Inhoud van de aanvraag
Bestaande toestand
Relevante voorgeschiedenis
Op 28 oktober 2016 (jaarnummer 2016_CBS_09377) besliste het college van burgemeester en schepenen om de circulatie- en inrichtingsprincipes voor de Waalse- en Vlaamsekaai goed te keuren als basis voor verdere uitwerking in het ontwerp voor heraanleg van de bovengrond.
Door studiebureau Antea werd in opdracht van de stad Antwerpen een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de MER-plicht ingediend (december 2016 en geactualiseerd op 13 februari 2017).
Procedureverloop
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 20 april 2017 |
Opening openbaar onderzoek | 3 mei 2017 |
Afsluiten openbaar onderzoek | 2 juni 2017 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | 26 juni 2017 |
Adviezen
Zie bijlage Adviezen.
Toetsing voorschriften
Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gedeeltelijk gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, gedeeltelijk in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gedeeltelijk gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, gedeeltelijk in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestplan. Er werd overeenkomstig artikel 4.4.7.§2 van de VCRO en artikel 3.§2 ,van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 omtrent de handelingen van algemeen belang een afwijking gevraagd op de voorschriften van het gewestplan.
Het goed is gedeeltelijk gelegen binnen de grenzen van het bijzonder plan van aanleg BPA Antwerpen-Zuid-aan de leien, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 december 1985. Volgens dit bijzonder plan van aanleg ligt het goed in zone A voor woningen en in de zone openbare weg.
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het bijzonder plan van aanleg. Er werd overeenkomstig artikel 4.4.7.§2 van de VCRO en artikel 3.§2 ,van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 omtrent de handelingen van algemeen belang een afwijking gevraagd op de voorschriften van het bijzonder plan van aanleg.
Het goed is gedeeltelijk gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "Binnenstad", goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een zone voor publiek domein - (pu).
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Er werd overeenkomstig artikel 4.4.7.§2 van de VCRO en artikel 3.§2 ,van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 omtrent de handelingen van algemeen belang een afwijking gevraagd op de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gedeeltelijk gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een zone voor publiek domein (pu2).
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Algemene bouwverordening
Voetgangersverkeer: Het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer.
De aanvraag werd getoetst aan de verordening inzake wegen en voetgangersverkeer. Het ontwerp voldoet hieraan.
Omzendbrief
Voetgangersverkeer: De omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Bouwcode: De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014, goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014 en van kracht sinds 25 oktober 2014.
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van de bouwcode. Het ontwerp wijkt af op de volgende punten:
Omgevingstoets
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming parkgebied en woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde van het gewestplan, zone A voor woningen van bij bijzonder plan van aanleg Antwerpen-Zuid-aan de leien en zone voor publiek domein van ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad.
Op basis van artikel 4.4.7.§2 van de VCRO en artikel 3.§2 ,van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 omtrent de handelingen van algemeen belang en de motivatie die werd aangebracht naar aanleiding van de projectvergadering (30 september 2016) kan de voorgestelde aanleg van de publieke parking in de zone voor publiek domein beoordeeld worden als een handeling van algemeen belang met beperkte ruimtelijke impact. De afwijking van het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt bijgevolg gunstig geadviseerd.
Het ontwerp wijkt af van de bouwcode op volgende artikels:
Functionele inpasbaarheid
Het ondergronds brengen van de parkeerplaatsen op de Gedempte Zuiderdokken kadert in de volledige reorganisatie van het zuidelijk parkeeraanbod op de Scheldekaaien en de Zuiderdokken waarbij beide parkings aantakken op de parkeerroute rondom de binnenstad op de assen Kaaien - Leien.
Door het ondergronds brengen van de parkeerplaatsen ontstaat de opportuniteit een grote groene, kwalitatieve inrichting van het openbaar domein te realiseren.
Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)
Parkeerparagraaf niet van toepassing
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag de bouw van ondergrondse parkeergarages en de heraanleg van straten betreft.
De ondergrondse parkings hebben volgende capaciteit:
De voorziene capaciteit op het maaiveld, en binnen het bouwproject Zillion, in rekening gebracht, zal de parkeerbalans voor de parkeerzones op de Gedempte Zuiderdokken en het Justitiepaleis nagenoeg status quo blijven ten opzichte van de huidige toestand (2281 parkeerplaatsen huidige toestand – 2263 parkeerplaatsen toekomstige capaciteit).
In het kader van voorliggende aanvraag werd advies gevraagd aan de dienst Mobiliteit. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“Mobiliteit en Parkeren Antwerpen heeft het ontwerpproces voor de parkings en de omgevingsaanleg Zuiderdokken volledig opgevolgd en gecoördineerd, en adviseert de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning gunstig.
Voortschrijdend inzicht vraagt echter volgende aanpassingen aan de plannen:
Deze aanpassingen worden opgenomen als voorwaarde in het advies:
Visueel-vormelijke elementen
Met de geplande werken, en de voorziene aanleg van de bovenbouw, waarvoor in een latere fase een vergunningsaanvraag zal worden ingediend, verbetert de beeldkwaliteit van de Gedempte Zuiderdokken aanzienlijk.
Om de visueel-vormelijke aspecten van het voorgestelde project te beoordelen werd advies gevraagd aan de welstandscommissie. Op 13 januari 2017 bracht de welstandscommissie een gunstig advies uit. Met voorliggende aanvraag wordt tevens voldaan aan de opmerkingen die werden geformuleerd met betrekking tot de signalisatie van de parkeervolumes (afstemming en integratie in de architectuur) en de afwerking van de daken van de trappenhuizen (in staalplaat met dezelfde kleurstelling).
Enkel die bomen die noodzakelijk zijn voor het realiseren van beide parkings en de aanleg van een werfzone worden gerooid.
De Van der Sweepstraat, Namenstraat, Verviersstraat en Gentplaats worden heraangelegd. De voetpaden worden uitgevoerd met grijze betontegels, de fietspaden met rood asfalt, de parkeerstroken met straatkeien en de rijweg met asfalt. De verkeersplateaus worden uitgevoerd met zwarte betonstraatstenen.
In de Van der Sweepstraat, ter hoogte van de Gedempte Zuiderdokken worden andere materialen gebruikt namelijk natuursteen voor de voetpaden en gewassen beton voor de rijweg.
Op de Waalsekaai worden twee hellingen in de weg gemaakt om de ondergrondse parking bereikbaar te maken voor auto’s. In de Wapenstraat en Verviersstraat wordt telkens een helling gemaakt die de auto’s de mogelijkheid geeft om de parkings te verlaten.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien de aanvraag is gelegen in een Vastgestelde Archeologische Zone werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Archeologie. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“Het geplande bouwproject is gelegen in een Vastgestelde Archeologische Zone, met name de historische stadskern van Antwerpen. Het bouwproject valt onder de randvoorwaarden voor de opmaak van een verplichte archeologienota bij het indienen van een bouwaanvraag volgens art. 5.4.1. 2° van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
Voor de realisatie van de parkings Steendok en Kooldok werd door de stedelijke dienst archeologie een archeologienota (nr.1405) ingediend op 15 december 2016, die door het agentschap Onroerend Erfgoed werd bekrachtigd. Het programma van maatregelen uit deze nota legt een archeologische begeleiding op van de werken.
Voor de aanleg van buurtvoorziening Gedempte Zuiderdokken werd door de stedelijke dienst archeologie op 17 februari 2017 een archeologienota (nr.2181) ingediend, door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd. Uit het bureauonderzoek blijkt dat geen verder archeologisch onderzoek moet worden opgelegd.
Voor de heraanleg van de straten ter hoogte van de Gedempte Zuiderdokken werd door de stedelijke dienst archeologie op 4 april 2017 een archeologienota (nr. 2781) ingediend, door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd. Uit deze nota blijkt dat voor de bovengrondse aanleg geen begeleiding van de werken vereist is.
Voorwaarde:
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In het kader van voorliggend aanvraag werd ook advies gevraagd aan de verkeerspolitie. Het antwoord is voorwaardelijk gunstig:
De voorwaarden in het advies van de verkeerspolitie worden ongewijzigd overgenomen in het advies gezien:
De milieudienst geeft een gunstig advies en geeft nog volgende aanbeveling mee:
“Bij de voorbereidingen voor de bronbemaling en het uitvoeren van de bemalingsstudie dient voldoende aandacht uit te gaan naar het uitwerken van alternatieven voor het lozen van het bemalingswater op de openbare riolering.
In eerste instantie dient gedacht te worden aan herinfiltratie in de ondergrond. In tweede instantie kan een lozing naar de Schelde via de ruien bekeken worden.”
In de Van der Sweepstraat, ter hoogte van de Gedempte Zuiderdokken ligt een perceel dat gedeeltelijk als weg wordt heraangelegd bij het openbaar domein. Er worden echter geen gronden overgedragen of rooilijnen gewijzigd.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning werd openbaar gemaakt van 3 mei 2017 tot 2 juni 2017. Het proces-verbaal van openbaar onderzoek werd opgesteld op datum van 6 juni 2017. De procedure is uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van voornoemd besluit inzake de openbaarmaking. Er werden 31 bezwaarschriften ingediend. De bespreking ervan is bijgevoegd als bijlage (Bespreking bezwaarschriften).
Er werd een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend bij het Departement Ruimte Vlaanderen, afdeling Antwerpen, in toepassing van de bijzondere procedure van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar verzoekt het college om:
Aanvrager: Stad Antwerpen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen en Q-PARK BELGIUM nv, Belgicastraat 3 bus 6, 1930 Zaventem
Ligging van het perceel: Van der Sweepstraat ZN, 2000 Antwerpen en Waalsekaai ZN, 2000 Antwerpen
Kadastrale gegevens: (afd. 11) sectie L en (afd. 11) sectie L 3929/2
De aanvraag omvat: bouwen van de parking Steendok en Kooldok aan de Waalsekaai en heraanleggen van de Van der Sweepstraat, Namenstraat en Verviersstraat
Datum ontvangst adviesvraag: 20 april 2017
Dossiernummer: 2017852
Dossiernummer Ruimte Vlaanderen: 8.00/11002/11585.2
Artikel 4.2.25. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat indien de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en het vergunningverlenende bestuursorgaan oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, dan neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen, alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.
Het college stelt aan de gemeenteraad voor om kennis te nemen van het aanvraagdossier en inzonderheid volgende plannen:
Het college stelt aan de gemeenteraad voor om de bezwaren vermeld onder de punten 11 en 13 als gegrond te aanvaarden en hiervoor milderende maatregelen op te leggen in de vergunning en de overige bezwaren die betrekking hebben op de 'zaak van de wegen' als ongegrond te verwerpen.
Het college legt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor om zijn goedkeuring te hechten aan: