Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
9 augustus 2018 |
6 september 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
9 augustus 2018 |
4 september 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
21 juni 2018 |
12 juli 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
21 juni 2018 |
22 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
21 juni 2018 |
6 juli 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
21 juni 2018 |
21 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
21 juni 2018 |
9 juli 2018 |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
21 juni 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: .
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De dakappartementen beschikken over een inpandig dakterras aan de achterzijde. De afstand van de dakinsprong tot aan de linker perceelsgrens bedraagt slechts 0,60 m, waar dit conform de voorschriften minstens 1 m moet zijn. De dakterrassen zijn geïntegreerd binnen het volume van de begrenzende dakvorm. Niettegenstaande de afwijkende afstand, blijft de hellende dakvorm voldoende leesbaar. Het ontwerp doet verder geen afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand of de eenheidsbebouwing waar die deel van uitmaakt. Om bovenstaande redenen wordt een afwijking toegestaan met betrekking tot de afstand van het terras tot aan de perceelsgrens.
Functionele inpasbaarheid
Het pand is vergund als een meergezinswoning met 2 gelijkvloerse studio’s en 1 bovenliggende woning. De aanvrager beoogt een herinrichting van het pand in 6 appartementen. De ruime gelijkvloerse buitenruimte wordt behouden als tuin en alle appartementen worden voorzien van een privaat terras. In de kelder wordt een fietsenstalling voorzien voor 14 fietsen. Niettegenstaande de verdere opdeling van het pand, blijft het functioneel inpasbaar in de woonomgeving en wordt de draagkracht van het perceel niet overschreden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen. Cfr. advies stedelijke dienst mobiliteit: ‘De aanvraag betreft de verbouwing van een meergezinswoning met uitbreiding van het aantal woongelegenheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden. Momenteel zijn er 3 appartementen en dat worden er na de verbouwing 6. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 3 appartementen < 60m² met parkeernorm 1.05 à 3 x 1.05 = 3.15 Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Maar deze was in de praktijk veel te klein om een wagen te kunnen stallen. We tellen deze daarom niet op bij de parkeerbehoefte. De werkelijke parkeerbehoefte is 3.’ |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: ‘De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mag slechts 1 parkeerplaats voorzien worden.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 0 = 2. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 1 = 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijstelling niet van toepassing: Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen. |
Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen
In de kelder wordt een fietsenberging voor 14 fietsstalplaatsen ingericht. Deze is bereikbaar via een trap met fietsgoot. De toegankelijkheid wordt bemoeilijkt door de kwartslag in de trap en de goot onderaan. Om de bereikbaarheid van de berging te optimaliseren, wordt als voorwaarde opgelegd om een automatisch opengaande deur naar de fietsenstalling te voorzien.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aangevraagde werken betreffen voornamelijk een herinrichting van de woningen en het opknappen van de gevels. Het bestaande volume blijft nagenoeg ongewijzigd en de onbebouwde ruimte op het perceel wordt bewaard. De impact van de wijzigingen op de schaal en het ruimtegebruik is eerder beperkt en daarom ook aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen - Cultuurhistorische aspecten
Gezien de ligging van de aanvraag in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en de opname van in de aanvraag betrokken constructies in de Inventaris van het cultuurbezit in België, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur.
De stedelijke dienst monumentenzorg verleent een voorwaardelijk gunstig advies. Het advies laat zich als volgt samenvatten:
‘Men wenst het pand te verbouwen. Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar. Door de eerdere samenvoeging is de erfgoedwaarde van het interieur beperkt.
De ingrepen aan het exterieur zijn een verbetering voor het straatbeeld. Gezien de beeldondersteunende functie van het pand in de straat vragen wij om de gevel inclusief de kroonlijst in een witte kleur te voorzien. Ook het gelijkvloers dient in een witte bepleistering te worden voorzien. Het smeedwerk dient in een zwarte kleur te worden voorzien. Indien het schrijnwerk vervangen wordt, dienen detailtekeningen van het nieuwe houten geschilderd schrijnwerk voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Indien gewenst, kunnen er typedetails bekomen worden.
De grootte van de dakkapellen aan de voorgevel dient op welstand beoordeeld te worden.’
Het pand maakt deel uit van een versoberde neoclassicistische eenheidsbebouwing uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Het betreft in totaal 14 flankerende panden in de Bervoetstraat en de Maarschalk Gérardstraat. De samenhang van deze eenheidsbebouwing wordt voornamelijk bepaald door de gevelopbouw en -ritmiek, de raamverhoudingen en de dakvorm. De zadeldaken hebben een identieke dakhelling en nagenoeg dezelfde hoogte. Geen van de panden beschikt aan de straatzijde over dakkapellen. In het kader van het optimaliseren van het woningaanbod en de woonkwaliteit, is de plaatsing van de dakkapellen noodzakelijk. Deze kunnen de voormalige zolderverdiepingen voorzien van de nodige lichttoetreding en uitzicht.
De historische eenheidsbebouwing vraagt om een gelijkwaardige behandeling van de dakverdiepingen en de zadeldaken. De beoogde dakkapellen in voorliggend ontwerp hebben een breedte en hoogte van 2m50, waardoor deze erg zichtbaar zijn vanop de straat en een serieuze impact hebben op de herkenbare dakvorm. Een introductie van dakkapellen van deze omvang, zou een precedent betekenen voor de behandeling van de overige daken binnen de eenheidsbebouwing en zou de zuivere dakvorm onaanvaardbaar schenden
Rekening houdende met het bovenstaande, wordt als voorwaarde opgelegd om de dakkapellen uit te voeren met een maximale breedte van 1m50 conform de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad. Er kunnen 2 dakkapellen geplaatst worden ter hoogte van de 2 centrale traveeën. De hoogte van de dakkapellen wordt begrens op maximaal 2m. Om de lichttoetreding in de verblijfsruimtes in overeenstemming te brengen met de voorschriften van de bouwcode, dienen voldoende dakvlakvensters voorzien te worden.
Bodemreliëf
Omwille van de beperkte oppervlakte van de graafwerken (ca. 60m²) dient conform art. 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 voor het bouwproject geen archeologienota te worden opgemaakt.
Anderzijds is het bouwproject gelegen in de historische binnenstad meer bepaald de derde stadsuitbreiding van 1295 en bestaat de kans dat bij graafwerken archeologische resten aan het licht komen. Vanuit het standpunt van archeologische erfgoedzorg worden bijgevolg voorwaarden opgelegd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits voldaan aan de gestelde voorwaarden, voldoet de aanvraag aan de actuele eisen inzake veiligheid en woonkwaliteit.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
4 juni 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
21 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
27 juni 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
26 juli 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 oktober 2018 |
Verslag GOA |
10 september 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
27 juni 2018 |
26 juli 2018 |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werd 1 bezwaarschrift ingediend, voornamelijk handelend over:
Beoordeling: Bij het ontwerp van de terrassen werd rekening gehouden met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. De minimaal vereiste afstanden worden ruim gerespecteerd, waardoor er geen rechtstreekse inkijk mogelijk is vanop de terrassen in de achtergevels van de aanpalende bebouwing. Eventuele inkijk vanop de terrassen in de achterliggende tuinen van de buren is mogelijk, maar is eigen aan het wonen in een binnenstedelijk weefsel zoals de Antwerpse binnenstad. Er wordt geen onaanvaardbaar verlies van privacy geleden door de aanpalende bewoners. Het bezwaar is ontvankelijk, maar ongegrond.
Beoordeling: Achteraan het plat dak ter hoogte van de eerste verdieping werd een groendak voorzien. Uit de plannen kan worden opgemaakt, dat deze zone wordt aangelegd als een ontoegankelijk, extensief groendak. Het ontwerp voldoet aan de stedenbouwkundige voorschriften en de afstand van het terras tot aan de perceelgrenzen is verenigbaar met de goede ordening van de plaats. Het bezwaar is ontvankelijk, maar ongegrond.
Beoordeling: Het is aan de aanvrager om de aangevraagde werken uit te voeren volgens de regels van de kunst. Een eventuele vrees voor geluidsoverlast is louter gebaseerd op vermoedens. Dit bezwaar is dus hypothetisch en niet stedenbouwkundig van aard. Het bezwaar is ontvankelijk, maar ongegrond.
Beoordeling: Zowel op de plannen van de bestaande als de nieuwe toestand, wordt geen boom weergegeven tegen de scheidsmuur van nummer 35. Het kappen van een boom op een afstand van minder dan 15m van een woning is vrijgesteld van vergunning. Het bezwaar is ontvankelijk, maar ongegrond.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018066403 |
Gegevens van de aanvrager: |
YDBE met als adres Brechtsebaan 83 te 2900 Schoten |
Ligging van het project: |
Bervoetstraat 37-39 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 4 sectie D nr. 2004D |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een meergezinswoning met uitbreiding van het aantal woongelegenheden van 3 naar 6 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand - bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.