Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Aangezien verkavelingen niet voorkomen op de Vlaamse of provinciale lijst, is het college bevoegd voor de vergunning.
Het college verwijst naar zijn argumentatie, opgebouwd in zijn besluit van 24 september 2010 (jaarnummer 11574) waardoor de verkavelingsvergunningen op bijgevoegde lijst in aanmerking komen voor opheffing.
Enerzijds zijn deze oude verkavelingen uitgevoerd en meestal volgebouwd, waardoor zij hun ruimtelijke ordeningsfunctie hebben verloren. Anderzijds dienen door de verscheidene wijzigingen vergelijkbare percelen binnen eenzelfde woongebied verschillend te worden beoordeeld, wat op zich weer aanleiding geeft om nog meer wijzigingen aan te vragen.
Bovendien zijn in bepaalde verkavelingsvergunningen door het onderzoek naar het verval van verkavelingen, verscheidene kavels vervallen binnen de oorspronkelijke verkaveling en haar latere wijzigingen waardoor de nog bestaande niet-vervallen verkaveling haar homogeniteit met de omgeving heeft verloren. De niet-vervallen kavels dienen zich te houden aan de verouderde stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling en de percelen niet gelegen binnen de verkavelingsgrenzen kunnen beoordeeld worden volgens de hedendaagse comforteisen (bijvoorbeeld gelijkvloerse veranda’s, zwembaden, tuinhuisjes) en energie-eisen mits zij voldoen aan de goede ruimtelijke ordening en harmonie met de omgeving.
Na opheffing van de verkaveling kan elke bouwaanvraag getoetst worden aan de hand van de eigentijdse gebruikelijke inzichten van de goede ruimtelijke ordening van de plaats en de harmonieregel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Het college besliste in zitting van 24 september 2010 (jaarnummer 11574) akkoord te gaan met het principe om de meer dan 15 jaar oude niet-vervallen verkavelingsvergunningen die hun ruimtelijke relevantie hebben verloren, op te lijsten en voor opheffing voor te leggen.
Na onderzoek blijkt dat de verkavelingen in de bijgevoegde lijst in aanmerking komen voor opheffing volgens de principes vastgelegd in voornoemd collegebesluit.
Het college beslist de procedure tot opheffing op te starten voor de meer dan 15 jaar oude niet-vervallen verkavelingsvergunningen, opgenomen in bijgevoegde lijst.