Terug

2017_CBS_05296 - Rechtspositieregeling - Wijziging - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/06/2017 - 09:00 Collegezaal, stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Roel Verhaert, stadssecretaris

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Roel Verhaert, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2017_CBS_05296 - Rechtspositieregeling - Wijziging - Goedkeuring 2017_CBS_05296 - Rechtspositieregeling - Wijziging - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Deel  Titel/hoofdstuk Artikel Argumentatie voor wijziging
3 3.3 3

Het besluit van de Vlaamse regering biedt bij elke selectieprocedure voor elk niveau de keuze of er gewerkt wordt met een rangschikking of een lijst van geslaagde kandidaten. Tot op heden werd van deze laatste optie enkel gebruik gemaakt voor functies op niveau A. Deze werkwijze werd positief geëvalueerd waardoor de mogelijkheid voorzien wordt om dit bij alle niveaus toe te passen.
Het is niet wenselijk om te werken met een lijst van geslaagden indien het aantal vacatures kleiner is dan het geschatte aantal geslaagde kandidaten. Er blijven dan kandidaten op de lijst achter die niet aan een vacature gematcht kunnen worden.
Bij een selectie met weinig vacatures geniet rangschikking de voorkeur zodat de kandidaten met de hoogste score zeker aangesteld worden.
Als evaluatie en terugkoppeling zal twee keer per jaar op het HOC de strategische selectieplanning toegelicht worden.

3 3.3 4

Het komt voor dat kandidaten enkele maanden na het niet slagen voor een bepaalde selectie, zich opnieuw voor dezelfde selectie inschrijven. Op deze korte tijd kan een competentie zich echter niet ontwikkelen. Kandidaten worden daarom voor zes maanden geweerd om zich opnieuw in te schrijven voor selecties van dezelfde graad. Na afloop van de selectie kan de kandidaat feedback vragen en kan hij op basis hiervan werken aan de competenties die onvoldoende waren.
Hiermee wordt ook het retesting-effect vermeden. Wanneer iemand niet slaagt en meteen dezelfde of een soortgelijke test aflegt, dan bestaat de kans dat hij anders – en hoogstwaarschijnlijk beter – scoort omdat hij vertrouwd is met de vragen of type test. Na zes maanden is het retesting-effect al sterk afgenomen en kan een kandidaat deze testen opnieuw afleggen. Selor werkt ook op deze manier.
De duur voor het aanvragen van een vrijstelling wordt van twee naar drie jaar uitgebreid, omdat het competentieniveau gedurende deze periode hetzelfde blijft. Bij Selor is de vrijstelligstermijn eveneens drie jaar.

3 3.4 8 Naar aanleiding van het eenheidsstatuut werd de proeftijd afgeschaft. Hierdoor wordt er voor contractuele medewerkers geen officiële proeftijd meer opgestart. In het artikel wordt proeftijd daarom vervangen door ‘de eerste twaalf maanden van de tewerkstelling’.
4 4.3 6 De vervaltermijn vier maanden om een beroepscommissie af te ronden is een hakbijltermijn. Sommige personeelsleden zijn vragende partij om de beroepscommissie uit te stellen tot na hun ziekteperiode. Met deze wijziging is het mogelijk om de termijn voor het afronden van de beroepscommissie te verlengen bij beslissing van de stadssecretaris.
4 4.7 1 Werkervaringsklanten in een LDE en SINE- statuut werken op E-niveau. Zij zijn doelgroepmedewerkers en dat wil zeggen dat zij in hun activeringstraject moeten toegeleid worden naar het normaal economisch circuit. Met deze bepaling worden zij uitgesloten van de functionele loopbaan en hierdoor ontvangen zij na doorstroom naar het normaal economisch circuit binnen de stad een financiële incentive.
4 4.8 1 Meer en meer nemen personeelsleden deel aan een aanwervingsprocedure op een lagere graad en sommige personeelsleden vragen na slagen om ambtshalve te worden herplaatst om persoonlijke reden, omwille van een gunstigere regeling voor het salaris. Met deze aanpassing worden de rekenregels voor het salaris bij een ambtshalve herplaatsing en een nieuwe indiensttreding op een lagere graad, in afwijking van het BVR RPR, op elkaar afgestemd. Deze aanpassing sluit beter aan bij de realiteit en houdt rekening met opgebouwde anciënniteit(en). Dit sluit ook aan, gelet op de schaalgrootte van de groep Antwerpen, bij een veranderde arbeidsmarkt binnen de stad.
5 5.1.5 17 In artikel 190 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 is opgenomen dat deeltijds ziekteverlof voor drie maanden kan worden toegestaan met meerdere verlengingen van telkens maximum drie maanden. Hoewel deeltijdse werkhervatting sowieso een gunst is, wordt de visie van stad en OCMW toch vastgelegd dat dit hoogstens voor zes maanden kan toegekend worden. Bijkomende verlengingen zijn uitzonderlijk mogelijk.
5 5.3.2 3 Een medewerker die een volledig jaar werkt mag maximum 15 vakantiedagen overdragen en opnemen in één van de volgende jaren. Een medewerker die omwille van ziekte geen volledig jaar prestaties levert, zal ook pro rata minder vakantiedagen kunnen overdragen. Deze wijziging is conform met de Europese regelgeving over het recht op jaarlijkse vakantiedagen.
5 5.3.6 13 Voor medewerkerkers van de Brandweer Zone Antwerpen en van de afdeling pleinontwikkeling is de termijn om verlof voor opdracht te krijgen afgelopen. Deze worden daarom geschrapt.
Het verlof voor opdracht voor een betrekking op te nemen in het onderwijs, wordt verduidelijkt namelijk enkel voor het onderwijzend personeel, die betaald worden door het Vlaams Ministerie van Onderwijs.
5 5.3.10 21

Bij de invoering van het zorgkrediet werd verkeerdelijk ook de verwijzing naar de thematische verloven van loopbaanvermindering en -onderbreking geschrapt. Deze verwijzing wordt weer ingevoerd.
In artikel 22 zijn bepalingen opgenomen over palliatief verlof en bijstand/verzorging van een zwaar ziek familielid. Hierbij wordt vermeld dat de aanvraag voor dit type zorgkrediet met zes maanden uitgesteld kan worden. Dit uitstel is echter niet van toepassing op deze situatie. Dit wordt daarom geschrapt en aan artikel 22 toegevoegd waarin algemene bepalingen omtrent zorgkrediet zijn opgenomen.

6 6.1 2 De uitsluiting van meerekenbaarheid van beroepservaring voor werkervaringsklanten in een LDE-, SINE-statuut of startbaan cleanteam wordt uitgebreid voor met beroepservaring uit de openbare sector. Wanneer zij doorstromen naar het normaal economisch circuit, wordt dit wel toegekend. Zo krijgen zij een bijkomende financiële incentive om door te stromen naar het normaal economisch circuit.
6 6.2 5

Schrapping van een dubbele formulering.

6 6.2 8bis De 4B-toelage werd ingevoerd voor personeelsleden die toezichtstaken bij het eengemaakt toezicht van de bedrijfseenheid Samen Leven uitvoeren. Dit wordt echter zo niet gespecificeerd en is verwarrend. Er wordt daarom het woord eengemaakt toegevoegd. Pandtoezicht, lijntoezicht, buurttoezicht, brandtoezicht, handhavingstoezicht, milieu toezicht en financieel toezicht werden onder gebracht in het eengemaakt toezicht.
6 6.2 10 Voor de delegatie over de vastlegging van de rechtspositieregeling van de gemeenteraad naar het college, besliste het college elk jaar de uitvoeringsmodaliteiten van de functioneringstoelage. Met deze wijziging zullen de praktische uitvoeringsmodaliteiten in de toekomst vastgelegd worden door de stadssecretaris of de waarnemend secretaris van het OCMW.
6 6.4 21

De premie wordt bij voltijdse vormen van zorgkrediet aansluitend op een andere structurele verlofvorm, die uitgesloten is voor de ten laste neming van de hospitalisatieverzekering, en voor voltijds zorgkrediet voor opleiding niet ten laste genomen door de stad. Voor (voltijdse) opname van thematische vormen van zorgkrediet (palliatief verlof en bijstand zwaar ziek familielid), niet aansluitend op een uitgesloten structurele verlofvorm, wordt de premie voor de hospitalisatieverzekering wel voor hele de periode ten laste genomen.

6 6.4 24 Het college besliste op 28 april 2017 (jaarnummer 3968) om de fietsvergoeding te verhogen van 0,15 euro naar 0,23 euro met ingang van 1 juni 2017 als voorafname van volgend lokaal akkoord. Deze wijziging wordt ingevoegd.
12 12.2 -

De inwerkingtredingbepalingen werden ondergebracht in een meer overzichtelijke tabel. Volgende wijzigingen werden nog doorgevoerd:

  • toevoeging van jaarnummers bij besluiten;
  • techtzetting van een verwijzing naar een artikel;
  • een aanpassing van een datum van het college;
  • aanpassing van de datum van inwerkingtreding van de overgang van vooraf- naar achterafbetaling van het loon van statutaire medewerkers aangepast. De achterafbetaling van de statutaire medewerkers werd ingevoerd met de wijziging aan de RPR bij gemeenteraadbeslissing van 26 mei 2015 (jaarnummer 293) met ingang van 1 januari 2016, maar werd slechts uitgevoerd in mei 2016. De maand mei bood namelijk de mogelijkheid om de overgang naar achterafbetaling te combineren met uitbetaling vakantiegeld;
  • bij collegebesluit van 21 oktober 2016 (jaarnummer 9218) werd bepaald dat de 4B-toelage op 1 maart 2017 in werking trad. Omwille van een reorganisatie werd dit uitgesteld naar 1 mei 2017. De inwerkingtredingsdatum moet hieraan aangepast worden;
  • de inwerkingtreding van de verhoging van de fietsvergoeding van 0,15 euro en 0,23 euro, beslist bij collegebesluit van 28 april 2017 (jaarnummer 3968) met ingang van 1 juni wordt toegevoegd.
12 12.3

5§4

5§5

Volgens het oude verlofreglement is een betalende nevenactiviteit niet toegelaten tijdens het stelsel van vrijwillige vierdagenweek en het stelsel van halftijdse vervroegde uittreding. Omwille van duidelijkheid en transparantie wordt deze regel ook best in de huidige rechtspositieregeling ingeschreven.
12 12.3 5§7

Bij collegebesluit van 7 oktober 2016 (jaarnummer 8714) werd de mogelijkheid om verlof voor deeltijdse prestaties aan te vragen geschrapt. Deze wijziging trad pas op 1 januari 2017 in werking. Als alternatief kunnen de medewerkers sinds 1 april 2017 onbetaald verlof aanvragen.

12 12.3 9 Personeelsleden krijgen bij een inkanteling zoveel mogelijk behoud van loon en functie. Van zodra zij, na inkanteling, een functie op een andere graad invullen, zal hun loon terug aansluiten met de realiteit en krijgen zij met andere woorden een loon dat aansluit bij loon van een normale/volledige carrière bij de stad. Bij een bevordering wordt wel een loonbevriezing voorzien, indien zij naar aanleiding van een bevordering minder loon zouden krijgen.
13 - - Schrapping van generatiepact uit de definitie van werkervaringsklant. Naar aanleiding van de sluiting van de buitenschoolse kinderopvang worden er geen generatiepact’ers meer te werk gesteld bij de stad en het OCMW.
bijlage II - - In de tabel voor de afwezigheden en anciënniteiten wordt het zorgkrediet ingevoegd.

Juridische grond

De rechtspositieregeling van het stadspersoneel zoals goedgekeurd door het college op 24 februari 2017 (jaarnummer 1881).

Aanleiding en context

Met het besluit van 17 februari 2017 (jaarnummer 1563) voerde het college enkele wijzigingen aan de rechtspositieregeling door met betrekking tot de nieuwe regeling van onbetaald verlof. Kleine tekstuele aanpassingen werden hierin niet meegenomen. Daarnaast worden enkele nieuwe wijzigingen voorgelegd die de werking veranderen van het selectiecentrum, van de rekenregels bij ambtshalve herplaatsing, van het toestaan van progressieve werkhervatting en van de overdracht van verlofdagen bij ziekte.

Regelgeving: bevoegdheid

Op 26 september 2016 (jaarnummer 598) delegeerde de gemeenteraad de bevoegdheid tot vaststellen van de rechtspositieregeling aan het college.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt de wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Bijlagen

  • 20170609_bijlage_CBS.pdf