Terug

2017_CBS_05181 - Milieuvergunningen Vlarem klasse 2 - INVESTAR nv, Belgiëlei 49 - 53, 2018 Antwerpen. Dossiernummer MV2017/077/IB - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/06/2017 - 09:00 Collegezaal, stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Roel Verhaert, stadssecretaris

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Roel Verhaert, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2017_CBS_05181 - Milieuvergunningen Vlarem klasse 2 - INVESTAR nv, Belgiëlei 49 - 53, 2018 Antwerpen. Dossiernummer MV2017/077/IB - Goedkeuring 2017_CBS_05181 - Milieuvergunningen Vlarem klasse 2 - INVESTAR nv, Belgiëlei 49 - 53, 2018 Antwerpen. Dossiernummer MV2017/077/IB - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Het college beslist op basis van het verslag van de dienst milieuvergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd en sluit zich aan bij deze motivatie.

Juridische grond

Het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten (Vlarem I en II) bepalen dat niemand zonder vergunning of melding een hinderlijke inrichting mag exploiteren.

Aanleiding en context

Aanvrager: INVESTAR nv - Belgiëlei 49-53 - 2018 Antwerpen. De aanvraag omvat een kantoorgebouw en bijhorende inrichtingen.

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 36,4° van Vlarem I bepaalt dat het college een uitspraak dient te doen over een milieuvergunningsaanvraag klasse 2.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een milieuvergunning klasse 2 goed te keuren aan INVESTAR nv, Belgiëlei 49 - 53, 2018 Antwerpen, om op de percelen gelegen op hetzelfde adres een kantoorgebouw te exploiteren.

Artikel 2

Het college wijst erop dat de exploitant de algemene en sectorale voorwaarden dient na te leven.

Artikel 3

Het college beslist dat de exploitant de volgende standaard brandweervoorwaarden dient na te leven:

B1: onafhankelijk van de verplichtingen aan de houder van de milieuvergunning opgelegd via de vigerende milieureglementering alsmede via het milieuvergunningsbesluit, en onverminderd de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van brand, door de houder van de milieuvergunning te treffen in uitvoering van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden, dient de houder van de milieuvergunning reeds te voorzien in de hiernavermelde blusmiddelen voor eerste tussenkomst;

H1: muurhaspels met axiale voeding (conform NBN EN 671-1) aangesloten via een aangepaste leiding op de openbare waterbedeling of ander gelijkwaardig voedingssysteem, dienen op oordeelkundig gekozen plaatsen opgesteld zodanig dat elk punt van de inrichting kan bespoten worden. Hun aantal wordt zodanig bepaald dat de af te leggen afstand vanaf om het even welk punt tot het dichtst bijgelegen toestel niet meer bedraagt dan de lengte van de gebruikte haspels. De haspels dienen gevoed met een leiding onder druk zodanig dat het debiet bij de minst bedeelde haspel gelijk is aan of groter dan24 literper minuut. De leidingen voor bluswater dienen vervaardigd in staal of in een metaal dat minstens dezelfde waarborgen biedt. De geplaatste muurhaspels dienen voorzien van een vergrendeling derwijze dat men het afsluitmondstuk niet kan verwijderen zonder het openen van een handbediende afsluiter op de watertoevoer. De waterlevering moet te allen tijde, ook tijdens vorstperiode, gewaarborgd zijn;

S1: er dienen minstens twee snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur6 kgpoeder type ABC - gelijkmatig verdeeld over de inrichting, te worden aangebracht;

S23: snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur 6 kg poeder type ABC - dienen aangebracht bij elk punt of lokaal met verhoogd risico, zoals ondermeer pompen, compressoren, lasposten, belangrijke elektriciteitsborden, enzovoort. In de inrichting dienen minstens twee toestellen aanwezig te zijn. Er mogen nochtans gedeeltelijk mobiele bluseenheden of snelblustoestellen van een ander type aangewend worden op de plaatsen waar zij meer aangewezen zijn, voor zover de aangebrachte blusmiddelen minstens eenzelfde bluseenheid conform NBN EN 3-7 bezitten en evenwaardig zijn aan de bovenvermelde.

Artikel 4

Het college beslist dat de milieuvergunning ingaat op 9 juni 2017 voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.