Na de verspreiding van de projectoproep binnen de stad, hebben de bedrijfseenheid Stadsontwikkeling en Stedelijk Onderwijs (AG SO) laten weten projecten te willen indienen. Bovendien zal Aquafin een project indienen, dat door de stad gesteund kan worden. Op die manier zullen er in het kader van de oproep 'proeftuinen voor ontharding' in Antwerpen zes projecten ingediend worden waarbij de stad Antwerpen betrokken is. Hieronder worden de projectvoorstellen beschreven.
1. De robuuste klimaatstraat: systemische verandering en nieuwe coalities in stedelijke planning en uitvoering:
De klimaatscenario’s, het hemelwaterplan en het waterplan in opmaak brengen de onthardingsuitdaging voor de stad Antwerpen in kaart. Ervaringen met de Stadslab2050-projecten Klimaatrobuust Sint-Andries en tuinstraten leren dat een systeemverandering nodig is om een robuuste stedelijke infrastructuur te bekomen. De stad kiest voor maximaal inzetten op blauw-groene oplossingen bovengronds, eerder dan investeren in grijze infrastructuur ondergronds. Ontharden en vergroenen op publiek en privaat domein zijn noodzakelijk om een gezonde, leefbare klimaatrobuuste stad te maken. Hiervoor is een sterke coalitie nodig: zowel intern stedelijk, met belangrijke institutionele partners als Aquafin/Waterlink, maar ook met burgers, bedrijven en andere organisaties.
De stad Antwerpen wil samen met strategische partners een nieuwe werkwijze voor het ontwerpen, uitvoeren en beheren van het openbaar domein ontwikkelen die maximale ontharding en vergroening vooropstelt. Het project is een uniek en noodzakelijk samenwerkingsverband tussen stad Antwerpen (en de districten), Aquafin en Waterlink. Binnen de drie organisaties moeten verschillende afdelingen planners, uitvoerders, beheer- en onderhoudsdiensten samenwerken. Starre procedures voor bevoegdheden, werkverdeling en budgetten zijn vaak drempels die een slimme, geïntegreerde oplossing die maximaal onthardt en vergroent, tegenhouden.
Vanuit een integrale aanpak voor de klimaat-uitdaging en in het bijzonder optimale wateroplossing zet de stad eveneens in op het semi-publieke en private domein verbonden aan het te heraanleggen publiek domein. Deze nieuwe aanpak werkt systemisch om op wijkniveau te ontharden en vergroenen. Binnen dit project wordt gewerkt aan een nieuwe aanpak en zullen ook enkele eerste pilootprojecten opgestart worden.
2. Financieringsmodellen ontharding:
De stad Antwerpen wil samen met partners als Waterlink en Aquafin, maar ook bewoners, bedrijven, scholen en andere organisaties in de stad werken aan het ontharden en klimaatrobuust maken van de stad. Door de hoge verhardingsgraad krijgt regenwater nog nauwelijks de kans om in de bodem te dringen, met wateroverlast én bodemverdroging tot gevolg. Door de klimaatverandering zullen deze problemen nog toenemen. Enkel inzetten op vergroting van de rioolcapaciteit is niet verstandig en duur, maar ook vaak niet toereikend. Het adaptatiebeleid van de stad zet daarom in op ontharden én vergroenen en gebruikt deze subsidie-opportuniteit om onthardingsmaatregelen te financieren door in te zetten op coalitievorming. Er wordt onderzocht hoe de bestaande publieke en private financiering elkaar kan versterken. De stad Antwerpen en Aquafin zullen budgetten en premiestelsels beter op elkaar afstemmen en ook samenwerken in de advisering over een onverharde groene klimaatvriendelijke inrichting van publieke, semi-publieke en private ruimte.
De huidige financieringsmodellen van zowel aanleg openbaar domein als voor het stimuleren van ontharding (stedelijke premie groendaken of natuurspeelplaatsen of afkoppelingspremie Aquafin bijvoorbeeld) van privaat domein zijn niet toereikend om een waterrobuuste stad te realiseren. Er is ervaring opgebouwd met innovatieve stadslabprojecten en hierop willen we voortwerken. Om slimme milieumaatregelen en ontharding te financieren zijn nieuwe samenwerkingen (publiek-privaat) en innovatieve financieringsinstrumenten (bijvoorbeeld pay for performance) nodig. De stad Antwerpen en Aquafin willen hierin voorloper zijn in Vlaanderen en gaan actief op zoek naar goede voorbeelden uit het buitenland die ook in Antwerpen kunnen werken. We testen nieuwe manieren om kosten, opbrengsten en besparingen slimmer met elkaar te verbinden. Eerste pilootprojecten zullen worden uitgerold in Antwerpen. Financieringsmodellen worden gedemonstreerd voor zowel generieke stadsbrede oplossingen als voor maatwerkoplossingen in bepaalde knelpuntgebieden in de stad.
3. Groene sproeten Deurne:
De buurt Kronenburg in Deurne-Noord kenmerkt zich door een hoge bebouwingsdichtheid met een bijhorende hoge bevolkingsdichtheid. Er is een groot tekort aan groene, open ruimte en speelterreinen, in een gebied dat daarenboven sterk watergevoelig is. De stad Antwerpen en het district Deurne gaan actief op zoek naar opportuniteiten om op korte termijn groene plekken - “groene sproeten” - te realiseren. Deze groene sproeten dragen bij tot een aangenamere woon- en leefomgeving.
Na buurtonderzoek bleek een houthandel gevestigd op de hoek van de Ten Nessestraat en de Van Amstelstraat zijn activiteiten te willen stopzetten. Op 4 mei 2017 kocht de stad Antwerpen het eigendom aan. De percelen hebben een totale oppervlakte van 1.973m² en zijn volledig bebouwd en verhard. In de zomer 2018 werd reeds inspraak georganiseerd over het ontwerp-inrichtingsplan. In het najaar 2018 worden de constructies en alle verhardingen gesloopt, uitgezonderd het pand aan de Van Cortbeemdelei, dat nog verhuurd wordt. In januari 2019 volgt goedkeuring van het definitief ontwerp van de groene sproet. De oplevering van het project wordt voorzien in december 2019.
Deze nieuwe groene sproet is vandaag beperkt door de eigendomsgrenzen van het aangekochte goed en kan nog versterkt worden door bijkomende onthardingsingrepen.
Het ontwerp beperkt zich nu tot de grenzen van het kadastrale perceel. Aan de zijde van de Ten Nessestraat kan verder onderzocht worden op welke manier het bestaande openbaar domein geheel of gedeeltelijk deel kan uitmaken van de groene sproet. Kleine of grotere ingrepen zijn hier mogelijk om de groene sproet meer zichtbaar te maken in het straatbeeld en de buurt.
Daarnaast is het, gegeven de huidige morfologie en de perceelsbreedte van het pand aan de Van Cortbeemdelei 56, niet mogelijk een kwalitatieve en veilige doorgang te realiseren. Daarom wordt in het huidig ontwerp gekozen om in het binnengebied voorlopig een semi-publieke, maar afgesloten open ruimte te realiseren. Ontwerpend onderzoek wees echter uit dat doorwaadbaarheid van de groene sproet via de Van Cortbeemdelei het bereik van de groene sproet in de wijk sterk verhoogt. Verder onderzoek, zowel ruimtelijk als financieel, moet uitwijzen of bijvoorbeeld naastgelegen panden kunnen ingezet worden om de toegang te verbreden. Zo kunnen bijkomende gronden ook deels of geheel onthard worden om de toegang via de Van Cortbeemdelei op een kwalitatieve manier open te stellen.
Het project ‘Het Apeneiland’ omvat de heraanleg van de speelplaats van de stedelijke basisschool Het Baronneke (Baron Leroystraat, 2100 Deurne). De aanleiding van het project is een dringende renovatie omwille van technische redenen zoals problemen met de afwatering. De doelstelling van de school, die ook kadert in de visie van het AG Stedelijk Onderwijs, is het creëren van een groene natuurlijke speelplaats waar leerlingen de vele aspecten van de natuur direct kunnen voelen, ruiken, proeven en zien. Aanvullend dient er onder andere rekening gehouden te worden met het gebruik van de schoolgebouwen door derden na de schooluren en de vraag naar meer fietsenstalling en bergruimte. Dit alles op een totale oppervlakte van 2.200m² waar dagelijks een 500 leerlingen spelen in een volledig door gebouwen omsloten complex.
Er is ontwerp uitgewerkt dat deze visie niet enkel weerspiegelt maar op vlak van maatschappelijke ambities – zoals biodiversiteit, waterberging, duurzame mobiliteit – nog een stap verder gaat. Zo wordt 800m² van de bestaande 2.000m² verharding vergroend naar een speellandschap met voornamelijk inheemse bomen, struiken en kruidachtigen. De gelaagdheid in de beplanting levert een natuurrijke en bloeirijke plek op, niet enkel voor de leerlingen en leerkrachten, maar ook voor fauna. De resterende verharde ruimte wordt via speelgootjes in de verharding afgevoerd naar een drietal wadi’s. Deze wadi’s zijn uitgewerkt als grindmoeras met de bijbehorende moerasplanten of als grindgazon waar nog op gespeeld kan worden. De vernieuwing van de riolering wordt aangegrepen om het water van de dakoppervlakten op te vangen in regenwaterputten en te gebruiken als spoelwater voor de toiletten en de bewatering van de groenzones.
5. Louizastraat - ontharding speelplaats stedelijke basisschool Via Louiza:
Dit project omvat de heraanleg van de bestaande speelplaats van 550 m² op de begane grond en de realisatie van een nieuwe speelplaats van 260 m² op een bestaand plat dak. De uitbreiding van de speelruimte is noodzakelijk omwille van de toename van het aantal leerlingen.
Bij de heraanleg van de speelplaats op de begane grond wordt ingezet op een sterke vergroening. Er worden nieuwe bomen aangeplant en grote plantvakken voorzien met een gevarieerde beplanting. Waar mogelijk wordt er gewerkt met waterdoorlatende materialen. Zo wordt de valdemping onder de speeltoestellen voorzien in houtschors. De volledige riolering onder de speelplaats wordt vernieuwd. Hierbij wordt er een ruim gedimensioneerde regenwaterput geplaatst voor de opvang en buffering van hemelwater. Het hemelwater wordt gebruikt voor de spoeling van de toiletten en besproeiing van de groene zones.
Het plat dak op de 3de verdieping wordt omgevormd tot een speelplaats, met een luifel en verschillende groenzones. Een gedeelte van het groendak wordt ingericht als moestuin. De leerlingen die veelal opgroeien in een stedelijke context krijgen hierdoor de kans om te stadstuinieren. Aan de straatzijde wordt een groene buffer geplaatst die de omliggende woningen zal beschermen tegen inkijk en geluidshinder. Het groen is zichtbaar vanop straat en zorgt voor een grote meerwaarde in het straatbeeld.
Er wordt in totaal 210 m² oppervlakte onthard. Na de werken zullen de speelzones, het gelijkvloers en het dak samen, voor 31% onthard zijn (254 m² niet verhard tegenover 560 m² verhard, in de bestaande/huidige toestand is dit 7,75% niet verhard tegenover 92,25% verhard).
6. Drempels wegwerken en testen van concrete maatregelen uit hemelwaterplan:
Ter informatie wordt hier ook een onthardingsproject opgenomen dat zal worden ingediend door Aquafin. Met het project zullen concrete maatregelen uit het hemelwaterplan getest worden in een reële stedelijke context. Het doel is de onzekerheid over de technische mogelijkheden en de gevolgen van deze maatregelen voor beheer en onderhoud weg te nemen. Dit zal gebeuren aan hand van tests op publiek en privaat terrein (eventueel in de klimaatstraten) op het vlak van beheer en onderhoud.
Aquafin zal hiervoor nieuwe partnerschappen aangaan met onder andere Waterlink en diensten van de stad en de districten, maar ook met derde partijen en bewoners.
De projectvoorstellen zullen verder uitgewerkt worden en ingediend worden via de website van het departement Omgeving tegen de deadline van 9 november 2018. De dienst strategische coördinatie / fondsen zal de indiening verder begeleiden.
Voor de projecten die door de stad Antwerpen worden ingediend (projecten 1 tot 3) moet er een verklaring op eer worden ondertekend waarin bevestigd wordt dat de ontharde bestemming voor minimum 10 jaar behouden blijft.
Eind september 2018 werd de Vlaamse oproep 'Proeftuinen voor ontharding’ gelanceerd door het departement Omgeving. Met de subsidie voor onthardingsprojecten wil de Vlaamse regering verschillende proeftuinen opstarten. Dit moet niet enkel leiden tot concrete onthardingen op het terrein, maar ook tot kennisopbouw en kennisdeling. Het kan gaan om concrete pilootprojecten waarbij op het terrein een kleine of grote oppervlakte onthard wordt of om experimentele processen van visievorming op ontharding in een ruimer gebied. De proeftuinen vertrekken vanuit een realisatiegerichte benadering: doel is om impact te hebben op het terrein. Gebruikers en beheerders van de ruimte nemen zelf het initiatief. De Vlaamse overheid ondersteunt met subsidiemiddelen, begeleiding en communicatie.
Een project past binnen de doelstellingen van de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Het draagt bij aan een omslag in ruimtegebruik. De projecten stimuleren de transformatie van ruimtes die reeds verhard zijn en/of een harde bestemming hebben, en gaan zo verdere verharding tegen in het licht van de grotere maatschappelijke uitdagingen op het vlak van klimaat, demografie, mobiliteit of energie.
Deadline, subsidiebedrag en voorwaarden:
Er kunnen drie types van onthardingsprojecten ingediend worden:
Ingediende projecten zullen door een jury, bestaande uit leden van het departement Omgeving, externe experten en ervaringsdeskundigen, beoordeeld worden op basis van deze beoordelingscriteria:
Bij gelijkwaardige voorstellen en/of onvoldoende middelen worden bovendien deze bijkomende criteria in aanmerking genomen:
De projectoproep richt zich op lokale overheden, verenigingen en organisaties. Elke organisatie (stad, OCMW, autonoom gemeentebedrijf, bedrijf, vzw ...) kan maximaal 3 projecten indienen. De dienst Strategische Coördinatie / fondsen verspreidde de oproep binnen de stad op 1 oktober 2018 met het oog op de coördinatie van de indiening.
Voor de projecten die door de stad Antwerpen ingediend worden, zullen de uitgaven en ontvangsten van goedgekeurde projecten gekoppeld worden aan een subsidiefiche, nadat de beslissing bekend is gemaakt.
Het college neemt kennis van de projectvoorstellen die zullen ingediend worden in het kader van de oproep 'proeftuinen voor ontharding' waarbij de stad Antwerpen betrokken is.
Het college keurt de indiening van de drie projectvoorstellen van de stad Antwerpen, namelijk 'De robuuste klimaatstraat', 'Financieringsmodellen ontharding' en 'Groene sproeten Deurne' goed en ondertekent hiertoe de verklaring op eer met betrekking tot het behoud van de bestemming.