2018_GR_00338 - Fondsen. Eurodesk - Interreg 2 Zeeën project Triple A. Aanvullende Partnerschapsovereenkomst - Goedkeuring

Voor het project werd reeds een subsidiefiche opgemaakt onder de naam INT2ZEE_TRIPLE_A.

Het niet-gesubsidieerde aandeel (40%) van de kosten voor het projectmanagement wordt gedeeld onder de partners. Deze verdeling van de kosten tussen de projectpartners is opgenomen in de aanvullende partnerschapsovereenkomst (annex 4) die voorligt ter goedkeuring. De partners zullen deze bijdrage overmaken aan enerzijds TU Delft, de projectpartner die optreedt als promotor en bijgevolg het projectmanagement op zich neemt, en anderzijds UGent, verantwoordelijk voor de projectcommunicatie.

De bestelbons voor deze betalingen worden in een latere fase opgemaakt.

Interreg 2 Zeeën is het subsidieprogramma dat grensoverschrijdende samenwerking in het programmagebied van de Noordzee en het Kanaal stimuleert. Binnen prioriteitsas 2 'koolstofarme technologieën' nam de stad als partner deel aan een projectvoorstel dat ingediend werd onder de naam Triple A (volledige naam: Triple-A: stimulating the Adoption of lowcarbon technologies by homeowners through increased Awareness and easy Access). Op 25 november 2016 werd het project voor subsidiëring weerhouden door de beheersautoriteit van het Interreg 2 Zeeën programma. Op 27 maart 2017 keurde de gemeenteraad het samenwerkingsakkoord voor Triple A goed (jaarnummer 162). Op vraag van de lead partner TUDelft wordt een aanvullende partnerschapsovereenkomst aan dit samenwerkingsakkoord toegevoegd.

Het project is er op gericht om de toepassing van koolstofarme technologieën bij huiseigenaars te versnellen door een zogenaamde Triple A methode te ontwikkelen in co-creatie met de stakeholders. Deze methode houdt in dat:

1. bewustzijn rond koolstofarme technologieën bij huiseigenaars verhoogd wordt;
2. toegang tot geschikte koolstofarme technologieën verbeterd wordt;
3. resulterend in meer gebruik van koolstofarme technologieën en dus een verlaging van CO2 uitstoot in de stad.

In de reeds goedgekeurde partnerschapsovereenkomst worden de standaard voorwaarden binnen het Interreg programma omschreven zoals het geldende juridisch kader, de verplichtingen van de partijen, subsidiabiliteitsvoorwaarden en communicatieverplichtingen. De voorgelegde aanvullende partnerschapsovereenkomst omvat verduidelijking en aanvulling van de eerder gemaakte afspraken in de originele partnerschapsovereenkomst en bestaat uit:

• de definities van de termen die gebruikt worden in de overeenkomst (Art. 1.);
• het toepasingsgebied en de geldigheid van de overeenkomst (Art. 2.). Hierin wordt ook bepaald dat de overeenkomst onder Belgisch recht valt en dat de subsidieovereenkomt, de finale versie van het projectvoorstel en de originele partnerschapsovereenkomst integraal deel uitmaken van de overeenkomst;
• de geldigheidstermijn van de overeenkomst met retroactieve werking vanaf de ondertekening van het subsidiecontract (Art. 3.);
• de modaliteiten voor het amenderen van de overeenkomst (Art. 4.);
• de keuze voor het Engels als werktaal binnen het project (Art. 5.);
• de omgang met derde partijen en eventuele opvolging van projectpartijen (Art. 6);
• de benoeming van de Stuurgroep als besluitvormingsorgaan binnen het project en de geldende besluitvormingsregels (Art. 7.);
• de algemene verplichtingen van de partners (Art. 8. en 10.) en van de lead partner (Art. 9.);
• de rapportageverplichtingen van de partners (Art. 11.);
• de verantwooordelijkheden en respectievelijke rollen van de partners en de promotor bij het financieel management van het project (Art. 12). Hierin wordt ook omschreven hoe alle projectpartners bijdragen aan de gedeelde kost die voortkomt uit de co-financiering van het projectmanagement;
• de voorschriften voor bewijslast van uitgaven voor de auditeerbaarheid- en subsidiabiliteitsvereisten (Art. 13., 14. en 15.);
• de informatie- en communicatieverplichtingen met betrekking tot de projectresultaten (Art. 16.);
• de omgang met vertrouwelijke informatie binnen het project (Art. 17.) en de toegang en bescherming van intellectuele eigendomsrechten (Art. 18.);
• de procedures die gehanteerd worden wanneer één van de projectpartners zijn verplichtingen in de projectuitvoering niet nakomt (Art. 19. en 20.);
• de omgang met geschillen binnen het project (Art. 22.).

Het totale projectbudget bedraagt 5.297.095,30 euro. Het Antwerpse aandeel daarin bedraagt 707.022,07 euro. Het subsidiepercentage bedraagt 60% (= 424.213,24 euro). In Annex 4, die deel uitmaakt van het voorgelegde amendement, is een begroting gemaakt van de 'shared cost', de gedeelde kosten van het project die door alle partners worden gedragen. Conform artikel 12 van de aanvullende partnerschapsovereenkomst aan de partnerschapsovereenkomst zullen alle partners bijdragen aan de co-financiering van het projectmanagement. Zij zullen deze bijdrage overmaken aan enerzijds TU Delft, de projectpartner die optreedt als promotor en bijgevolg het projectmanagement op zich neemt, en anderzijds UGent, verantwoordelijk voor de projectcommunicatie.