Terug

2018_CBS_07252 - Omgevingsvergunning - OMV_2018066404. Robert Molsstraat 53. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/08/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_07252 - Omgevingsvergunning - OMV_2018066404. Robert Molsstraat 53. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_07252 - Omgevingsvergunning - OMV_2018066404. Robert Molsstraat 53. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018066404

Gegevens van de aanvrager:

de heer Bart Van der Spiegel met als adres Kauwlei 33 te 2550 Kontich en mevrouw Kathelijne Van Gampelaere met als adres Kauwlei 33 te 2550 Kontich

Ligging van het project:

Robert Molsstraat 53 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10 sectie K nr. 1808W

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en renoveren van een woning

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • geen vergunningen aanwezig

Laatst vergunde toestand

  • een rijwoning met vier bouwlagen onder hellend dak, achterbouw heeft eerst een plat dak over 2 verdiepingen en achteraan een achterbouw met plat dak over 1 verdieping.

Bestaande toestand

  • woning volgens vergunde toestand, met uitbouw veranda achteraan op het gelijkvloers.

Inhoud van de aanvraag

  • het verbouwen en renoveren van een rijwoning;
  • het vervangen van de bestaande achterbouw door nieuw volume met behoud van de bouwdiepte. De hoogte van de achterbouw op gelijkvloers wordt verhoogd tot een nieuwe dakrandhoogte van 4,35 m;
  • intern zullen de functies van de ruimten wijzigen. Op de begane grond komen de leefruimten met in de nieuwe uitbouw de eetkamer en keuken. Op de eerste verdieping komt de TVkamer die via een vide contact heeft met de ruimte op het gelijkvloers en een slaapkamer/badkamer. De tweede verdieping is voorzien voor een 2e slaapkamer en de zolderverdieping voor zolderkamers en hobbykamer;
  • het bestaand hellend dak wordt geïsoleerd en krijgt nieuwe dakbedekking in kunstleien;
  • het nieuwe plat dak wordt uitgevoerd als groendak;
  • het volume op de begane grond krijgt aan de achtergevel een afwerking met sierpleister in donkergrijs en op de andere verdiepingen in lichtgrijs. De nieuwe ramen in de achtergevel worden uitgevoerd in aluminium en krijgen dezelfde kleur als de sierpleister;
  • het opkuisen van de voorgevel tot oorspronkelijke kleur en het vervangen van ramen door gelijkaardig buitenschrijnwerk in hout.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

25 juni 2018

4 juli 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen.

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    het gedeelte van de scheidingsmuren dient een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak te hebben;
  • artikel 43 Septische putten:
    Bij verbouwing waar afvoerstelsel wordt aangepast wordt verplicht septische put te plaatsen. Aanvrager voorziet een nieuwe septische put, maar geeft niet het volume op (tot 5GE: 2.000l te voorzien).

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De Robert Molsstraat wordt gekenmerkt door grote klassieke herenhuizen ingericht als een - of meergezinswoning in gesloten bebouwing. De functie van de bestaande, vergunde eengezinswoning blijft ongewijzigd en is inpasbaar in deze residentiële buurt.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De uitbreiding achteraan d gelijkvloerse verdieping is zeer beperkt en situeert zich tussen de hoger opgaande, blinde scheidsmuren van de flankerende bebouwing.

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De wijzigingen van de achtergevel zijn sober, hedendaags en het gebruikte materialenpalet is kenmerkend voor de achtergevels in de omgeving.

De restauratie van de voorgevel vormt een verbetering voor het pand en de uitstraling naar het referentiekader. Gezien opname van het pand in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:

“De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed: een geheel van drie gekoppelde burgerhuizen.  Een geheel van drie gekoppelde burgerhuizen in beaux-artsstijl, voor eigen rekening opgetrokken door de aannemers Louis Marie Corneel Buisseret en Frans Verhoeven, naar een ontwerp uit 1911. Buisseret en Verhoeven waren vermoedelijk van 1901 tot 1919 geassocieerd.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Gekoppeld volgens spiegelbeeldschema, is het gevelfront opgebouwd rond het hoger opgetrokken en licht geaccentueerde middenpand. De lijstgevels onderscheiden zich door een parement uit witte natuursteen, op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, de geblokte pui gemarkeerd als sokkel, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze is in de bovenbouw als risaliet uitgewerkt, in het middenpand gemarkeerd door een gebogen fronton op consoles en een driezijdige houten erker met gebuikte basis en vernieuwde balkonborstwering. In de zijpanden wordt het accent gevormd door een guirlande en een balkon met consoles, postamenten (verdwenen in nummer 53) en doorgetrokken ijzeren borstwering. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van overwegend rechthoekige deur- en vensteropeningen met sluitsteen en onderdorpel. Het middenpand onderscheidt zich door rondboogopeningen in de pui. Trigliefen met stafwerk, guirlandes en medaillons die het decor uitmaken, zijn ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters is integraal bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies; gietijzeren voetschraper in nummer 51.

De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht de begane grond, geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc in de achterbouw.

Conform artikel 5§1 van de stedelijke bouwcode wordt de wijziging van de bestaande toestand voor inventarispanden bouwkundig erfgoed onderworpen aan de wenselijkheid van behoud.  Weliswaar de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde.  We kunnen stellen dat deze stadswoning een stadslandschappelijke waarde heeft omdat ze deel uitmaakt van een eenheidsbebouwing.  Wij gaan uit van maximaal behoud van volume, schaal, korrel, materialen en architectuur.  Interne ingrijpende verbouwingswerken zijn eventueel mogelijk.

Men wenst de woning te renoveren en verbouwen. De geplande werken werden voorbesproken en respecteren de erfgoedwaarde.  De stadslandschappelijke waarde komt niet in het gedrang.
Gezien de beeldbepalendheid van de voorgevel worden er specifieke voorwaarden opgelegd mbt materiaal bedaking en omgang met buitenschrijnwerk.
De geplande werken worden dan ook gunstig geadviseerd van uit oogpunt monumentenzorg.”
Gelet op de erfgoedwaarde van het pand worden de aandachtspunten van de stedelijke dienst monumentenzorg integraal bijgetreden en opgelegd in voorwaarde bij de vergunning.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De verbouwingswerken vergroten het gebruiksgenot voor de bewoners.
De grote raampartij achteraan versterkt het contact met de stadstuin en de grote vide achteraan bevordert de lichttoetreding centraal op de gelijkvloerse verdieping en genereert ruimtelijkheid in de smalle rijwoning.
Het na – isoleren van achtergevels en bedaking vergroot het comfort.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is evenwel niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden 

  1. de dakbedekking uit te voeren in rode pannen en geen extra dakvlakvensters te voorzien;
  2. het ontwerp en de uitvoering van het buitenschrijnwerk in de voorgevel dient in nauw overleg te gebeuren met de stedelijke dienst monumentenzorg;
  3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Uitsluitingen

  1. de dakbedekking met kunstleien wordt uitgesloten van vergunning, gezien de opname van het pand in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

25 juni 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 augustus 2018

Verslag GOA

3 augustus 2018

naam GOA

Karel Bauwens

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de dakbedekking uit te voeren in rode pannen en geen extra dakvlakvensters te voorzien;
  2. het ontwerp en de uitvoering van het buitenschrijnwerk in de voorgevel dient in nauw overleg te gebeuren met de stedelijke dienst monumentenzorg;
  3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Uitsluitingen

  • de dakbedekking met kunstleien wordt uitgesloten van vergunning, gezien de opname van het pand in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Artikel 3

Het college beslist de plannen, waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.