Uit het voorstel van de gouverneur ontvangen op 6 juni 2018, blijkt dat het eigen aandeel van de stad Antwerpen vastgesteld wordt op 96,90%, wat in lijn ligt met het gehanteerde percentage in de door de gemeenteraad eerder ongunstig geadviseerde afrekeningen in 2013 en 2014 voor de periode 2007-2011 (werking 2006 - 2010).
Op basis van bovenstaande is het aangewezen om de huidige afrekening ook ongunstig te adviseren.
De afrekeningen 2012 en 2013 (werking 2011 en 2012) werden niet aan de gemeenteraad voorgelegd en hierdoor impliciet gunstig geadviseerd.
Met voorliggende beslissing wil de stad Antwerpen alsnog ook deze afrekeningen ongunstig adviseren.
De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.
De wet van 14 januari 2013 tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.
Conform artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming worden gemeenten voor de organisatie van brandweerdiensten in gewestelijke groepen ingedeeld. De provinciegouverneur bepaalt de samenstelling van die groepen en wijst in iedere groep een centrumgemeente aan. Deze gemeente moet over een brandweerdienst met het nodige personeel en materiaal beschikken. De overige gemeenten hebben de keuze: zij richten een eigen brandweerdienst op of doen, mits betaling van een forfaitaire en jaarlijkse bijdrage, beroep op de brandweerdienst van de centrumgemeente.
De brandweer van de stad Antwerpen werd aangeduid als centrumgemeente van de provincie en beschermt de stad Mortsel en de gemeenten Stabroek, Hoevenen, Putte, Zwijndrecht, Burcht en Wijnegem. Deze beschermde gemeenten storten per kwartaal een forfaitaire bijdrage aan de provincie. De provinciegouverneur bepaalt dan achteraf de uiteindelijke jaarlijkse bijdrage. De berekening van deze jaarlijkse bijdrage is een afspiegeling van de in aanmerking komende kosten van de centrumgemeenten van een gewestelijke groep (operationele kosten van de brandweer die kunnen worden verdeeld over gemeenten binnen een regionale groep) en is gebaseerd op een welgedefinieerde formule.
Op 19 november 2013 (jaarnummer 720) en 27 januari 2014 (jaarnummer 40) gaf de gemeenteraad twee maal ongunstig advies op de voorstellen van de provinciegouverneur over de afrekening van de periode 2007-2011 (werking 2006-2010).
Het belangrijkste argument voor dit ongunstig advies betrof de bepaling van de verdeelsleutel en het eigen aandeel van de stad Antwerpen in de in aanmerking komende kosten.
Op 6 juni 2018 ontving stad Antwerpen een brief van de provinciegouverneur met een voorstel voor de brandweerbijdragen 2014 (werking 2013) en verzocht de gemeenteraad om binnen de 60 dagen haar advies hierover uit te brengen conform artikel 10 van de wet betreffende de civiele bescherming.
De gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De gemeenteraad keurt goed om een ongunstig advies te geven op het voorstel van de provinciegouverneur met betrekking tot de afrekening 2014 (werking 2013).
De gemeenteraad keurt goed om een ongunstig advies te geven op het voorstel van de provinciegouverneur met betrekking tot de afrekeningen 2012 en 2013 (werking 2011 en 2012).