Het college beslist op basis van het verslag van de dienst milieuvergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd en sluit zich aan bij deze motivatie.
Het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten (Vlarem I en II) bepalen dat niemand zonder vergunning of melding een hinderlijke inrichting mag exploiteren.
Aanvrager: CB Uitvaart bvba - Schriek 255 - 2180 Ekeren-Antwerpen. De aanvraag omvat de exploitatie van een nieuw funerarium.
Artikel 36,4° van Vlarem I bepaalt dat het college een uitspraak dient te doen over een milieuvergunningsaanvraag klasse 2.
Het college beslist een milieuvergunning klasse 2, zoals geformuleerd in de argumentatie, goed te keuren voor onbepaalde duur aan CB Uitvaart bvba, Schriek 255, 2180 Ekeren-Antwerpen, voor de inrichting gelegen op Kapelsesteenweg 639, 2180 Ekeren-Antwerpen. De vergunning heeft als voorwerp: de exploitatie van een nieuw funerarium.
Het college wijst erop dat de exploitant de algemene en sectorale voorwaarden dient na te leven.
Het college wijst erop dat de exploitant volgende bijzondere- en brandweervoorwaarden dient na te leven:
Bijzondere voorwaarde:
Brandweervoorwaarden:
B1
onafhankelijk van de verplichtingen aan de houder van de milieuvergunning opgelegd via de vigerende milieureglementering alsmede via het milieuvergunningsbesluit, en onverminderd de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van brand, door de houder van de milieuvergunning te treffen in uitvoering van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden, dient de houder van de milieuvergunning reeds te voorzien in de hiernavermelde blusmiddelen voor eerste tussenkomst:
S1
er dienen minstens twee snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur 6 kg poeder type ABC - gelijkmatig verdeeld over de inrichting, te worden aangebracht.
Het college beslist dat, indien een stedenbouwkundige vergunning nodig is, de milieuvergunning ingaat op de dag dat de stedenbouwkundige vergunning bekomen wordt.