Terug

2018_CBS_02294 - Omgevingsvergunning. OMV_2018000683 - Run Invest. Sint-Bernardsesteenweg 425-433. District Hoboken - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 16/03/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Marc Van Peel, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_02294 - Omgevingsvergunning. OMV_2018000683 - Run Invest. Sint-Bernardsesteenweg 425-433. District Hoboken - Weigering 2018_CBS_02294 - Omgevingsvergunning. OMV_2018000683 - Run Invest. Sint-Bernardsesteenweg 425-433. District Hoboken - Weigering

Motivering

Argumentatie

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie

7 februari 2018

13 februari 2018

Voorwaardelijk gunstig

Digit - Vlaams gewest, Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen

7 februari 2018

23 februari 2018

Voorwaardelijk gunstig


Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

DL adresbeheer (huisnummers)

7 februari 2018

8 februari 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

7 februari 2018

22 februari 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.  

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

Algemene bouwverordeningen

Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de keuken en de eethoek van het rechtse appartement krijgen geen rechtstreeks licht en lucht;
  • artikel 26 Afvalverzameling: er is geen afvalverzameling voorzien;
  • artikel 29: Fietsenstalling: de gestalde fietsen beschikken over onvoldoende ruimte om deze vlot te gebruiken. 

De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 Beoordeling afwijkingen van de voorschriften:

Het aangevraagde is niet in overeenstemming met artikel 24,26 en 29 van de bouwcode.

In toepassing van artikel 24 van de bouwcode wordt vastgesteld dat de keuken en de eethoek van het rechtse appartement onvoldoende lichten en zichten genieten. Gelet op de ligging van dit appartement, gelegen naast de doorrit voor de garages worden de ramen in de zijgevel niet als kwalitatieve lichten en zichten beschouwd. Bijgevolg voldoet de raamopening aan de straat niet om voldoende licht te voorzien voor de eethoek en keuken. Het appartement beschikt daarom over onvoldoende leefkwaliteit.

In toepassing van artikel 26 en artikel 29 van de bouwcode dienen er 9 fieststalplaatsen voorzien te worden en dient er een aparte afvalberging voorzien te worden.

Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit inzake de fietsenstalling  luidt als volgt:

“ De fietsparkeerbehoefte van dit project komt neer op:

1 x 1-slaapkamerappartement = 1 x 2 = 2

1 x 2-slaapkamerappartement = 1 x 3 = 3

1 x 3-slaapkamerappartement = 1 x 4 = 4

                                                           9 fietsparkeerplaatsen

De meest linkse garagebox wordt ingevuld als fietsenstalling. De breedte van de garagebox is te beperkt om voldoende ruimte achter de fietsen te hebben om fietsen uit de stalling te kunnen rijden. Enkel de onderste vier fietsen hebben voldoende ruimte. De oppervlakte is bovendien niet groot genoeg om ook nog vuilbakken in de fietsentalling te kunnen zetten.”

Het voorstel zoals aangevraagd beschikt niet over een voldoende uitgeruste fietsenstalling en afvalberging .Na lezing van de planning wordt vastgesteld  dat  er geen  beschikbare ruimte is die hiervoor zou kunnen dienen.

Gelet op voorgaande argumentatie wordt er geconcludeerd dat er geen afwijking op artikel 24, 26 en 29 toelaatbaar is, omdat dit stedenbouwkundig niet als aanvaardbaar wordt geacht.

Functionele inpasbaarheid:

De bestemming van de gelijkvloerse verdieping  word gewijzigd van een handelspand naar 3 gelijkvloerse appartementen. Op de Sint-Bernardsesteenweg komen zowel handelspanden als appartement voor op de gelijkvloerse verdieping. De functionele inpasbaarheid van het gebouw blijft daardoor gegarandeerd.

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte):

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) en de beleidsrichtlijn ’parkeren’ goedgekeurd door het college op 10 november 2016 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Bij appartementsblokken met meer dan 5 wooneenheden, wat hier van toepassing is, geldt volgende norm (in schil centrum):

Appartement < 60m² heeft parkeernorm 1,1 à 1 x 1,1 = 1,1

Appartementen tussen 60m² en 90m² heeft parkeernorm 1,35 à 0 x 1,35 = 0

Appartementen > 90m² heeft parkeernorm 1,55 à 2 x 1,55 = 3,1

In totaal is de parkeerbehoefte voor het voorzien van de drie appartementen op het gelijkvloers 4,2 à 4 parkeerplaatsen.

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

De werkelijke parkeerbehoefte is 5 parkeerplaatsen.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er waren 7 vergunde garageboxen voor de bestaande appartementen, waarvan er 1 wordt in gebruik genomen voor fietsen. Zo blijven er 6 garageboxen in binnen gebied. Voor de functiewijziging worden geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 6.

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Vanuit oogpunt goede ruimtelijke ordening is dit onaanvaardbaar. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. Niet vatbaar voor vergunning.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 6 – 0 = 6.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.

Echter, cfr. de geldende beleidsrichtlijn van 10/11/2016 kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het

aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand, dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Voor de bestaande functie “handelspand met een oppervlakte van 266m²” is er geen parkeerbehoefte (oppervlakte < 500m²) dus bijgevolg kan er geen parkeerbehoefte laatste vergunde toestand worden afgetrokken.

Bijgevolg is de bijstelling niet van toepassing.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen moet worden vermeerderd met de autostalplaats die komt te vervallen ten gunste van de fietsenberging en bedraagt 5 + 1 = 6.

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 6 plaatsen.


Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid:

De tuinzones van de appartementen  bevinden zich achteraan de appartementen en komen in conflict met de manouvreerzone van de achterliggende garageboxen in het binnengebied.De tuinzones zijn  in functie van de auto’s verkleind en hebben een grillige vorm. Daarbij wordt de rust die wordt verwacht in deze tuinzones verstoort door het in- en uitrijden van de auto’s. Bovendien verhinderen de uithangende terrassen  van de bovengelegen verdiepingen eveneens  een kwalitatieve lichtname voor deze tuinzones. Gelet op het voorgaande wordt geconcludeerd dat de tuinzones van de appartementen onvoldoende kwalitatief zijn ingericht om te voldoen aan de aanvaardbare woonkwaliteit voor de gelijkvloerse appartementen.

Visueel-vormelijke elementen:

De aanvraag omvat een gevelwijziging van de voorgevel door het omvormen van de bestaande verdiepingshoge vitrineramen naar kleinere raamopening  op 60 cm hoogte ten opzichte van de plint. De ophoging wordt gerealiseerd in een donkere gevelsteen. De aanpassing is stedenbouwkundig aanvaardbaar mits de gevelsteen overeenkomt met de gevelsteen van de bovengelegen verdiepingen.

Advies aan het college                                                    

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van:

  • voorzien geen extra parkeerplaatsen en is daarmee strijdig met het Parkeren Op Eigen Terrein-principe;
  • appartementen beschikken over onvoldoende woonkwaliteit gelet op het ontbreken van een kwalitatieve tuinzone en het ontbreken van voldoende lichten en zichten voor het appartement gelegen naast de doorrit.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 januari 2018

Volledig- en ontvankelijk

7 februari 2018

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Verslag GOA

5 maart 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018000683

Gegevens van de aanvrager:

Run Invest met als adres Lucas Henninckstraat 7 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Sint-Bernardsesteenweg 425-433 te 2660 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 36 sectie B nr. 194Y8

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag

het verbouwen van een handelspand op het gelijkvloers naar 3 appartementen binnen hetzelfde volume

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of de deputatie bevoegd is.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.