De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018066404 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Bart Van der Spiegel met als adres Kauwlei 33 te 2550 Kontich en mevrouw Kathelijne Van Gampelaere met als adres Kauwlei 33 te 2550 Kontich |
Ligging van het project: |
Robert Molsstraat 53 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 10 sectie K nr. 1808W |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en renoveren van een woning |
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
25 juni 2018 |
4 juli 2018 |
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Robert Molsstraat wordt gekenmerkt door grote klassieke herenhuizen ingericht als een - of meergezinswoning in gesloten bebouwing. De functie van de bestaande, vergunde eengezinswoning blijft ongewijzigd en is inpasbaar in deze residentiële buurt.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De uitbreiding achteraan d gelijkvloerse verdieping is zeer beperkt en situeert zich tussen de hoger opgaande, blinde scheidsmuren van de flankerende bebouwing.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De wijzigingen van de achtergevel zijn sober, hedendaags en het gebruikte materialenpalet is kenmerkend voor de achtergevels in de omgeving.
De restauratie van de voorgevel vormt een verbetering voor het pand en de uitstraling naar het referentiekader. Gezien opname van het pand in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed: een geheel van drie gekoppelde burgerhuizen. Een geheel van drie gekoppelde burgerhuizen in beaux-artsstijl, voor eigen rekening opgetrokken door de aannemers Louis Marie Corneel Buisseret en Frans Verhoeven, naar een ontwerp uit 1911. Buisseret en Verhoeven waren vermoedelijk van 1901 tot 1919 geassocieerd.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Gekoppeld volgens spiegelbeeldschema, is het gevelfront opgebouwd rond het hoger opgetrokken en licht geaccentueerde middenpand. De lijstgevels onderscheiden zich door een parement uit witte natuursteen, op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, de geblokte pui gemarkeerd als sokkel, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze is in de bovenbouw als risaliet uitgewerkt, in het middenpand gemarkeerd door een gebogen fronton op consoles en een driezijdige houten erker met gebuikte basis en vernieuwde balkonborstwering. In de zijpanden wordt het accent gevormd door een guirlande en een balkon met consoles, postamenten (verdwenen in nummer 53) en doorgetrokken ijzeren borstwering. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van overwegend rechthoekige deur- en vensteropeningen met sluitsteen en onderdorpel. Het middenpand onderscheidt zich door rondboogopeningen in de pui. Trigliefen met stafwerk, guirlandes en medaillons die het decor uitmaken, zijn ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters is integraal bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies; gietijzeren voetschraper in nummer 51.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht de begane grond, geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw.
Conform artikel 5§1 van de stedelijke bouwcode wordt de wijziging van de bestaande toestand voor inventarispanden bouwkundig erfgoed onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Weliswaar de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde. We kunnen stellen dat deze stadswoning een stadslandschappelijke waarde heeft omdat ze deel uitmaakt van een eenheidsbebouwing. Wij gaan uit van maximaal behoud van volume, schaal, korrel, materialen en architectuur. Interne ingrijpende verbouwingswerken zijn eventueel mogelijk.
Men wenst de woning te renoveren en verbouwen. De geplande werken werden voorbesproken en respecteren de erfgoedwaarde. De stadslandschappelijke waarde komt niet in het gedrang.
Gezien de beeldbepalendheid van de voorgevel worden er specifieke voorwaarden opgelegd mbt materiaal bedaking en omgang met buitenschrijnwerk.
De geplande werken worden dan ook gunstig geadviseerd van uit oogpunt monumentenzorg.”
Gelet op de erfgoedwaarde van het pand worden de aandachtspunten van de stedelijke dienst monumentenzorg integraal bijgetreden en opgelegd in voorwaarde bij de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De verbouwingswerken vergroten het gebruiksgenot voor de bewoners.
De grote raampartij achteraan versterkt het contact met de stadstuin en de grote vide achteraan bevordert de lichttoetreding centraal op de gelijkvloerse verdieping en genereert ruimtelijkheid in de smalle rijwoning.
Het na – isoleren van achtergevels en bedaking vergroot het comfort.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is evenwel niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Uitsluitingen
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
6 juni 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
25 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
24 augustus 2018 |
Verslag GOA |
3 augustus 2018 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Uitsluitingen
Het college beslist de plannen, waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.