Terug

2018_GR_00349 - Code van politiereglementen - Wijzigingen - Goedkeuring

gemeenteraad
ma 28/05/2018 - 19:30 Bernarduscentrum
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Filip Dewinter, raadslid; Kathleen Van Brempt, raadslid; Freya Piryns, raadslid; André Gantman, raadslid; Güler Turan, raadslid; Robert Voorhamme, raadslid; Anke Van dermeersch, raadslid; Monica De Coninck, raadslid; Fauzaya Talhaoui, raadslid; Greet van Gool, raadslid; Bruno Valkeniers, raadslid; Wim Van Osselaer, raadslid; Patrick Janssen, raadslid; Peter Mertens, raadslid; Yasmine Kherbache, raadslid; Wouter Vanbesien, raadslid; Mie Branders, raadslid; Galina Matushina, raadslid; Carine Leys, raadslid; Lisa Geets, raadslid; Leyla Aydemir, raadslid; Johan Klaps, raadslid; Vic Van Aelst, raadslid; Danielle Meirsman, raadslid; Dirk Rochtus, raadslid; Martine Vrints, raadslid; Koen Laenens, raadslid; Martijn Van Esbroeck, raadslid; Franky Loveniers, raadslid; Danny Feyen, raadslid; Jean Goedtkindt, raadslid; Joris Giebens, raadslid; Kevin Vereecken, raadslid; Fatima Talhaoui, raadslid; Dirk Van Duppen, raadslid; Axel Polis, raadslid; Ingrid Seghers, raadslid; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Gerolf Annemans, raadslid; Karim Bachar, raadslid; Maya Detiège, raadslid; Fatma Akbas, raadslid; Mohamed Chebaa Amimou, raadslid; Imade Annouri, raadslid; Vera Drozdik, raadslid; Serge Muyters, korpschef; Glenn Verspeet, korpschef ad interim

Verontschuldigd

Fons Duchateau, schepen; Philip Heylen, raadslid; Toon Wassenberg, raadslid; Liesbeth Homans, raadslid; Kathy Kimpe, raadslid

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter
2018_GR_00349 - Code van politiereglementen - Wijzigingen - Goedkeuring 2018_GR_00349 - Code van politiereglementen - Wijzigingen - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet: de gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen.

Artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet werd gewijzigd door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Deze wet trad in werking op 1 januari 2014. Het gewijzigde artikel 119bis bepaalt: de gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Artikel 2 §1 van de wet van 24 juni 2013 bepaalt: de gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald.

Artikel 6 §1 van deze wet bepaalt dat de administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.

Artikel 45 van deze wet bepaalt dat de schorsing, de intrekking en de sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege.

Artikel 4 §5 van deze wet bepaalt: indien de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen de mogelijkheid voorziet om de administratieve geldboete ten aanzien van minderjarigen op te leggen, wint hij vooraf het advies in betreffende dat reglement of die verordening van het orgaan of de organen die een adviesbevoegdheid hebben in jeugdzaken, voor zover het aanwezig is of zij aanwezig zijn in de gemeente.

Argumentatie

1. Netheid van de openbare ruimte (Stadsbeheer)

Op het grondgebied van de stad zijn thans 608 ondergrondse afvalcontainers aanwezig, verdeeld over 132 sorteerstraten, waarvan 103 sorteerstraten in verplichte sorteerstraatzones. Er zijn ongeveer 30.000 gebruikers, wat een gemiddelde van 230.000 stortingen per maand oplevert met een equivalent van meer dan 550 ton afval per maand. Tegen 2020 zouden er minstens 1100 ondergrondse afvalcontainers aanwezig moeten zijn op het grondgebied, verdeeld over ongeveer 275 sorteerstraten, waarvan naar schatting ongeveer 220 sorteerstraten in verplichte sorteerstraatzones.

Gelet op de uitbreiding van het aantal ondergrondse afvalcontainers en het aantal sorteerstraten, is het noodzakelijk de bepalingen hieromtrent aan te vullen. Er wordt een definitie voorzien voor de sorteerpas en de sorteerpashouder en de definitie van een sorteerstraat wordt aangepast. De gedragsregels inzake het gebruik van de sorteerstraatzone worden uitgebreid om bevuiling van de openbare weg zoveel mogelijk tegen te gaan. Zo worden de gebruikstijden van de sorteerstraten omschreven, wordt bepaald dat de sorteerpas enkel door de sorteerpashouder gebruikt kan worden, is het verboden om afval aan te bieden tot boven de rand van de inwerpzuil, enzovoort. De huidige bepalingen zullen thans ook van toepassing zijn op het gebruik van de sorteerstraten door een rechtspersoon als sorteerpashouder. Er wordt bovendien uitdrukkelijk opgenomen dat de sorteerpashouder geacht wordt de aanbieder van het afval te zijn en daarom ook verantwoordelijk gehouden voor elk gebruik of misbruik van de sorteerpas. De verantwoordelijkheid houdt pas op te bestaan in geval van blokkering van de sorteerpas bij verlies of diefstal.

Verder worden enkele artikels redactioneel aangepast met het oog op uniformiteit.

De definities van grofvuil en restafval werden in overeenstemming gebracht met het materialendecreet (decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen) en het Vlarema (besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen).

Verder werden een aantal bepalingen gewijzigd om tegemoet te komen aan de huidige situatie, zoals een uitbreiding van het aantal fracties in de recyclageparken (harde kunststoffen, piepschuim, kaarsresten, enzovoort), de aanpassing van de toegangstijden voor het recyclagepark te Zandvliet, enzovoort.

2. Ongezonde en onveilige onroerende goederen (Maatschappelijke Veiligheid: Bestuurlijke Handhaving)

Er wordt vastgesteld dat er op het grondgebied van de stad een heel aantal onroerende goederen (kosteloos of tegen betaling) ter beschikking wordt gesteld voor bewoning, hoewel het onroerend goed kennelijk in onveilige of ongezonde toestand verkeert. De verloedering of zelfs verkrotting van het onroerend goed weerhoudt sommige eigenaars en andere houders van een zakelijk recht er kennelijk niet van om het ter beschikking te stellen voor bewoning.

Het ter beschikking stellen van een onroerend goed dat niet in veilige en/of gezonde toestand verkeert, houdt een ernstig risico in voor de veiligheid en gezondheid van zowel de bewoners en gebruikers als van de omgeving. De verloedering van een onroerend goed trekt bovendien diverse vormen van overlast aan, zoals sluikstort en vandalisme. Het veroorzaakt overigens een onveiligheidsgevoel in de buurt, hetgeen nog versterkt wordt door het risico op de aanwezigheid van onder meer hangjongeren, krakers of druggebruikers. Het is daarom noodzakelijk om de malafide terbeschikkingstelling van onroerende goederen tegen te gaan.

Het huidige artikel 54 omvat geen concrete verplichting inzake en biedt daarom onvoldoende waarborgen om deze doelstelling te bereiken.

Om de openbare veiligheid en gezondheid te kunnen vrijwaren, is het noodzakelijk om eigenaars en bij uitbreiding alle houders van een zakelijk recht te gebieden dat zij hun onroerend goed enkel ter beschikking kunnen stellen in een veilige en gezonde toestand. De veilige en gezonde toestand moet bovendien gegarandeerd worden tijdens de gehele duur van de terbeschikkingstelling.

Verder is het noodzakelijk om de houder van een zakelijk recht verantwoordelijk te stellen voor het oneigenlijk gebruik van het ter beschikking gestelde (gedeelte van het) onroerend goed.

Het gebruik dat als oneigenlijk beschouwd wordt, wordt op niet-limitatieve wijze opgesomd.

Zo wordt het gebruik in strijd met de stedenbouwkundig vergunde of vergund geachte functie beschouwd als oneigenlijk indien dit gepaard gaat met verstoring van de openbare orde. Het gaat bijvoorbeeld om een onroerend goed dat opgedeeld werd zonder de vereiste stedenbouwkundige vergunning, waardoor het aantal bewoners verhoogt terwijl er onvoldoende voorzieningen aanwezig zijn/gegarandeerd worden zodat dit een verhoogde afvalproductie en een verhoogde kans op sluikstort met zich meebrengt. Deze bepaling neemt uiteraard niet weg dat de inbreuk op de stedenbouwkundige regelgeving, sensu stricto, wordt gehandhaafd overeenkomstig de toepasselijke regelgeving.

Ook de verloedering van het pand die een gevaar vormt voor de openbare orde wordt beschouwd als oneigenlijk gebruik. Hieronder worden onder andere situaties begrepen waarin het pand onvoldoende werd afgesloten zodat onder andere krakers en druggebruikers vrij spel krijgen met een hoog brandrisico tot gevolg door een slecht werkende gas-, elektriciteits- en/of verwarmingsinstallatie, pogingen om zelf het pand te verwarmen, enzovoort.

Ook de bewoning door een te groot aantal personen, bijvoorbeeld de overschrijding van de bezettingsnorm zoals uitgewerkt in de leidraad ‘technische richtlijnen voor een woningskwaliteitonderzoek’ (www.wonenvlaanderen.be) of de bewoning door een hoger aantal personen dan diegenen begrepen in de huurovereenkomst, wordt als oneigenlijk gebruik beschouwd, indien dit gepaard gaat met verstoring van de openbare orde. De verstoring van de openbare orde kan onder meer blijken uit herhaalde meldingen van bijvoorbeeld geluidsoverlast, vechtpartijen, sluikstort, enzovoort. Een overbewoning an sich impliceert in vele gevallen bovendien ook een gezondheidsrisico voor de nabije omgeving, zoals in geval van epidemieën en epizoötieën. Ook hier staat deze bepaling de handhaving van een inbreuk op de toepasselijke regelgeving, sensu stricto, overeenkomstig deze regelgeving niet in de weg.

3. Hinderlijke spelen en hinderlijk gedrag (Lokale Politie)

Redactionele aanpassing en verduidelijking van artikel 91.

Verder wordt een artikel 92bis ingevoerd ter voorkoming dat gelegitimeerde tussenkomsten van toezicht- en hulpdiensten bemoeilijkt of verhinderd worden. Om de openbare veiligheid te kunnen garanderen is het noodzakelijk dat toezicht- en hulpdiensten (brandweer, ambulanciers, parkeerwachters, politiediensten, GAS-vaststellers, enzovoort) hun werkzaamheden ongehinderd kunnen uitoefenen. Zij oefenen hun functie op een professionele en dienstbare wijze uit, doch maken regelmatig het voorwerp uit van agressie, intimidatie en provocatie van omstaanders. In vele gevallen bemoeilijkt of verhindert dit hun tussenkomst, waardoor de openbare rust en veiligheid verder in het gedrang komt. Het is noodzakelijk om in zulke situaties gepast te kunnen optreden om verdere escalatie te vermijden en grensoverschrijdend gedrag en verdere normvervaging terug te dringen.

Het gaat daarbij om gedragingen waarbij een gelegitimeerde tussenkomst (al dan niet opzettelijk) gehinderd of bemoeilijkt wordt en waar de huidige lokale reglementering alsook het strafrecht niet van toepassing zijn. Het gaat onder meer om het gebruik of misbruik van bepaalde voorwerpen opdat tussenkomsten verhinderd worden (zoals het gooien van stenen, eieren, bommetjes, enzovoort), het ophitsen van een menigte rondom de hulpverleners of toezichthouders zodat zij hun functie niet optimaal kunnen uitvoeren, het uitvoeren van hinderlijke lichaamsbewegingen (zoals het belemmeren van het zicht van een voertuig van de toezicht- of hulpdienst of voor diens voertuig te springen om deze te doen vertragen of te doen stoppen), het uitvoeren van afleidingsmanoeuvres om nadrukkelijk de aandacht te trekken, het aanraken van materialen van de toezicht- of hulpdienst, het betreden van een door de toezicht- of hulpdienst afgebakende perimeter of het weigeren om een plaats van tussenkomst te verlaten.

4. Bedelen op de openbare weg (Lokale Politie) 

Redactionele wijziging door aanpassing van de wijze van opsomming.

5. Mobiele reclame en reclamestands (Ondernemen en Stadsmarketing, Maatschappelijke Veiligheid: Bestuurlijke Handhaving)

De definitie van een reclamestand wordt aangepast om het onderscheid met een (reclame-)evenement duidelijker te schetsen. Een reclamestand zonder bemanning of uitsluitend bemanning met het oog op flyering/sampling wordt niet als evenement beschouwd, zelfs indien het georganiseerd werd ter vermaak of voorlichting van het publiek.

Bovendien wordt artikel 100quater aangevuld met een §5. Het verbod om de openbare ruimte te bevuilen bij het uitdelen van drukwerk en de verplichting om de nabije omgeving hierbij proper te houden, geldt immers evenzeer bij het bedelen van informatief en politiek drukwerk. Ingevolge een eerdere wijziging aan de politiecodex is dit artikel evenwel onder een onderafdeling ‘mobiele reclame’ geplaatst, zodat er mogelijks verwarring kan bestaan omtrent het toepassingsgebied van het verbod en de verplichting in artikel 100quater. Informatief en politiek drukwerk worden overeenkomstig artikel 99 niet beschouwd als reclame, doch ook bij het bedelen van dit soort drukwerk dienen de verplichtingen overeenkomstig artikel 100quater gerespecteerd te worden.

 6. Gebruik van drones (Lokale Politie)

De meldingsplicht voor een dronevlucht zoals voorzien in artikel 101bis werd ingevoerd bij beslissing van de gemeenteraad op 24 april 2017 (jaarnummer 222). De eigenaar of de piloot moet elke vlucht boven het grondgebied met een niet-recreatieve drone vooraf melden aan de burgemeester. Onder niet-recreatieve drone wordt verstaan elke vluchtuitvoering klasse 1 en 2 zoals voorzien in het Koninklijk Besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim. De stedelijke website voorziet in een standaard formulier waar deze melding kan gebeuren. De melder ontvangt hiervan tevens een ontvangstbevestiging. Het is belangrijk dat de toezichthoudende instanties op vlotte en efficiënte wijze kunnen nagaan of de eigenaar of piloot voldaan heeft aan deze voorafgaande meldingsplicht. Het is  daarom noodzakelijk dat de piloot de ontvangstbevestiging van de melding tijdens de vlucht bij zich draagt en op eerste verzoek toont aan de bevoegde diensten.

7. Sluitingsuren openbare plaatsen en parken (Maatschappelijke Veiligheid: Sociale Interventie, Lokale Politie)

Artikel 101ter van de politiecodex werd ingevoerd bij beslissing van de gemeenteraad van 16 oktober 2017 (jaarnummer 624) omdat de noodzaak zich stelde om een aantal locaties van de openbare ruimte, waar een verhoogd risico bestaat op openbare ordeverstoring, overlast en/of kleine criminaliteit, ’s avonds af te sluiten voor het publiek. Het ging onder meer over parken, buurtspeeltuintjes of binnenplaatsen van huisvestingscomplexen.

Voor de Geelhandplaats, een binnenplaats van een huisvestingscomplex, werden in de periode van mei 2014 tot mei 2016 109 processen-verbaal opgemaakt, onder meer voor:

beschadigingen (15 processen-verbaal), slagen en verwondingen (9 processen-verbaal), nachtlawaai (11 processen-verbaal) en diefstallen in een woning (7 processen-verbaal). In dezelfde periode werden er voor de Geelhandplaats bovendien 542 meldingen gedaan waarvan 313 betrekking hadden op geluidshinder en nachtlawaai en 117 op jongerenoverlast. Onder jongerenoverlast wordt verstaan storend rondhanggedrag, pesterijen en lichte feitelijkheden, gepleegd door jongeren onder de 25 jaar. Deze problematiek lokaliseert zich ook op andere plaatsen.

Sedert 15 december 2017 wordt de Geelhandplaats fysiek afgesloten tussen 20 uur en 6 uur. De sluitingsuren zijn ter plaatse kenbaar gemaakt.

De bevoegde toezichtdiensten stellen echter vast dat er tijdens de sluitingsuren nog steeds veel jongeren rondhangen op het binnenplein. Het betreffen voornamelijk jongeren die woonachtig zijn in het huisvestingscomplex, maar ook andere jongeren die door hen worden binnengelaten en hen ‘vergezellen’.

Het is daarom noodzakelijk om specifiek voor binnenplaatsen van huisvestingscomplexen bijkomend te bepalen welke personen tijdens de sluitingsuren toegang kunnen hebben en voor welke doeleinden. Bewoners van het huisvestingscomplex zelf en bezoekers van de bewoners moeten uiteraard de toegang behouden tot de binnenplaats. Deze toegang moet tijdens de sluitingsuren echter beperkt zijn tot de noodzakelijke verplaatsingen van en naar het huisvestingscomplex. Ook de eigenaar van een woning binnen het huisvestingscomplex hoort hierbij. Verder moet ook het bevoegd werkpersoneel in staat blijven om noodzakelijke herstellingen te blijven uitvoeren. Ook hulp- en ordediensten moeten te allen tijde toegang behouden. In geval van betwisting zal de toezichthoudende instantie telkens in concreto nagaan of de aangetroffen persoon zich al dan niet rechtmatig op het afgesloten binnenplein begeeft.

8. Manifestaties en evenementen (Ondernemen en Stadsmarketing)

Op 9 maart 2018 keurde het college van burgemeester en schepenen het evenementenkader goed (jaarnummer 2138). De bepalingen over evenementen in de code van politiereglementen worden hierop afgestemd.

Vooreerst wordt het onderscheid tussen een manifestatie en een evenement duidelijker omschreven.

Een manifestatie is het bij elkaar komen van een groep mensen om anderen hun standpunt of hun mening van politieke, religieuze, sociale, culturele of van welke aard ook, kenbaar te maken en te propageren. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een culturele organisatie die een betoging organiseert om aandacht te vragen voor haar noden en daarom een verhoogde subsidie of toelage beoogt. Het kan verder gaan om een opkomst van een protestantse beweging die betoogt om de erkenning van godsdiensten te vergemakkelijken. Een ander voorbeeld is Greenpeace die betoogt tegen de kerncentrales. Het gaat hier om opkomsten waarbij men een bepaald doel voor ogen heeft en zijn argumenten kracht wenst bij te zetten door een bijeenkomst te organiseren. Een manifestatie onderscheidt zich van een samenscholing ingevolge haar georganiseerd karakter. De samenscholing zoals voorzien in artikel 102, §2 kenmerkt zich door haar ongeorganiseerd karakter.

Een evenement daarentegen is een in tijd en ruimte beperkte en verplaatsbare georganiseerde activiteit of feestelijkheid ter vermaak of ter voorlichting van een publiek, op een vooraf bepaalde plaats en tijdstip. Onder evenement wordt onder andere begrepen een feest (buurtfeest, volksfeest, schoolfeest, enzovoort), het organiseren van een speelstraat, een muziekactiviteit (festival, fuif, galabal, enzovoort), een stoet van eender welke aard zoals een carnavalsstoet, een trouwstoet of een religieuze stoet, reclame-evenementen, goede doelen acties, enzovoort. Specifiek kan het gaan om een culturele organisatie die een cultuurmarkt organiseert ter vermaak of voorlichting van het publiek dat zij hiermee aantrekt. Verder kan het gaan om een religieuze processie of een evenement van Greenpeace om hun werking voor te stellen aan een publiek.

Inzake evenementen wordt een onderscheid gemaakt tussen een klein, een middelgroot en een groot evenement. Een evenement kan verder een publiek of besloten karakter hebben en plaats vinden in open lucht, in een binnenruimte of op een vaartuig. Een evenement kan ook georganiseerd worden op een vergund open horecaterras.

Het onderscheid wordt gemaakt aan de hand van verschillende criteria. Zo kan een klein evenement nooit een evenement zijn dat georganiseerd wordt door een studentenvereniging of plaatsvinden op een vaartuig, gaat het evenement niet door op een locatie in een horeca- of winkelkern, enzovoort. Een groot evenement is een evenement met meer dan 3000 bezoekers en/of deelnemers per dag of 1500 bezoekers en/of deelnemers op het drukste moment. Middelgroot is het evenement dat niet beantwoordt aan de criteria voor een groot en klein evenement.

Die criteria verschillen al naargelang het evenement een publiek karakter dan wel een besloten karakter heeft. Zo mogen bij een klein publiek evenement maximaal 500 bezoekers en/of deelnemers gelijktijdig aanwezig zijn; bij een klein besloten evenement maximaal 20 genodigden.

Rekening houdend met de risico’s die het organiseren van evenement voor de ordehandhaving met zich brengt, is al naar gelang de grootte van het evenement, het besloten of publiek karakter of de locatie waar het evenement plaats vindt hetzij een melding aan hetzij een toelating van de burgemeester vereist.

Zo moeten worden gemeld:

  • kleine publieke evenementen in openlucht, ongeacht de eigendomsstatus;
  • publieke evenementen die plaatsvinden in een binnenruimte die op een andere wijze gebruikt wordt dan het oorspronkelijke/bestemde gebruik;
  • alle besloten evenementen op een passagiersschip of commercieel pleziervaartuig in de stadshaven;
  • kleine evenemententerrassen.

Vereisen een toelating van de burgemeester, onder meer:

  • (middel)grote publieke evenementen:
    • in openlucht, ongeacht de eigendomsstatus;
    • op een passagiersschip of commercieel pleziervaartuig in de stadshaven;
    • (middel)grote besloten evenementen op openbaar domein;
    • grote evenemententerrassen.

Zijn niet onderworpen aan de meldingsplicht of toelating burgemeester:

  • publieke evenementen die plaatsvinden in een binnenruimte die daartoe bestemd is;
  • kleine besloten evenementen in openlucht op openbaar domein;
  • alle besloten evenementen in openlucht op privaat domein;
  • alle besloten evenementen in een binnenruimte (uitgezonderd in een vaartuig).

Middelgrote en grote besloten evenementen op het openbaar domein zijn in principe verboden en enkel uitzonderlijk mogelijk mits toelating van de burgemeester. Hetzelfde geldt voor evenementen die plaatsvinden op een ander vaartuig dan een passagiersschip of commercieel pleziervaartuig.

De termijnen voor een aanvraag toelating en een melding worden in verhouding gebracht met de termijnen die voor het geplande evenement nodig zijn. Onder meer om een inschatting te maken van de eraan verbonden risico’s, om de nodige adviezen te vragen aan of controles te laten uitvoeren door de betrokken stads-politie-hulpdiensten en om naast de algemene voorwaarden ook specifieke randvoorwaarden te bepalen. De volledige aanvraag voor grote evenementen moet ten laatste vier maanden op voorhand worden ingediend, middelgrote evenementen ten laatste zes weken op voorhand. Kleine evenementen dienen ten laatste drie weken voor het evenement gemeld te worden.

De algemene voorwaarden, die op alle evenementen die plaatsvinden op de openbare ruimte van toepassing zijn, worden verfijnd. Zo wordt voor evenementen op de Via Sinjoor-as en haar aanloopstraten rekening gehouden met het gewijzigd evenementenkader dat werd goedgekeurd door het college op 9 maart 2018 (jaarnummer 2138). Aan de waterrand moet een vrije ruimte van 10 meter op het kaaioppervlak te rekenen vanaf de blauwe steen vrijgehouden worden. Verder is het verboden om de evenementenzone te gebruiken als een private parking voor gasten, medewerkers of de organisator. Enkel technische wagens kunnen daar gestationeerd zijn. Hoe en wanneer publieke evenementen en circussen kunnen worden aangekondigd wordt nader bepaald.

Tenslotte worden er ook bijzondere voorwaarden voorzien voor evenemententerrassen. Zo moet de uitbater van het horecaterras een terrastoelating hebben en moet het evenement binnen de vergunde oppervlakte plaatsvinden. Voor evenementen op passagiersschepen en commerciële pleziervaartuigen wordt verwezen naar het politiereglement voor het stadshavengebied.

9. Kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie (Ondernemen en Stadsmarketing)

Op 2 mei 2018 keurde de gemeenteraad het (politie)reglement op openbare kermissen en kermisactiviteiten goed. De bepalingen van hoofdstuk 4 van titel 3 van de code van politiereglementen werden integraal overgenomen. Het nieuwe reglement op openbare kermissen en kermisactiviteiten is een politiereglement zodat inbreuken op dit reglement gesanctioneerd kunnen worden met gemeentelijke administratieve sancties. De bepalingen hieromtrent in de code van politiereglementen kunnen dus geschrapt worden.

10. Ambulante activiteiten (Ondernemen en Stadsmarketing)

Op 27 november 2017 keurde de gemeenteraad het (politie)reglement voor de openbare markten goed (jaarnummer 724). De bepalingen in afdeling 1 van hoofdstuk 5 van titel 3 van de code van politiereglementen waren hoofdzakelijk van toepassing op openbare markten. De gedragsregels die hierin werden opgenomen zijn thans opgenomen in het reglement voor de openbare markten. Het reglement voor de openbare markten is een politiereglement zodat inbreuken op dit reglement sanctioneerbaar zijn met gemeentelijke administratieve sancties. De bepalingen die nog in de code van politiereglementen werden opgenomen en uitsluitend van toepassing zijn op ambulante handel op openbare markten kunnen dus geschrapt worden, zodat in afdeling 1 van hoofdstuk 5 van titel 3 van de code van politiereglementen enkel de bepalingen behouden blijven die van toepassing zijn op ambulante handel in de openbare ruimte buiten de openbare markten en standplaatsen die in concessie werden gegeven. Rekening houdende met het bovenstaande, wordt ook de titel van hoofdstuk 5 aangepast, evenals de formulering van het toepassingsgebied van de gedragsregels in afdeling 1.

Op 27 november 2017 keurde de gemeenteraad tevens een nieuw reglement betreffende ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten goed (jaarnummer 727). De aanleiding hiertoe was het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 (Besluit van de Vlaamse regering van 21 april 2017 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, BS 29 mei 2017) dat enkele belangrijke wijzigingen aan het Koninklijk Besluit van 24 september 2006 over de organisatie en uitoefening van ambulante activiteiten omvatte. De gemeente of stad wordt voorzien van meer mogelijkheden om vaste plaatsen te voorzien voor ambulante activiteiten in de openbare ruimte buiten de openbare markten. Ook met betrekking tot rondtrekkende activiteiten kan de stad zelf de modaliteiten bepalen. Het gemeentelijk reglement mag afwijken van meerdere artikels van het Koninklijk Besluit, wat de gemeente een grotere autonomie geeft om deze materie te regelen naar eigen inzicht.

Bij de goedkeuring van het reglement betreffende ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten werd onder meer rekening gehouden met een administratieve vereenvoudiging, een duidelijke en heldere omschrijving van de begrippen, de controle- en handhavingsmogelijkheden en de digitalisering.

Het is noodzakelijk om ook de bepalingen in de code van politiereglement die de ambulante handel op de openbare ruimte buiten de openbare markten reguleren, uniform te maken met het bovenstaande gemeentelijk reglement en de gewijzigde wetgeving.

De aanvraagtermijn voor een toelating om ambulante handel te drijven op het grondgebied van de stad Antwerpen wordt geschrapt. Ingevolge het nieuwe reglement betreffende ambulante handel kan de aanvraag vaak sneller verlopen dan voordien, zodat deze termijn overbodig wordt. De terminologie “rondtrekkende en rondrijdende ambulante handelaars” wordt aangepast naar “rondtrekkende ambulante handelaars” met het oog op uniformiteit met het reglement betreffende ambulante handel. Ook de definitie wordt eenvormig gemaakt. Het verbod op ambulante handel in de binnenstad wordt bovendien opgeheven voor rondtrekkende ambulante handelaars, met uitzondering van de overige bestaande verboden plaatsen.

De tijdspanne binnen dewelke ambulante activiteiten uitgeoefend kunnen worden, wordt beperkt om een gelijkheid te voorzien met reguliere handelszaken.

Verder mag geen ambulante handel gedreven worden in een straal van 300 meter rond een reeds gevestigde handelaar, concessionaris of toegelaten ambulante handel die gelijkaardige producten verkoopt.

11. Maatregelen om brand in studentenhuisvesting en in gebouwen met kamers te voorkomen en te bestrijden (Maatschappelijke Veiligheid, Brandweer)

De artikelen 321, 344 en 576 worden redactioneel aangepast met het oog op een verbeterde leesbaarheid. 

12. Recreatie: vissen (Stadshaven)

Het aantal locaties waar visserij toegelaten is in het stedelijk havengebied wordt uitgebreid.

Het is echter noodzakelijk te voorzien dat vissers tijdens scheepsmanoeuvres ter hoogte van de ligplaatsen extra aandachtig moeten zijn en hun visgerei onmiddellijk binnen moeten halen om schroef- en roerschade te vermijden.

13. Daden van ontucht en prostitutie (Maatschappelijke Veiligheid, Lokale Politie)

De hygiënevoorschriften voor de raamprostitutieruimtes worden aangepast in die zin dat voortaan vereist wordt dat het aanwezige meubilair en materiaal meteen met water en zeep afwasbaar is. Specifiek moet ook de verplichte matrashoes in elke werkruimte meteen met water en zeep afwasbaar zijn. Dit is noodzakelijk opdat het meubilair en de matrashoezen op adequate wijze kunnen worden schoongemaakt na elke activiteit en vlekken of lichaamsvocht niet de kans krijgen om in het meubilair of de matrashoes te dringen. Uit niet aangekondigde politiecontroles inzake hygiëne, bleek namelijk dat er vaak geen verplichte matrashoes aanwezig was of een matrashoes die niet meteen afwasbaar was, waardoor vlekken of lichaamsvocht reeds in de matrashoes gedrongen waren.

Verder wordt naast de verplichte aanwezigheid van een ‘safe sex’-poster nu ook het aanbrengen van een ‘safe sex’-sticker vereist. Deze door de stad ter beschikking gestelde sticker zal, net zoals de poster, informatie bevatten over veilige seksuele contacten en de gevaren van seksueel overdraagbare aandoeningen. Thans hangt de meerderheid van de eigenaars de sticker al uit, maar was dit nog geen verplichting. In de toekomst wordt het uithangen van de sticker verplicht en moet deze onderaan de vitrine hangen en zichtbaar zijn voor voorbijgangers. 

Inzake het alarmsignaal en de afsluitbaarheid van de toegangsdeur van de werkruimte worden enkele redactionele wijzigingen aangebracht.

De hoofdhouder kan zich voor het beheer van de raamprostitutieruimte laten bijstaan door een beheerder. Tot op heden was dit beperkt tot de bijstand van één beheerder. Een hoofdhouder die meer dan 30 vitrines beheert in zijn raamprostitutieruimte(n), zal in de toekomst ook een tweede beheerder kunnen aanstellen. Op die manier wordt vermeden dat de kwaliteit van het beheer van een dergelijk groot aantal vitrines vermindert ingevolge de beperking tot één beheerder.

Een beheerder zelf kan bovendien maar met het beheer van 30 vitrines belast worden. Tot op heden kon hij binnen de beperking van maximaal 30 vitrines maar liefst 4 hoofdhouders bijstaan bij het beheer van de raamprostitutieruimte(n). Dit aantal zal verminderd worden naar maximaal 1 hoofdhouder. Ingevolge de unieke positie die zij bekleden m.b.t. de verhuring van kamers aan sekswerkers is het noodzakelijk een gevarieerd aanbod van beheerders te kunnen behouden en elke vorm van belangenvermenging uit te sluiten. Recent kreeg de burgemeester namelijk kennis van een gerechtelijk onderzoek dat liep tegen twee beheerders, waaruit nogmaals bleek dat zij een uitzonderlijke positie bekleden die vatbaar is voor misbruik, indien onvoldoende toezicht wordt uitgeoefend.

Verder wordt de reikwijdte van het moraliteitsonderzoek aangepast. Het is belangrijk dat houders en beheerders van een raamprostitutiepand niet veroordeeld werden voor feiten die onder andere betrekking hebben op exploitatie van prostitutie, het houden van een huis van prostitutie, mensenhandel en/of mensensmokkel. Prostitutie is echter een internationaal gegeven, waardoor het moraliteitsonderzoek niet beperkt kan blijven tot de eigen landsgrenzen. Het is noodzakelijk het moraliteitsonderzoek uit te breiden met de vergelijkbare wetten en misdrijven in het buitenland. Ook de Antiracisme-, Antidiscriminatie- en Genderwet en sociale wetgeving moeten opgenomen worden binnen het moraliteitsonderzoek, gelet op de positie die de houders en beheerders van een raamprostitutiepand bekleden.

Tot slot moet er bij de aanvraag voor een geschiktheidsverklaring een uittreksel uit het strafregister gevoegd worden door de houder en hoofdhouder. Er wordt thans gespecifieerd welk type uittreksel zij dienen te bezorgen. Ook bij de aanstelling van een beheerder zal dit type uittreksel bezorgd moeten worden in hoofde van de beheerder. Bij de aanvraag van een geschiktheidsverklaring en aanvraag tot aanstelling van een beheerder wordt bovendien ook een kopie van de identiteitskaart gevraagd om een correcte en betrouwbare identificatie van alle betrokkenen mogelijk te maken.

 

14. Doortrekkersterrein voor woonwagenbewoners (Sociale Dienstverlening)

Een doortrekkersterrein wordt in artikel 406 gedefinieerd als een terrein bestemd en ingericht in standplaatsen om tijdelijk verkeerswaardige woonwagens te plaatsen. Concreet werd het terrein d’Herbouvillekaai 37 te 2020 Antwerpen bestemd en ingericht als doortrekkersterrein. Dit terrein was gelegen in de investeringszone Petroleum Zuid (thans Blue Gate Antwerp).

Op 29 juni 2009 keurde de gemeenteraad een akkoord en afsprakennota met Vlaanderen goed over de herontwikkeling van de investeringszone Petroleum Zuid (nu Blue Gate Antwerp) tot een eco-innovatief bedrijventerrein (jaarnummer 1049). Ingevolge deze overeenkomst stelde AG VESPA de betrokken diensten op 26 november 2013 in kennis dat het terrein uiterlijk op 31 december 2015 verlaten moest zijn.

Het college gaf de dienst Stadsontwikkeling/Ruimtelijke Ordening op 29 maart 2013 de opdracht om onderzoek te doen naar mogelijke locaties voor een nieuw doortrekkersterrein (jaarnummer 3209).

Het college nam kennis van de voorgestelde locaties voor de herlokalisatie en gaf op 18 juli 2014 de opdracht aan AG VESPA om een onderhandelingsprocedure op te starten voor de aankoop van de grond gelegen op de site Industrielaan Deurne (jaarnummer 7507). Deze onderhandeling strandde echter omdat de eigenaar niet wenst te verkopen.

Het doortrekkersterrein aan d’Herbouvillekaai 37 werd met toestemming van AG VESPA nog in gebruik genomen tot 31 december 2016. Sedertdien was er geen doortrekkersterrein meer in de zin van artikel 406. Op heden is er nog steeds geen nieuwe locatie gevonden voor een nieuw terrein. Een herlokalisatie zou bovendien gepaard gaan met nieuwe bepalingen en gedragsregels. Het komt dan ook gepast voor de huidige bepalingen met betrekking tot de doortrekkersterreinen te schrappen.

 

15. Perimeterverbod (Lokale Politie)

Het perimeterverbod zoals omschreven in artikel 664 van de code van politiereglementen is erop gericht mogelijke verstoringen van de openbare orde naar aanleiding van een voetbalwedstrijd, door personen met een stadionverbod, tegen te gaan, onverminderd de toepassing van artikel 21 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden (hierna: voetbalwet).

In artikel 664 van de code van politiereglementen wordt verwezen naar de perimeter zoals voorzien in artikel 2,9° van de voetbalwet, met name de “ruimte aansluitend bij de buitenomheining van het stadion waarvan de geografische grenzen vastgesteld worden door de Koning, na raadpleging van de betrokken burgemeester, politiediensten en organisator; deze ruimte mag een straal van 5.000 meter vanaf de buitenomheining van het stadion niet overschrijden”. De perimeter voor het Bosuilstadion wordt omschreven in het Koninklijk Besluit van 22 april 2003 tot bepaling van de perimeter van het Bosuilstadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden. De perimeter voor het Olympisch Stadion wordt omschreven in het Koninklijk Besluit van 26 maart 2003 tot bepaling van de perimeter van het Olympisch stadion inzake de veiligheid bij voetbalwedstrijden.

Artikel 664 van de code van politiereglementen bepaalt dat het perimeterverbod geldt voor de publieke ruimte binnen deze wettelijk omschreven perimeters. De Lokale Politie Antwerpen stelde echter vast dat personen met een stadionverbod zich tijdens de wedstrijd ophouden in de gekende supporterscafés in de omgeving van de voetbalstadia. Het perimeterverbod geldt evenwel voor elke plaats in de betrokken perimeter, zodat ook de publiek toegankelijke inrichtingen hieronder vallen. Het komt dan ook gepast voor deze inrichtingen ook expliciet op te nemen in het toepassingsgebied van artikel 664.

Verder wordt de formulering ‘publieke’ ruimte aangepast naar ‘openbare’ ruimte met het oog op uniformiteit binnen het reglement.  

16. Gemengde inbreuken (Maatschappelijke Veiligheid: Bestuurlijke Handhaving)

Ingevolge artikel 3 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (hierna: GAS-wet) kan de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen een administratieve sanctie voorzien voor inbreuken bedoeld in de artikelen 398, 448 en 521, 3e lid van het Strafwetboek of de artikelen 461, 463, 526, 534bis, 534ter, 537, 545, 559, 1°, 561, 1°, 563, 2° en 3° en 563bis van het Strafwetboek. Artikel 3 voorziet in de mogelijkheid tot een administratieve sanctie zoals voorzien in artikel 4, §1, 1° GAS-wet, met name een administratieve geldboete.

De stad Antwerpen en de Procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen ondertekenden te dien einde een protocolakkoord waarin de voorwaarden bepaald worden waaraan voldaan moet zijn opdat de sanctionerend ambtenaar bevoegd is om te oordelen over feiten zoals omschreven in de artikelen 526, 534bis, 534ter, 537, 545, 559, 1°, 561, 1°, 563, 2° en 3° en 563bis Strafwetboek.

Thans verwijst artikel 711 van de politiecodex algemeen naar de administratieve sancties zoals voorzien in artikel 712. Dit artikel bevat alle mogelijke sancties op grond van artikel 4, §1 GAS-wet. Het komt gepast voor artikel 711 van de code van politiereglementen aan te passen aan artikel 3 en 4, §1, 1° GAS-wet en enkel te verwijzen naar de mogelijkheid van een administratieve geldboete.

17. Doop- en feestcharter (Maatschappelijke Veiligheid)

Redactionele aanpassing.

18. VLAREM (Maatschappelijke Veiligheid: Stadstoezicht)

Ingevolge artikel 783, 1° van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (BS 23 februari 2016) werd Vlarem I (Besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Titel I van het VLAREM)) opgeheven sedert 23 februari 2017. De bepalingen van de code van politiereglementen worden hieraan aangepast.

19. Overgangsbepalingen (Maatschappelijke Veiligheid: Bestuurlijke Handhaving)

Op de gemeenteraad van 26 februari 2018 werd het reglement met betrekking tot de exploitatie van deelsystemen zonder vaste stallingsinfrastructuur goedgekeurd (jaarnummer 157). De overgangsbepaling in artikel 733 wordt bijgevolg zonder voorwerp en kan geschrapt worden.

Juridische grond

Artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet

De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.

Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd:

1) alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen, hetgeen omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen, of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken; voor zover de politie over het wegverkeer betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt zij niet onder de toepassing van dit artikel;

2) het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals vechtpartijen en twisten met volksoploop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren;

3) het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen, zoals op jaarmarkten en markten, bij openbare vermakelijkheden en plechtigheden, vertoningen en spelen, in drankgelegenheden, kerken en openbare plaatsen;

4) het toezicht op een juiste toemeting bij het slijten van waren (waarvoor meeteenheden of meetwerktuigen gebruikt worden) en op de hygiëne van openbaar te koop gestelde eetwaren;

5) het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;

6) het verhelpen van hinderlijke voorvallen waartoe rondzwervende kwaadaardige of woeste dieren aanleiding kunnen geven;

7) het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast.

Aanleiding en context

Op 17 mei 2005 (jaarnummer 1202) keurde de gemeenteraad de code van gemeentelijke politiereglementen van de stad Antwerpen goed. Inbreuken op de code van gemeentelijke politiereglementen kunnen sindsdien gesanctioneerd worden met administratieve sancties waaronder een administratieve geldboete.

Deze code van politiereglementen werd later nog verscheidene keren gewijzigd. De nieuwe gecoördineerde versie werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2013 (jaarnummer 753). De laatste wijziging werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 februari 2018 (jaarnummer 148).

Adviezen

Jeugdraad Advies uitgebracht

Beleidsdoelstellingen

2 - Veilige stad
1SVG06 - De zonale veiligheidspartners maken maximaal gebruik van hun bevoegdheden om, samen met andere partners, de openbare orde te waarborgen en overlast te voorkomen, te verminderen of te bestrijden
2 - Veilige stad
1SHO02 - De zonale veiligheidspartners maken maximaal gebruik van hun bevoegdheden om, samen met andere partners, de openbare orde te waarborgen en overlast te voorkomen, verminderen of bestrijden

Besluit

De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, Vlaams Belang, CD&V en Open VLD.
Stemden nee: sp.a, PVDA+ en Groen.

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad beslist de wijzigingen aan de code van politiereglementen goed te keuren.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.