittreksel van de Vlaamse inventaris ter inzage leggen conform de bepalingen in het decreet omtrent het openbaar onderzoek. De afhandeling van bezwaren ingediend door derden tegen een niet-registratie gebeurt door het Vlaamse Gewest.
Het uittreksel van de inventaris moet gedurende minstens 10 dagen bekend worden gemaakt.
De inventaris ligt voor iedereen ter inzage vanaf 11 september 2017 tot en met 22 september 2017:
Decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
Artikel 9
De Vlaamse regering bepaalt onder welke voorwaarden het departement jaarlijks aan elke gemeente en aan de erkende provinciale ontwikkelingsmaatschappijen een uittreksel opstuurt van de in de inventaris geregistreerde bedrijfsruimten. Binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van het uittreksel maken de gemeenten door middel van een aanplakbrief gedurende ten minste 10 kalenderdagen bekend dat dit uittreksel ter inzage ligt. De aanplakbrief vermeldt de plaats of plaatsen waar het ter inzage ligt van het publiek en de procedure voor bezwaar door derden zoals bepaald in artikel 10.
Het Vlaamse Gewest publiceert jaarlijks een algemeen overzicht van de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten op basis van de inventaris.
Artikel 10
§ 1. Binnen 30 kalenderdagen na bekendmaking van het ter inzage liggen van het uittreksel kan iedere derde met een aangetekende brief bezwaar indienen bij de Vlaamse regering i.v.m. de niet-registratie van een bedrijfsruimte.
§ 2. De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden waaronder de betrokken eigenaar(s) en/of de gemeente gehoord moeten worden, indien het bezwaar aanleiding zou kunnen geven tot wijziging van de inventaris.
§ 3. Binnen 60 kalenderdagen na betekening van het bezwaarschrift spreekt de Vlaamse regering zich uit over het bezwaarschrift en stelt zij degene die het bezwaarschrift heeft ingediend, met een aangetekende brief in kennis van haar beslissing.
§ 4. Indien ingevolge de beslissing krachtens § 3 de bedrijfsruimte alsnog dient geregistreerd te worden wordt conform artikel 5 een registratieattest betekend aan de eigenaar(s). Deze kan in voorkomend geval gebruik maken van de beroepsprocedure zoals bepaald in artikel 7 en 8.
§ 5. Als het bezwaar, zoals bedoeld in § 1, aanleiding geeft tot laattijdige registratie in de inventaris, heeft de registratie uitwerking vanaf de datum van indiening van het bezwaarschrift van de derde.
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
Artikel 10
Het departement stuurt jaarlijks, uiterlijk op 31 augustus, aan iedere gemeente via een aangetekend schrijven een uittreksel van de in de Inventaris geregistreerde bedrijfsruimten die op haar grondgebied liggen. De gemeente legt deze uittreksel ter inzage van het publiek voor 1 oktober.
Binnen dezelfde periode krijgen de erkende Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen een uittreksel van de in de Inventaris geregistreerde bedrijfsruimten in de betrokken provincie.
Artikel 11.
§1. Iedere derde kan binnen dertig dagen na bekendmaking van het ter inzage leggen van het uittreksel van de in de Inventaris geregistreerde bedrijfsruimten, via een aangetekend schrijven, een bezwaarschrift indienen bij de Vlaamse regering wanneer een bedrijfsruimte niet werd geregistreerd.
§2. Het departement nodigt binnen dertig kalenderdagen na betekening van het derden-bezwaar de eigenaar(s) en/of de gemeente via een aangetekend schrijven voor een hoorzitting uit. In haar uitnodiging maakt zij melding van de inhoud van het bezwaar en verzoekt de betrokkenen uiterlijk op de hoorzitting de noodzakelijke bewijsstukken over te leggen.
Naar aanleiding van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten besliste het college op 23 oktober 1996 (jaarnummer 14819) om leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten op te sporen en te inventariseren om op deze manier gegevens te kunnen aanleveren voor de Vlaamse inventaris van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten.
In het bestuursakkoord 2013-2018 is de bestrijding en voorkoming van leegstaande bedrijfs-, handels- en kantoorpanden opgenomen. De stad wil de herinvulling van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten stimuleren, om zo een goed ruimtegebruik te bekomen en stedelijke verval tegen te gaan. Dit draagt bij aan een veilige, aangename en leefbare stad.
Het college neemt kennis van de Vlaamse inventaris van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten 2017.
Het college neemt kennis dat de Vlaamse inventaris ter inzage wordt gelegd van 11 september 2017 tot en met 22 september 2017 in het kader van het openbaar onderzoek.
Dienst | Taak |
FI/VF/E | De stadsloketten en het bedrijvenloket informeren over de inventaris en de verplichting om deze openbaar te leggen vanaf 11 september 2017 tot en met 22 september 2017. |