Terug

2018_CBS_06183 - Omgevingsvergunning. OMV_2018047939 - Moretuslei 64. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 06/07/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_06183 - Omgevingsvergunning. OMV_2018047939 - Moretuslei 64. District Ekeren - Goedkeuring 2018_CBS_06183 - Omgevingsvergunning. OMV_2018047939 - Moretuslei 64. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie

25 mei 2018

 22 juni 2018 Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

25 mei 2018

28 mei 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

         De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid. 

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van de ruimten: de woonkamer op de zolder voldoet niet aan dit artikel;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de woonkamer op de zolder voldoet niet aan dit artikel;
  • artikel 25 Toegankelijkheid van de functie: de woonkamer voldoet niet aan §5 van dit artikel;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er wordt geen bergplaats voorzien voor het stallen van fietsen. 

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag vertoont verscheidene afwijkingen ten opzichte van de geldende voorschriften.

Zo blijkt in eerste instantie dat er zich op de tweede verdieping leefruimtes bevinden daar waar echter deze ruimtes over onvoldoende plafondhoogte en onvoldoende lichtinval beschikken en dat de toegankelijkheid ervan gebrekkig is. Er wordt echter uitgegaan van een vormfout in de tekeningenset aangezien er in de doorsnede wel degelijk zolder vermeld wordt en dat blijkt dat de woonbestemming foutief gekopieerd zal zijn vanop een ander grondplan. Er wordt dan ook voorbijgegaan aan deze fout.

Het mobiliteitsadvies vermeld dat er geen bergruimte voorzien is voor het stallen van fietsen. Dit is echter incorrect aangezien hiervoor in de inkom een zone werd voorzien van 3 m² en dus 2 fietsen. Het advies vermeld niet het vereiste aantal plaatsen maar gelet op de beperkte oppervlakte van het gebouw en het lage aantal consultatieruimtes wordt ervan uitgegaan dat deze ruimte voldoende groot is om aan deze behoefte te voldoen. Er kan bijgevolg gefundeerd worden afgeweken van vermeld artikel. 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt qua bestemming de wijziging van wijkcentrum naar consultatieruimte en gelet op de ligging van het gebouw in een ontwikkeld woongebied is er in deze bijgevolg effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen. 

De aanvraag betreft het verbouwen van een wijkcentrum en een woning naar een Huis van het kind. 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging. 

De functie ‘Huis van het Kind’ valt volgens de cijfers van CROW onder de functie ‘consultatiebureau’. Voor een pand gelegen in het centrum van Ekeren wordt er 1,25 parkeerplaats per consultatieruimte gerekend. Voor 3 consultatieruimtes bedraagt de behoefte dus 3,75 =4. 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: 

 ‘Dit perceel betreft een hoekperceel en de grootte en de vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’ 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4 – 1 = 3. 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4 – 0 = 4.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaatsen. 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. 

De vorige functie van dit gebouw was een woning en een wijkcentrum. De woning had een parkeerbehoefte van 1 die niet inpandig werd voorzien. Voor het wijkcentrum wordt er geen parkeerbehoefte bepaald. 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 1. 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4 – 1 = 3

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen. 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Er wordt geen volumewijziging voorzien waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik zonder meer gunstig is. 

Visueel-vormelijke elementen

De enige visuele wijziging is het aanpassen van wit schrijnwerk naar schrijnwerk in een grijze kleur en het creëren van een nieuwe inkomzone. Betreffende ingrepen zijn zeer beperkt van aard en hebben geen beduidende impact op het straatbeeld; bovendien zijn de materialen ingepast in het beeld van het gebouw en dat van de omliggende bebouwing. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is gunstig. 

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden 

De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

24 april 2018

Volledig- en ontvankelijk

23 mei 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 juli 2018

Verslag GOA

26 juni 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018047939

Gegevens van de aanvrager:

Els Bouwen namens Stad Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Moretuslei 64 te 2180 Ekeren ( Antwerpen )

Kadastrale gegevens:

afdeling 35 sectie F nr. 72A15

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een hoekpand in functie van het huisvesten van een ‘Huis Van Het Kind’, dit betreft een consultatiebureau van Kind en Gezin

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • 12/09/1966: vergunning (803 # 2035) voor het bouwen van een lokaal voor ouden van dagen met appartement. 

Laatst vergunde toestand

  • het bestaande hoekpand betreft een gebouw bestaande uit twee bouwlagen onder hellend dak;
  • op de gelijkvloerse bouwlaag bevindt zich een seniorenlokaal;
  • op de eerste verdieping is er een appartement met twee slaapkamers;
  • het perceel is volledig bebouwd. 

Bestaande toestand

  • conform laatst vergunde toestand. 

Inhoud van de aanvraag

  • functiewijziging van seniorenlokaal en appartement naar consultatiebureau voor Kind en Gezin;
  • constructieve werken binnen het volume;
  • maken van een nieuwe inkom;
  • het volume van het gebouw blijft ongewijzigd;
  • vernieuwen van buitenschrijnwerk.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  • de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.