De gemeenteraad stelde op 28 april 2014 (jaarnummer 377) de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening 'Bouwcode' definitief vast. Op 9 oktober 2014 keurde de deputatie van de Provincie Antwerpen deze verordening goed. De goedkeuringsbeslissing van de verordening werd bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 15 oktober 2014, de verordening trad in werking op 25 oktober 2014.
De Vlaamse Regering keurde op 5 juli 2013 het besluit goed houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Vanaf 29 september 2016 is het verplicht om aan deze verordening te voldoen voor elk op te richten gebouw, constructie of aan te leggen verharding groter van 40 m², ook als deze vrijgesteld is van stedenbouwkundige vergunningsplicht.
Op 7 juli 2017 (jaarnummer 6026) keurde het college het Ontwerp-eindrapport Waterstudie Ter Beke Zuid goed. Naar aanleiding van de studie heeft het college beslist om bij de aflevering van vergunningen volgende principes te respecteren: uiterst bedachtzaam toestaan, bij voorkeur niet, van afwijkingsmogelijkheden uit de Bouwcode inzake groendaken en buffer- en infiltratievoorschriften en het opleggen van bijkomende maatregelen zoals het niet toestaan van ondergrondse buffering.
Om aan dit besluit gevolg te kunnen geven en in het streven naar een goed rioolbeheer en waterveiligheid is het aangewezen om een aantal principes in de bouwcode op vlak van waterhuishouding te actualiseren.
Wateroverlast in stedelijk gebied wordt vaak veroorzaakt doordat de riolering de plotse en massale toevloed van regenwater tijdens een felle regenbui niet kan verwerken. Met de huidige vaststellingen en verwachtingen voor klimaatverandering zal de intensiteit van deze regens alleen maar toenemen. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwater is mede vanuit deze vaststelling opgemaakt.
Het algemeen uitgangspunt van deze verordening is dat regenwater zoveel mogelijk hergebruikt moet worden. Het resterende gedeelte van het hemelwater moet worden geïnfiltreerd of gebufferd. Het overige water wordt vertraagd afgevoerd , zodat in laatste instantie slechts een beperkte hoeveelheid water met een vertraging wordt afgevoerd naar de openbare riolering. Ook om verdroging tegen te gaan geniet infiltratie de voorkeur boven de onmiddellijke opvang en afvoer van afstromend hemelwater naar de riolering en open waterlopen, om zo de grondwaterreserves aan te vullen.
In een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kan niet worden afgeweken van de gewestelijke verordening maar kan wel verfijnd worden voor een aantal aspecten die kaderen binnen de ambities van de stad of gemeente. Deze beleidsrichtlijn omvat een aantal hoofdprincipes om de bouwcode met betrekking tot de waterhuishouding verder te laten aansluiten bij de algemene filosofie van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en de ambities van de stad in kader van klimaatadaptatie en op vlak van waterveiligheid van de individuele gebouwen en woningen.
Om de beleidsrichtlijn te kunnen toepassen moet de bouwcode worden herzien en aangepast voor een aantal aspecten met betrekking tot de waterhuishouding:
Met bovenstaande maatregelen worden de bestaande rioolstelsels niet onnodig belast tijdens piekafvoer van de neerslag en komt capaciteit vrij om overstromingen in gebieden met een sterke verhardingsgraad zoveel mogelijk tegen te gaan.
Het college keurt de beleidsrichtlijn waterhuishouding goed.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst |
Taak |
SW/R |
om op basis van de beleidsrichtlijn de bouwcode aan te passen |