Terug

2017_CBS_05344 - Duurzame stad - Lage-emissiezone Antwerpen. Reglement. Vervanging artikel 7.4 - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/06/2017 - 09:00 Collegezaal, stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Roel Verhaert, stadssecretaris

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Roel Verhaert, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2017_CBS_05344 - Duurzame stad - Lage-emissiezone Antwerpen. Reglement. Vervanging artikel 7.4 - Goedkeuring 2017_CBS_05344 - Duurzame stad - Lage-emissiezone Antwerpen. Reglement. Vervanging artikel 7.4 - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Argumentatie

De toegangsvoorwaarden tot de lage-emissiezone zijn geregeld in de Vlaamse regelgeving en de stedelijke reglementering op de lage-emissiezone. Met artikel 7.4 is beoogd om een sluitende procedure te voorzien voor gevallen waarin voertuigbestuurders die zich aan de lage-emissiezone willen houden toch door politie of stad doorheen de lage-emissiezone afgeleid worden. In die gevallen is het opleggen van een administratieve geldboete wegens overtreding van de stedelijke reglementering op de lage-emissiezone immers onbillijk.

Rampenbestrijding

Het toepassingsgebied van artikel 7.4 biedt echter geen oplossing voor een aantal gevallen waarin het opleggen van toegangsbeperkingen aan voertuigen ongewenst is, met name in het kader van een rampenplan.
Er zijn bepaalde interventievoertuigen zoals logistieke voertuigen noodzakelijk om de interventie te garanderen, maar die niet uitgerust zijn met prioritaire signalen en die niet beantwoorden aan de norm voor de lage-emissiezone. Toegangsbeperkingen kunnen daardoor de hulpverlening vertragen of belasten. Soms is het niet mogelijk om een voertuig te vernieuwen, bijvoorbeeld omdat voor de specifieke inzet, een specifiek voertuig noodzakelijk is. Het is ook mogelijk dat er vrijwilligers ingezet worden van organisaties zoals het Rode Kruis of Vlaamse Kruis op een plaats met specifieke omkadering voor de beheersing van een noodplan, of op het rampterrein, en die noodgedwongen ter plaatse komen met een niet-toegelaten motorvoertuig. Hun inzet is nochtans binnen de kortst mogelijke termijn noodzakelijk, zodat het tijdsverlies om over te stappen in een voertuig dat voldoet aan de normering van de lage-emissiezone niet te verantwoorden is. 

Het is niet de bedoeling dat door de invoering van de lage-emissiezone de hulpverlening in het kader van een rampenplan zou vertraagd of tegengegaan worden. Aan de andere kant mag een rampenplan geen vrijgeleide zijn om de regelgeving van de lage-emissiezone te omzeilen. Daarom is een objectivering van de noodsituatie en van degene die het attesteert van belang. Om die reden zijn met de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid volgende afspraken gemaakt.

  • Een operationele coördinatie of een administratieve fase op het grondgebied van de stad Antwerpen wordt steeds door het Hulpcentrum 100/112 van Antwerpen bevestigd. Dat betekent dat deze administratieve fase op basis van het radioverslag van het Hulpcenturm 100/112 indien noodzakelijk geobjectiveerd kan worden.
  • Elke gemeentelijke inzetoefening wordt besproken en vastgelegd in de gemeentelijke veiligheidscel. De burgemeester krijgt het verslag van de oefening. Dat betekent dat de rampenambtenaar kan bevestigen dat een gemeentelijke oefening binnen de lage-emissiezone doorgaat na akkoord van de gemeentelijke veiligheidscel.
  • Wanneer een monodisciplinair noodplan geactiveerd wordt, moet het disciplinehoofd hiermee akkoord zijn. Dat betekent dat het disciplinehoofd kan attesteren dat het plan geactiveerd werd. Voor de medische discipline is dat de federale gezondheidsinspecteur, voor de federale politie is dat de directeur-coördinator.
  • Een attest van de gebeurtenis waarvoor artikel 7.4 van het reglement lage-emissiezone Antwerpen ingeroepen wordt, zal binnen de week bezorgd worden. Naast een attest wordt een lijst bezorgd van de nummerplaten van de voertuigen die niet beantwoordden aan de vereisten van de lage-emissiezone en in het kader van het noodplan de lage-emissiezone binnengereden zijn.

De impact van de uitbreiding van het toepassingsgebied van artikel 7.4 van het reglement lage-emissiezone Antwerpen is beperkt.
In 2016 waren er in de provincie Antwerpen 28 gebeurtenissen waarbij een Medische Interventieplan werd afgekondigd. In 10 gevallen ging het om interventieplannen met volledige ontplooiing, dus inclusief de inzet van (vrijwillige) medewerkers van de kruisverenigingen. Het aantal operationele coördinaties en medische inzetten in de stad Antwerpen bedroeg 12, waarvan 6 (ook) in de lage-emissiezone. Daarnaast wordt in het kader van de voorbereiding van de noodplanning jaarlijks een 5-tal oefeningen met een uitgebreide inzet gespeeld, waarvan 2 tot 3 in het gebied van de lage-emissiezone.

Vereenvoudiging procedure

Artikel 7.4 bepaalt dat de burgemeester concreet zal beoordelen of gebeurtenissen als calamiteiten of bijzondere omstandigheden kunnen worden beschouwd in de zin van dit artikel. Bij de geobjectiveerde en geattesteerde situaties zoals bij rampenplanning is deze beoordeling een overbodige stap.

Ook bij het beoordelen van calamiteiten of bijzondere omstandigheden op de openbare weg (waarvoor artikel 7.4 in eerste instantie bedoeld was) kan de objectivering en attestering op een andere wijze gebeuren. In elk van deze gevallen kan de politie of de wegbeheerder die bevoegd of verantwoordelijk is voor het afleiden van verkeer van buiten de lage-emissiezone naar de lage-emissiezone de informatie rechtstreeks aan de LEZ-beheerder (Mobiliteit en Parkeren Antwerpen) en beboetingsambtenaren overmaken. Deze kunnen dan respectievelijk bij het toezicht op de naleving van het reglement en bij het opleggen van administratie geldboetes gebruik maken van deze informatie. Dit zorgt er voor dat de bijkomende stap van beoordeling door de burgemeester vervalt en de termijnen waarbinnen verslag van vaststelling en opleggen van adminstratieve geldboete gemakkelijker gerespecteerd kunnen worden. 

Juridische grond

Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen. Dit Koninkijk Besluit omvat zowel de fasering bij de inzet als de rampoefeningen. De operationele coördinatie is geregeld via de omzendbrieven die het Koninklijk Besluit uitleggen. De monodisciplinaire plannen staan vermeld in artikel 4 van het Koninklijk Besluit. Voor de medische discipline zijn er twee monodisciplinaire plannen, die in het Belgisch Staatsblad verschenen zijn en over het algemeen samen worden afgekondigd. Daarbuiten bestaat er ook een politioneel interventieplan en een informatie interventieplan.

Ministeriële omzendbrief van 14 december 200909 betreffende het Medisch Interventieplan

Ministeriële omzendbrief van 27 juni 2016 betreffende het Psychosociaal Interventieplan (PSIP), tweede luik van het monodisciplinair interventieplan voor discipline 2.

Aanleiding en context

Op 27 juni 2016 (jaarnummer 398) keurde de gemeenteraad het reglement lage-emissiezone Antwerpen goed. In dezelfde zitting (jaarnummer 402) keurde de gemeenteraad ook het retributiereglement lage-emissiezone Antwerpen goed.

Artikel 7.4 van het reglement lage-emissiezone Antwerpen bepaalt welke procedure gevolgd wordt in geval van calamiteiten of bijzondere omstandigheden op de openbare weg buiten de lage-emissiezone. Voluit luidt de tekst als volgt:
"Artikel 7.4 Calamiteiten en bijzondere omstandigheden
Indien er zich calamiteiten of bijzondere omstandigheden voordoen op de openbare weg buiten de lafge-emissiezone en er ten gevolge van deze calamiteiten of bijzondere omstandigheden door de politie of door de stad Antwerpen beslist wordt om het doorgaand verkeer (verplicht) af te leiden via de lage-emissiezone, zullen de niet-toegelaten motorvoertuigen (voor zover zij enkel de aangeduide weg volgen en zich niet verder in de lage-emissiezone begeven) geen administratieve geldboete verschuldigd zijn. De burgemeester zal concreet beoordelen of gebeurtenissen op de openbare weg als calamiteiten of bijzondere omstandigheden kunnen worden beschouwd in de zin van dit artikel."

De huidige formulering van artikel 7.4 is op twee punten onvolkomen.

  • Het toepassingsgebied is te beperkt omdat het enkel melding maakt van calamiteiten of bijzondere omstandigheden buiten de lage-emissiezone. Medische noodplanning en rampenbestrijding binnen de lage-emissiezone, waarvoor elke toegangsbeperking van eender welk voertuig dat daarvoor noodzakelijk is, onwenselijk is, zijn niet meegenomen in het reglement.
  • Daarnaast kan de beschreven procedure, waarbij de beoordeling van de concrete situatie aan de burgemeester toevertrouwd wordt, vereenvoudigd worden. 

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 42 § 3 van het Gemeentedecreet: “De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast”.

Beleidsdoelstellingen

Antwerpen is een duurzame stad
De ecologische duurzaamheidsambities zijn maximaal gerealiseerd met het oog op een hoge levenskwaliteit voor iedereen en economische waardecreatie
Hinderlijke lucht- en geluidsemissies zijn beperkt en de blootstelling van bewoners wordt maximaal voorkomen
1 - Woonstad
Antwerpen is een duurzame stad

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen legt het volgende voor aan de gemeenteraad:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt goed dat artikel 7.4 van het reglement lage-emissiezone Antwerpen wordt vervangen als volgt:

"Artikel 7.4 Calamiteiten en bijzondere omstandigheden
Indien er zich calamiteiten of bijzondere omstandigheden voordoen en er ten gevolge hiervan niet-toegelaten voertuigen de lage-emissiezone betreden, zullen deze geen administratieve geldboete verschuldigd zijn. De calamiteiten en bijzondere omstandigheden die beschouwd kunnen worden in de zin van dit artikel zijn:

  • een operationele coördinatie of een administratieve fase die in het kader van het Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen afgekondigd wordt; 
  • een gemeentelijke, provinciale of federale inzetoefening die in het kader van hetzelfde Koninklijk Besluit op het grondgebied van de stad Antwerpen binnen de lage-emissiezone doorgaat en in de gemeentelijke veiligheidscel afgesproken werd;
  • een monodisciplinair noodplan van een discipline dat conform hetzelfde Koninklijk Besluit geactiveerd wordt en waarvoor voertuigen zich binnen het kader van het afgekondigde noodplan in de lage-emissiezone moeten begeven;
  • een verkeersgeleiding of wegomleiding die door politie of wegbeheerder wordt opgelegd en waardoor doorgaand verkeer van buiten de lage-emissiezone verplicht afgeleid wordt via de lage-emissiezone;
  • een evenement waarbij niet-toegelaten voertuigen zich onder begeleiding van de politie doorheen de lage-emissiezone verplaatsen.

De calamiteiten of bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in dit artikel worden uiterlijk binnen de week na de dag waarop de gebeurtenis zich voordeed door de verantwoordelijke instantie gemeld aan de LEZ-beheerder en aan de beboetingsambtenaar. Bijkomend wordt naargelang de situatie binnen dezelfde termijn:

  • de inzet van niet-toegelaten voertuigen in het kader van een noodplan geattesteerd door het hoofd van de discipline die het monodisciplinair noodplan opstartte;
  • na de activatie van de operationele coördinatie, de fase of de oefening een lijst van de nummerplaten van de niet-toegelaten motorvoertuigen die omwille van de interventie de lage-emissiezone binnenreden door de rampenambtenaar van de stad Antwerpen bezorgd. In het geval van een monodisciplinair plan wordt deze lijst door het disciplinehoofd overgemaakt;
  • door de politie een lijst bezorgd van de nummerplaten van niet-toegelaten voertuigen die zich in het kader van het evenement onder begeleiding van de politie doorheen de lage-emissiezone verplaatst hebben."

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Bijlagen

  • 20170626_Gemeentelijk_reglement_LEZ_gecoordineerd.pdf
  • Bijlage_1_LEZ_afbakening_GR.pdf
  • Bijlage_2_LEZ_overzicht_bewijsstukken.pdf
  • 20170626_Gemeentelijk_reglement_LEZ_aanpassing_zichtbaar.pdf