'The School of 2025' is een innovatief project dat actief onderzoekt hoe de toekomstige school eruit zou kunnen zien. Het project is gericht op het ontwikkelen van een gedeelde visie voor het ontwerpen van krachtige leeromgevingen en het opbouwen van de capaciteit van onderwijsprofessionals om deze leeromgevingen te co-creëeren en effectief te gebruiken. Het project gaat in op het dringende probleem van onze tijd, waarin het traditionele denken bij het ontwerpen van leeromgevingen domineert. We staan daarom voor de dringende noodzaak om innovatieve ontwerpprojecten te implementeren die met creatieve oplossingen de leeromstandigheden van generaties lerenden zullen beïnvloeden.
De kerngroep en belangrijkste projectpartners zijn de steden Antwerpen (projectcoördinator), Barcelona en Bologna. Alle drie de steden willen een visie ontwikkelen over het ontwerpen en gebruiken van krachtige leeromgevingen. Die visie moet het beleid en de besluitvorming van de steden rond het bouwen en aanpassen van leeromgevingen ondersteunen. Ook voor de toepassing van innovatieve pedagogiek om beter aan te sluiten bij de behoeften van de lerenden, zal het project inspiratie bieden. De kerngroep zal worden ondersteund door deze dienstverlenende partners op het gebied van:
Het consortium omvat ook GO! Antwerpen en Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Deze onderwijspartners verzekeren de directe lijn met het onderwijsveld wanneer we onze producten willen testen en uitrollen. Hoewel het project zich richt op de onderwijsprofessionals (leraren, schoolleiders en gemeentelijke vertegenwoordigers die verantwoordelijk zijn voor het ontwerp, de bouw en het onderhoud van leeromgevingen), zijn de eindbegunstigden van het project de leerlingen en jongeren (de lerenden).
De implementatie van doelstelling 1, het ontwikkelen van een gedeelde visie voor het ontwerpen van krachtige leeromgevingen, zal resulteren in de volgende producten:
De implementatie van doelstelling 2, het opbouwen van capaciteit van onderwijsprofessionals om de krachtige leeromgevingen te co-creëeren en effectief te gebruiken in het voordeel van de lerenden, zal resulteren in de volgende producten:
De innovatie van het project komt voort uit het aanpakken van de dringende kwestie van een verouderde en traditionele benadering van het ontwerpen van leeromgevingen (scholen). De internationale projectgroep verbindt professionals die zullen bijdragen aan een creatieve, interdisciplinaire aanpak, om toekomstgerichte concepten te ontwikkelen voor het creëeren van krachtige leeromgevingen. Het team draagt bij aan het opbouwen van capaciteit bij de onderwijsprofessionals, opvoeders en indirect de lerenden. De impact van het project zal zowel kwalitatief als kwantitatief zijn. We streven naar een waargenomen verandering in de vaardigheden, het gedrag, en tevredenheid van de projectpartners en de doelgroepen. We meten ons succes ook af aan het aantal mensen dat we bereiken met de studiebezoeken, leermomenten en conferenties. Ook de gebruiksstatistieken van de door het project opgeleverde methodieken zullen we meten. De evaluatie van de voortgang van het project, de op te leveren producten en processen zal gedragen worden door alle partners. De verspreiding van de projectresultaten zal worden bereikt door middel van systematische acties die zorgvuldig zijn gepland en gericht zijn op het bereiken van de doelgroepen resulterend in een impact die verder gaat dan het project.
De kosten die de stad maakt met het in te dienen project, worden door de Europese Commissie gesubsidieerd via forfaitaire bedragen. In principe geldt een systeem van cofinanciering. Enkel voor de uitzonderlijke kosten wordt een specifiek subsidiepercentage van 75% gerekend waartegen een cofinanciering van 25% moet staan. Het totale projectbudget wordt geraamd op 282.550,00 euro. Het stedelijke aandeel daarin bedraagt 42.975,00 euro. Voor de cofinanciering dient een bedrag van 10.743,75 euro stedelijke cofinanciering voorzien te worden. Deze zal gerealiseerd worden via de inzet van bestaand personeel.
Om subsidiëring te bekomen, dient de stad een aanvraag in bij het nationaal agentschap voor Erasmus+ (EPOS vzw). Een aanvraag bestaat steeds uit een aanvraagformulier dat ondertekend wordt aan de hand van een verklaring op eer. Als bijlage dient bovendien een mandaat van elke partner te worden gevoegd. Het mandaat geeft de coördinator het recht om vervolgens namens het volledige partnerschap een subsidieovereenkomst af te sluiten met het nationaal agentschap.
Als bijlagen bij dit besluit zijn de documenten gevoegd die ondertekend moeten worden om de aanvraag te kunnen indienen. Het gaat om:
De sjablonen voor de mandaten en de verklaring op eer worden aangeleverd door het programma Erasmus+ en kunnen slechts in beperkte mate worden aangepast aan de geijkte ondertekeningformules.
Bij goedkeuring van de projectvoorstellen zal de dienst Cultuur, Sport, Jeugd en Onderwijs/Onderwijsbeleid instaan voor de inhoudelijke opvolging van beide dossiers. De deadline voor indiening van de subsidieaanvragen is 21 maart 2018, 12.00 uur.
Erasmus+ is het Europees subsidieprogramma voor onderwijs, jeugd en sport. Jaarlijks publiceert de Europese Commissie projectoproepen binnen de verschillende sleutelacties van het programma. Voor sleutelactie 2: 'Samenwerking voor innovatie en de uitwisseling van goede praktijken' staat momenteel een projectoproep open met deadline 21 maart 2018. De projectoproep is gericht op het stimuleren van diverse types partnerschappen binnen de verschillende takken van het onderwijs.
Strategische partnerschappen zijn internationale samenwerkingsprojecten die bijdragen tot innovatie en verbetering van opleiding en onderwijs. Daarbij worden positieve en langdurige effecten nagestreefd op de deelnemende organisaties, de sector en het beleid, maar ook op de personen die direct of indirect betrokken zijn. Het kunnen eenvoudige kleine samenwerkingsverbanden zijn maar ook grootschalige projecten om innovatieve middelen te verspreiden.
Stad Antwerpen staat voor een enorme uitdaging op het vlak van onderwijscapaciteit. Volgens de nieuwste prognoses zal tegen 2020 een equivalent van 39 scholen aan extra capaciteit moeten worden voorzien (collegebesluit van 19 februari 2016, jaarnummer 1301). De stad neemt actief deel aan de Eurocities werkgroep Onderwijs. Daaruit blijkt dat deze problematiek ook in heel wat andere Europese steden leeft. Daarnaast is er een toenemend inzicht in het belang van de fysieke leeromgeving als 'derde leraar', de toenemende erkenning van informele leeromgevingen, het streven naar gedeeld ruimtegebruik en op Europees niveau een toegenomen aandacht voor de verwerving van competenties als essentiële voorwaarde voor kwalitatieve tewerkstelling (Europese Skills agenda).
De stad diende in maart 2017 het project 'Future Proof Schoolbuildings' in het Erasmus+ subsidieprogramma in (collegebesluit van 24 maart 2017, jaarnummer 2656). Dit project behaalde een voldoende hoge score om in aanmerking te komen voor subsidies, maar de financiële middelen waarover het subsidieprogramma beschikte, lieten niet toe om het project te financieren.
De stad wil binnen deze vervolgsubsidie-oproep opnieuw een projectvoorstel als coördinator indienen met de titel: 'The School of 2025'.
In deze fase zijn er nog geen financiële gevolgen verbonden aan de indiening. Indien de subsidieaanvraag wordt goedgekeurd, zullen de ontvangsten en exploitatie-uitgaven die met dit project gepaard gaan, met behulp van een subsidiefiche in het meerjarenbudget worden ingeschreven. De stedelijke cofinanciering zal gerealiseerd kunnen worden via de inzet van bestaand personeel.
Het college keurt de deelname aan het Erasmus+ project 'The School of 2025' goed en ondertekent daartoe de verklaring op eer en de mandaatsjablonen.