Terug

2018_CBS_08356 - Omgevingsvergunning - OMV_2018066403. Bervoetstraat 37-39. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/09/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Marc Van Peel, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_08356 - Omgevingsvergunning - OMV_2018066403. Bervoetstraat 37-39. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_08356 - Omgevingsvergunning - OMV_2018066403. Bervoetstraat 37-39. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

9 augustus 2018

6 september 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

9 augustus 2018

4 september 2018

Voorwaardelijk gunstig


Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

21 juni 2018

12 juli 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

21 juni 2018

22 juni 2018

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

21 juni 2018

6 juli 2018

DL adresbeheer (huisnummers)

21 juni 2018

21 juni 2018

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

21 juni 2018

9 juli 2018

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

21 juni 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag


Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: .

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

  • artikel 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen: de dakkapellen aan de straatzijde hebben een breedte van 1,83 m, waar die maximaal 1,50 m mag zijn;
  • artikel 2.1.11.1 Terrassen in schuine daken: de afstand van het inpandig dakterras (achterzijde) tot aan de linker perceelsgrens bedraagt slechts 0,60 m, waar dit minstens 1 m moet zijn.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de bouwcode.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
     
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De dakappartementen beschikken over een inpandig dakterras aan de achterzijde. De afstand van de dakinsprong tot aan de linker perceelsgrens bedraagt slechts 0,60 m, waar dit conform de voorschriften minstens 1 m moet zijn. De dakterrassen zijn geïntegreerd binnen het volume van de begrenzende dakvorm. Niettegenstaande de afwijkende afstand, blijft de hellende dakvorm voldoende leesbaar. Het ontwerp doet verder geen afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand of de eenheidsbebouwing waar die deel van uitmaakt. Om bovenstaande redenen wordt een afwijking toegestaan met betrekking tot de afstand van het terras tot aan de perceelsgrens. 

Functionele inpasbaarheid

Het pand is vergund als een meergezinswoning met 2 gelijkvloerse studio’s en 1 bovenliggende woning. De aanvrager beoogt een herinrichting van het pand in 6 appartementen. De ruime gelijkvloerse buitenruimte wordt behouden als tuin en alle appartementen worden voorzien van een privaat terras. In de kelder wordt een fietsenstalling voorzien voor 14 fietsen. Niettegenstaande de verdere opdeling van het pand, blijft het functioneel inpasbaar in de woonomgeving en wordt de draagkracht van het perceel niet overschreden.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

Cfr. advies stedelijke dienst mobiliteit:

‘De aanvraag betreft de verbouwing van een meergezinswoning met uitbreiding van het aantal woongelegenheden.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

Momenteel zijn er 3 appartementen en dat worden er na de verbouwing 6.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

3 appartementen < 60m² met parkeernorm 1.05 à 3 x 1.05 = 3.15

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Maar deze was in de praktijk veel te klein om een wagen te kunnen stallen. We tellen deze daarom niet op bij de parkeerbehoefte.

De werkelijke parkeerbehoefte is 3.’

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

‘De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mag slechts 1 parkeerplaats voorzien worden.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 0 = 2.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 1 = 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijstelling niet van toepassing:

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.


Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen

In de kelder wordt een fietsenberging voor 14 fietsstalplaatsen ingericht. Deze is bereikbaar via een trap met fietsgoot. De toegankelijkheid wordt bemoeilijkt door de kwartslag in de trap en de goot onderaan. Om de bereikbaarheid van de berging te optimaliseren, wordt als voorwaarde opgelegd om een automatisch opengaande deur naar de fietsenstalling te voorzien.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aangevraagde werken betreffen voornamelijk een herinrichting van de woningen en het opknappen van de gevels. Het bestaande volume blijft nagenoeg ongewijzigd en de onbebouwde ruimte op het perceel wordt bewaard. De impact van de wijzigingen op de schaal en het ruimtegebruik is eerder beperkt en daarom ook aanvaardbaar.

Visueel-vormelijke elementen - Cultuurhistorische aspecten

Gezien de ligging van de aanvraag in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en de opname van in de aanvraag betrokken constructies in de Inventaris van het cultuurbezit in België, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur.

De stedelijke dienst monumentenzorg verleent een voorwaardelijk gunstig advies. Het advies laat zich als volgt samenvatten:

‘Men wenst het pand te verbouwen. Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar. Door de eerdere samenvoeging is de erfgoedwaarde van het interieur beperkt.

De ingrepen aan het exterieur zijn een verbetering voor het straatbeeld. Gezien de beeldondersteunende functie van het pand in de straat vragen wij om de gevel inclusief de kroonlijst in een witte kleur te voorzien. Ook het gelijkvloers dient in een witte bepleistering te worden voorzien. Het smeedwerk dient in een zwarte kleur te worden voorzien. Indien het schrijnwerk vervangen wordt, dienen detailtekeningen van het nieuwe houten geschilderd schrijnwerk voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Indien gewenst, kunnen er typedetails bekomen worden. 

De grootte van de dakkapellen aan de voorgevel dient op welstand beoordeeld te worden.’

Het pand maakt deel uit van een versoberde neoclassicistische eenheidsbebouwing  uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Het betreft in totaal 14 flankerende panden in de Bervoetstraat en de Maarschalk Gérardstraat. De samenhang van deze eenheidsbebouwing wordt voornamelijk bepaald door de gevelopbouw en -ritmiek, de raamverhoudingen en de dakvorm. De zadeldaken hebben een identieke dakhelling en nagenoeg dezelfde hoogte. Geen van de panden beschikt aan de straatzijde over dakkapellen. In het kader van het optimaliseren van het woningaanbod en de woonkwaliteit, is de plaatsing van de dakkapellen noodzakelijk. Deze kunnen de voormalige zolderverdiepingen voorzien van de nodige lichttoetreding en uitzicht.

De historische eenheidsbebouwing vraagt om een gelijkwaardige behandeling van de dakverdiepingen en de zadeldaken. De beoogde dakkapellen in voorliggend ontwerp hebben een breedte en hoogte van 2m50, waardoor deze erg zichtbaar zijn vanop de straat en een serieuze impact hebben op de herkenbare dakvorm. Een introductie van dakkapellen van deze omvang, zou een precedent betekenen voor de behandeling van de overige daken binnen de eenheidsbebouwing en zou de zuivere dakvorm onaanvaardbaar schenden

Rekening houdende met het bovenstaande, wordt als voorwaarde opgelegd om de dakkapellen uit te voeren met een maximale breedte van 1m50 conform de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad. Er kunnen 2 dakkapellen geplaatst worden ter hoogte van de 2 centrale traveeën. De hoogte van de dakkapellen wordt begrens op maximaal 2m. Om de lichttoetreding in de verblijfsruimtes in overeenstemming te brengen met de voorschriften van de bouwcode, dienen voldoende dakvlakvensters voorzien te worden.

Bodemreliëf

Omwille van de beperkte oppervlakte van de graafwerken (ca. 60m²) dient conform art. 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 voor het bouwproject geen archeologienota te worden opgemaakt.

Anderzijds is het bouwproject gelegen in de historische binnenstad meer bepaald de derde stadsuitbreiding van 1295 en bestaat de kans dat bij graafwerken archeologische resten aan het licht komen. Vanuit het standpunt van archeologische erfgoedzorg worden bijgevolg voorwaarden opgelegd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits voldaan aan de gestelde voorwaarden, voldoet de aanvraag aan de actuele eisen inzake veiligheid en woonkwaliteit.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. een automatisch opengaande deur naar de fietsenstalling te voorzien om de bereikbaarheid van de fietsenberging te optimaliseren;
  3. gevel inclusief de kroonlijst in een witte kleur te voorzien;
  4. het gelijkvloers in een witte bepleistering te voorzien;
  5. het smeedwerk in een zwarte kleur te voorzien;
  6. indien het schrijnwerk vervangen wordt dienen detailtekeningen van het nieuwe houten geschilderd schrijnwerk voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Indien gewenst, kunnen er typedetails bekomen worden;
  7. de dakkapellen uit te voeren met een maximale breedte van 1m50 conform de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad. Er kunnen 2 dakkapellen geplaatst worden ter hoogte van de 2 centrale traveeën. De hoogte van de dakkapellen wordt begrensd op maximaal 2m;
  8. voldoende dakvlakvensters te voorzien in het hellend dak, conform artikel 24 van de bouwcode;
  9. de bouwheer meldt vooraf de start van de graafwerken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
  10. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
  11. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

4 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

21 juni 2018

Start openbaar onderzoek

27 juni 2018

Einde openbaar onderzoek

26 juli 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 oktober 2018

Verslag GOA

10 september 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

27 juni 2018

26 juli 2018

1

0

0

0


Bespreking van de bezwaren

Er werd 1 bezwaarschrift ingediend, voornamelijk handelend over:

  1. 1.      Inkijk vanop dakterrassen in tuin van aanpalende bewoners

Beoordeling: Bij het ontwerp van de terrassen werd rekening gehouden met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. De minimaal vereiste afstanden worden ruim gerespecteerd, waardoor er geen rechtstreekse inkijk mogelijk is vanop de terrassen in de achtergevels van de aanpalende bebouwing. Eventuele inkijk vanop de terrassen in de achterliggende tuinen van de buren is mogelijk, maar is eigen aan het wonen in een binnenstedelijk weefsel zoals de Antwerpse binnenstad. Er wordt geen onaanvaardbaar verlies van privacy geleden door de aanpalende bewoners. Het bezwaar is ontvankelijk, maar ongegrond. 

  1. 2.      Bezorgdheid over het al dan niet afbakenen van de groenzone op het plat dak van de eerste verdieping

Beoordeling: Achteraan het plat dak ter hoogte van de eerste verdieping werd een groendak voorzien. Uit de plannen kan worden opgemaakt, dat deze zone wordt aangelegd als een ontoegankelijk, extensief groendak. Het ontwerp voldoet aan de stedenbouwkundige voorschriften en de afstand van het terras tot aan de perceelgrenzen is verenigbaar met de goede ordening van de plaats. Het bezwaar is ontvankelijk, maar ongegrond.

  1. 3.      Bezorgdheid over het al dan niet plaatsen van geluidsisolatie

Beoordeling: Het is aan de aanvrager om de aangevraagde werken uit te voeren volgens de regels van de kunst. Een eventuele vrees voor geluidsoverlast is louter gebaseerd op vermoedens. Dit bezwaar is dus hypothetisch en niet stedenbouwkundig van aard. Het bezwaar is ontvankelijk, maar ongegrond.

  1. 4.      Vraag tot behoud van de boom tegen de scheidsmuur van nummer 35

Beoordeling: Zowel op de plannen van de bestaande als de nieuwe toestand, wordt geen boom weergegeven tegen de scheidsmuur van nummer 35. Het kappen van een boom op een afstand van minder dan 15m van een woning is vrijgesteld van vergunning. Het bezwaar is ontvankelijk, maar ongegrond.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018066403

Gegevens van de aanvrager:

YDBE met als adres Brechtsebaan 83 te 2900 Schoten

Ligging van het project:

Bervoetstraat 37-39 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 4 sectie D nr. 2004D

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning met uitbreiding van het aantal woongelegenheden van 3 naar 6 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 23/02/1979: vergunning (18#59432) voor een verbouwing 

Laatst vergunde toestand - bestaande toestand

  • breedhuis met een gevelbreedte van 12 m van 3 bouwlagen onder schuin dak;
  • meergezinswoning met 2 studio’s op gelijkvloers en 1 woning op de verdiepingen;
  • gelijkvloerse garage met 2 garagepoorten in de voorgevel;
  • de hoofdbouw heeft een totale gelijkvloerse bouwdiepte van 14,26 meter;
  • op de verdieping heeft het pand een bouwdiepte van maximaal 9,61 meter;
  • het gebouw is langsheen de straatzijde afgewerkt met een sierpleister en een lijstgevel in en beige kleur.

Inhoud van de aanvraag

  • verbouwen van een bestaande meergezinswoning;
  • vermeerderen van 3 naar 6 woonentiteiten;
  • voorzien van 1 gelijkvloerse autostaanplaats en ondergrondse fietsenstalling;
  • herinrichting gelijkvloers tot grondgebonden éénslaapkamer-appartement van 109 m2 (netto) met een buitenruimte van 205 m2;
  •  inrichting 1ste verdieping tot tweeslaapkamer-appartement van 89 m2 (netto) met buitenruimte van 38 m2;
  • 2de en 3de verdieping worden telkens opgedeeld in 2 studio’s van respectievelijk 39 m2 en 47 m2 (netto) op +2 en 37 m2 en 41 m2 (netto) op +3;
  • de gemiddelde oppervlakte per woonentiteit bedraagt 60 m2;
  • het wijzigen van de gelijkvloerse voorgevel;
  • het plaatsen van dakkapellen en inpandige dakterrassen in het voorste - en het achterste dakvlak;
  • aanleggen van een verharding met zwembad in de tuinzone.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt 
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
  2. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  3. een automatisch opengaande deur naar de fietsenstalling te voorzien om de bereikbaarheid van de fietsenberging te optimaliseren;
  4. de gevel inclusief de kroonlijst in een witte kleur te voorzien;
  5. het gelijkvloers in een witte bepleistering te voorzien;
  6. het smeedwerk in een zwarte kleur te voorzien;
  7. indien het schrijnwerk vervangen wordt dienen detailtekeningen van het nieuwe houten geschilderd schrijnwerk voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg. Indien gewenst, kunnen er typedetails bekomen worden;
  8. de dakkapellen uit te voeren met een maximale breedte van 1m50 conform de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad. Er kunnen 2 dakkapellen geplaatst worden ter hoogte van de 2 centrale traveeën. De hoogte van de dakkapellen wordt begrensd op maximaal 2m;
  9. voldoende dakvlakvensters te voorzien in het hellend dak, conform artikel 24 van de bouwcode;
  10. de bouwheer meldt vooraf de start van de graafwerken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
  11. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
  12. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.