Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018098643 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Elke Speelman en Steven Van Besien met als contactadres Floraliënlaan 48 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Prins Boudewijnlaan 72 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 42 sectie B nr. 366M3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
herindelen en functiewijziging van de tandartsenpraktijk op de gelijkvloerse- en eerste verdieping |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 15/22/2006: vergunning ( 20062395) vervangen van een bestaande gevelreclame;
- 13/04/1964: vergunning (19648140) voor het plaatsen van lichtreclame;
- 03/07/1963: vergunning (222#126) voor het bouwen van appartementsgebouw met bankagentschap.
Laatst vergunde toestand
- half open meergezinswoning van 5 bouwlagen onder een plat dak;
- op de eerste-, tweede-, derde- en vierde verdieping bevindt zich telkens één appartement;
- op de gelijkvloerse verdieping is een bankkantoor gelegen;
- achteraan het terrein zijn een aantal autogarages vergund.
Bestaande toestand
- op het gelijkvloers en de eerste verdieping bevindt zich een tandartsenpraktijk;
- de tuinzone werd volledig verhard in functie van parkeerplaatsen van het bankkantoor/tandartsenpraktijk.
Inhoud van de aanvraag
- functiewijziging van de eerste verdieping van wonen naar een tandartsenpraktijk;
- de indeling van de gelijkvloerse verdieping werd aangepast van bankkantoor naar tandartsenpraktijk;
- de eerste verdieping krijgt een nieuwe intern indeling: labo, berging 1 en 2, bureel en praktijkruimte 1,2 en 3;
- de voor-, achter en zijgevel blijven ongewijzigd;
- de appartementen op de tweede, derde en vierde verdieping blijven ongewijzigd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het vergroenen en ontharden van de buitenruimte is een beleidsdoelstelling die nagestreefd wordt door het beleid.
Dit geldt echter ook voor het voorzien van voldoende parking op eigen terrein.
In dit geval betreft de aanvraag de omvorming van een kantoor naar dokterspraktijk over het gelijkvloers en eerste verdiep.
Voor deze functie is geen gebruik van een tuinzone noodzakelijk.
In dit geval kan voor deze functie een deel van de tuinzone gebruikt worden voor de aanleg van een parking.
Als in de toekomst terug een woonfunctie op het gelijkvloers komt, is het logisch dat de achtertuin terug aangelegd wordt als tuinzone.
De huidige aanleg is zonder vergunning gebeurd en is tevens naar vergroening en materialisatie niet aanvaardbaar.
Daarom wordt in voorwaarde opgelegd dat de parkeerplaatsen in grasdals aangelegd moeten worden.
De afscheidingen van de parking ter plaatse van de oprit en scheimuur dienen met levende groene hagen aangeplant te worden.
In de voor- en achteruin dient de zone tussen de fietsstalling en het wandelpad naar de voordeur gebouw/inkomdeur praktijk aangelegd te worden als tuinzone, verharding en funderingen moeten worden verwijderd en opgevuld met zwarte tuinaarde
In de voortuin dient een hoogstammige boom aangeplant te worden van derde grootte orde of groter.
De 5 parkeerplaatsen voor de garageboxen kunnen als nuttig geacht worden op voorwaarde dat deze wagens verplaatst worden als een parkerende wagen voor de box zich aanbiedt.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 8 parkeerplaatsen. Advies Mobiliteit: “De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De wijzigingen ten opzichte van de vergunde toestand zijn:
Voor de 4 behandelkamers van de tandartsenpraktijk (gelegen schil centrum, sterk stedelijk) is er een parkeerbehoefte van 4 x 1,95 = 7,80 à 8 parkeerplaatsen. De werkelijke parkeerbehoefte is 8 parkeerplaatsen.” |
De plannen voorzien in 9 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Advies Mobiliteit: “In de beschrijvende nota staat dat er ten behoeve van de tandartsenpraktijk 5 parkeerplaatsen ter beschikking zijn. Zoals in rood aangeduid op de plannen kunnen er 8 in plaats van 5 parkeerplaatsen worden gestald op het achtererf. De parkeerplaats behorende bij het appartement op de 1e verdieping (dat verdwijnt) mag ook mee gebruikt worden voor de tandartspraktijk.” |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen, in functie van voorliggende aanvraag, bedraagt 9 parkeerplaats. Dit aantal volstaat. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 parkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
5 september 2018 |
26 september 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
5 september 2018 |
11 september 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
5 september 2018 |
11 september 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
5 september 2018 |
6 september 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Het ontwerp wijkt af van de verordening toegankelijkheid op volgende artikels:
- artikel 22. De toegangen op het gelijkvloers tot het toilet, het onthaal en de mondhygiëne zijn niet voorzien van een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90cm, na afwerking. Het is noodzakelijk dat deze toegangen voldoen, bijgevolg wordt dit als voorwaarde opgelegd in de vergunning.
- artikel 28: De vaste inrichtingen voor onthaal dienen te worden voorzien van een verlaagd en onderrijdbaar gedeelte. Dit wordt opgelegd als voorwaarde in de vergunning.
- artikel 30: De sanitaire cellen op het gelijkvloers dienen integraal toegankelijk te zijn. Dit wordt opgelegd als voorwaarde in de vergunning.
Het ontwerp wijkt af van de bouwcode op volgende artikels:
- artikel 27. Voorliggende aanvraag is strijdig met artikel 27 van de Bouwcode waarin wordt opgelegd tuinen zoveel mogelijk groen en onverhard te houden. Het voorzien van voldoende groen is belangrijk voor de leefbaarheid binnen bouwblokken en de infiltratie van regenwater in de bodem. Van dit voorschrift kan bijgevolg niet afgeweken worden. De parkeerplaatsen die ter beschikking zijn voor de tandartsenpraktijk, zijn niet ingetekend op het inplantingsplan van de aanvraag. Er wordt vanuit gegaan dat dit de parkeerplaatsen zijn in open lucht. Deze parkeerplaatsen zijn echter niet vergund en vanuit ruimtelijk oogpunt niet gewenst. De huidige toestand, luchtfoto, toont een volledig verharde tuinzone. Er kan niet akkoord gegaan worden met de in gebruik name van de tuinzone als parkeerterrein. Enkel de garages achteraan het terrein, beperkte manoeuvreerruimte en de oprit langs het pand, kunnen als dusdanig behouden blijven.
Functionele inpasbaarheid
Een tandartspraktijk is een functie die inpasbaar is op deze locatie in de wijk en is tevens verenigbaar is met de woonfunctie op de bovengelegen verdiepingen.
In het kader van voorliggende aanvraag werd advies gevraagd aan de dienst business en innovatie. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“De aanvraag omvat de herindeling van een bestaande tandartsenpraktijk gespreid over het gelijkvloers en eerste verdieping.
Voor de gevraagde wijzigingen is er geen probleem.
Maar een tandartsenpraktijk moet wel rekening houden met de Europese regelgeving rond kwikopvang via een zogenaamde amalgaanafscheider. De regeling hiervoor werd recentelijk aangepast en verstrengd. (verordening 2017/852)
Uit het dossier kan niet afgeleid worden of de praktijk een amalgaanafscheider voorzien heeft en/of op welke wijze hier een oplossing voor voorzien heeft. Het afvalwater van de tandartsenpraktijk (labo, praktijk, ...) loopt zonder meer in de riolering.
Voor het dossier kan dan ook slechts een voorwaardelijk gunstig advies gegeven worden.”
Deze opmerking is niet van stedenbouwkundige aard en wordt gezien als een suggestie/aanbeveling voor de aanvrager eerder dan een voorwaarde voor de vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 8 parkeerplaatsen. Advies Mobiliteit: “De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De wijzigingen ten opzichte van de vergunde toestand zijn:
Voor de 4 behandelkamers van de tandartsenpraktijk (gelegen schil centrum, sterk stedelijk) is er een parkeerbehoefte van 4 x 1,95 = 7,80 à 8 parkeerplaatsen. De werkelijke parkeerbehoefte is 8 parkeerplaatsen.” |
De plannen voorzien in 5 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Advies Mobiliteit: “In de beschrijvende nota staat dat er ten behoeve van de tandartsenpraktijk 5 parkeerplaatsen ter beschikking zijn. De parkeerplaats behorende bij het appartement op de 1e verdieping (dat verdwijnt) mag ook mee gebruikt worden voor de tandartspraktijk.” |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen, in functie van voorliggende aanvraag, bedraagt 1 parkeerplaats. Gezien de parkeerplaatsen in open lucht niet in aanmerking komen voor vergunning, zie beoordeling afwijkingen van de voorschriften, kunnen de 5 parkeerplaatsen zoals vermeld in de toelichtende nota niet opgenomen worden in deze berekening van het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. De garageboxen achteraan horen bij de appartementen. Gezien 1 appartement wordt gesupprimeerd, kan wel 1 garagebox worden gebruikt voor de tandartsenpraktijk. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 7 parkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 7 parkeerplaatsen. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 7 plaatsen. |
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
16 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
5 september 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 november 2018 |
Verslag GOA |
16 oktober 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.