2018_GR_00583 - Fondsen. Eurodesk - Deelname Horizon2020-project CUTLER. Aangepaste consortiumovereenkomst - Goedkeuring

Voor het subsidieproject CUTLER werd de subsidiefiche HOR_2020_CUTLER opgemaakt, de gerelateerde ontvangsten en uitgaven werden bij budgetopmaak 2018 in het meerjarenbudget ingeschreven.

Op 10 februari 2017 bekrachtigde het college (jaarnummer 1224) de deelname aan het projectvoorstel CUTLER. Dit voorstel werd ingediend binnen de oproep 'Policy-development in the age of big data: data-driven policy-making, policy-modelling and policy-implementation' (vrij te vertalen als 'Beleidsontwikkeling in het tijdperk van 'big data': data-gedreven beleidsvorming, beleidsmodellering en beleidsimplementatie), onderdeel van het 'co-creation'-luik binnen Horizon2020 (EU-subsidieprogramma voor onderzoek en innovatie).

Op 8 juni 2017 werd coördinator CERTH (Centre for Research & Technology Hellas) door de Europese Commissie ingelicht dat CUTLER weerhouden werd voor subsidiëring.

CUTLER staat voor 'Coastal Urban Development through the Lenses of Resiliency'. 'Coastal' moet hierbij ruim geïnterpreteerd worden en verwijst naar steden die aan het water gelegen zijn, of waar water alleszins een belangrijk element is in het stedelijk weefsel. Het consortium brengt een reeks onderzoekspartners samen (waaronder ook imec), alsook enkele stedelijke overheden die met behulp van de subsidie een eigen use-case kunnen uitwerken. Naast Antwerpen nemen ook Thessaloniki (Griekenland), Antalya (Turkije) en Cork (Ierland) deel aan het project.

De ambitie van CUTLER is om data (big data, real-time data, enzovoort) over de impact van water en het gebruik ervan (ook voor economische doeleinden) op het stedelijk ecosysteem (zowel sociaal als leefmilieu) beter te 'capteren', om zo de beleidsvoering hieromtrent op een meer gefundeerde wijze te voeden ('evidence-based policy-making'). Dit wordt vertaald naar drie concrete doelstellingen:

• verzamelen van de rijkheid aan data die gegenereerd wordt door de (bestaande) monitoring van milieu, maatschappij en economische activiteit;
• ontwikkelen van instrumenten voor data-mining en visualisatie, met het oog op het 'onttrekken' van bruikbare kennis uit deze data;
• ondersteunen van een platform voor beleidsontwikkeling, -implementatie en -validatie, met het oog op het versterken van de 'veerkracht' (resilience) van het stedelijke ecosysteem.

De Europese Commissie verzocht de CUTLER-partners om de ondertekening van de consortiumovereenkomst tegen 5 oktober 2017 af te ronden. Om de ondertekening tijdig in orde te brengen en de toekenning van de subsidie niet in gevaar te brengen keurde het college, onder voorbehud van bekrachtiging door de gemeenteraad, de consortiumovereenkomst, zoals die op dat ogenblik door het consortium was overeengekomen, op 29 september 2017 goed. 

Op 18 december 2017 bekrachtigde de gemeenteraad (jaarnummer 835) de consortiumovereenkomst voor deelname aan het CUTLER-project.

Aan alle projectpartners wordt nu gevraagd een nieuwe versie van de consortiumovereenkomst te ondertekenen. Aanleiding hiertoe was de noodzaak om de bepalingen rond intellectuele eigendomsrechten en andere eigendomsrechten op de door partners opgeleverde resultaten (en middelen om deze te realiseren) beter te omschrijven.

De dienst Stadsontwikkeling/Energie en Milieu Antwerpen, die de lead heeft in de opvolging van het project verlegt de focus van de use-case volledig naar het gebruik van data voor ondersteuning van de opmaak van het waterplan. 

Wijzigingen aan de consortiumovereenkomst
Eeen aantal projectpartners en voornamelijk IMEC en OULU hadden bedenkingen bij de oorspronkelijk goedgekeurde consortiumovereenkomst en de hierin opgenomen clausules rond intellectuele eigendomsrechten (en het gebruik hiervan). Na intern overleg tussen de consortiumpartners werd beslist een aantal wijzigingen aan de oorspronkelijk tekst aan te brengen.
Voornaamste wijzigingen zijn:

• toevoeging van secties 5.3 en 5.4 waarin omschreven wordt bij welke inbreuken op intellectuele eigendomsrechten de contractuele aansprakelijkheidsvrijwaring , vervat in sectie 5.2, niet kan worden ingeroepen;
• in sectie 5.6 is de schadevergoedingsclausule waarin was opgenomen dat er geen schadeclaims konden ingediend worden indien een partij door overmacht zijn contractuele verplichtingen niet zou kunnen nakomen;
• sectie 8.2 over hoe wordt omgegaan met 'gedeeld eigenaarschap' over één of meerdere resultaten van het project werd herschreven op vraag en overleg van diverse partners in het project;
• secties 8.3 werd aangepast waardoor een partner de eigendomsrechten op de eigen resultaten zonder meer kan overdragen aan een aan deze partner verbonden organisatie;
• in sectie 8.4.2.1 is toegevoegd dat de beperkende bepalingen rond verspreiding (disseminatie) van de eigen resultaten niet van toepassing zijn bij patentregistratie of andere registratievormen van intellectuele eigendom;
• in sectie 8.4.2.2 zijn twee situaties toegevoegd waarin een partij toch een gemotiveerd bezwaar kan indienen tegen de verspreiding door een andere partij van de resultaten waarvan deze laatste de eigendomsrechten heeft;
• in Section 9.2.1 werd de tekst 'and shall bear sole responsibility for ensuring that its acts within the Project do not knowingly infringe third party property rights.' verwijderd;
• sectie 9.4 'Access rights for Exploitaiton' is op vraag van de partners herschreven. Er is nu vastgelegd dat toegangsrechten voor academische en onderwijsdoeleinden gratis kunnen worden toegekend. Voor voor commercieel gebruik dient tussen de betrokken partijen een eerlijke en redelijke overeenkomst te worden afgesloten;
• secties 9.8 (Specific Provisions for Access Rights to Software), 9.9 (Access Rights to Software) en 9.10 (Software license and sub-licensing rights) zijn eveneens herschreven om het rechtenbeheer met betrekking tot broncodes, objectcodes en mogelijkheid tot verstrekken van sublicenties hierop te verduidelijken;
• in sectie 10.7 waarin de vertrouwelijkheidsclausules zijn opgenomen werd een paragraaf toegevoegd die de partijen verplicht alle persoonlijke data te verwijderen uit met elkaar gedeelde (data)bestanden, resultaten, informatie, ...

Verder zijn er nog kleinere tekstuele aanpassing gedaan en is de sectienummering nummer door bovenstaande toevoegingen gewijzigd.

Wijziging  in scope van de demonstratie (use-case)
De scope van de Antwerpse demonstratie (use-case)  die binnen het project wordt uitgewerkt, is gewijzigd. Oorspronkelijk was voorzien dat zou gewerkt worden rond volgende elementen:

Inherent aan de use-case is de ontwikkeling van een methodologie op basis waarvan de stedelijke administratie de bruikbaarheid van big data voor beleidsvorming weet te onderzoeken, kan leren hoe ze zich hierop moet organiseren, en hoe ze met relevante stakeholders moet omgaan. Het proces (de oproep was immers gefocust op co-creatie) is dus minstens even belangrijk als de concrete resultaten.

Deelname aan het project sluit naadloos aan bij de ambities opgenomen in het klimaatplan (zowel met betrekking tot hernieuwbare energie en energie-efficiëntie enerzijds als met betrekking tot klimaatadaptatie anderzijds), de opmaak van het hemelwaterplan (door Riolink, onder begeleiding van de stad) en het studiewerk voor het waterplan. Imec staat in voor de begeleiding van de stedelijke use-case, die geënt zal worden op het City of Things living lab en de geplande uitrol van sensoren.

Voor de deelname van de stad wordt een projectbudget van 240.000,00 EUR voorzien, waarvan 174.000,00 EUR personeelskost (29 mensmaanden op een totaal voorzien looptijd van 36 maanden), 12.000,00 EUR reiskosten (deelname aan internationale projectmeetings), 6.000,00 EUR andere kosten, en een overheadkost van 48.000,00 EUR (25% op alle directe kosten). Subsidiepercentage is 100%, en aldus dient de stad geen eigen cofinanciering te voorzien.

Naast de dienst Stadsontwikkeling/Energie en Milieu Antwerpen zijn ook de dienst Stadsontwikkeling/Ontwerp en Uitvoering en de brandweer (zone Antwerpen) betrokken. Riolink werd in aanloop naar de indiening geconsulteerd, en is geïnteresseerd om het project van nabij op te volgen. De subsidiemiddelen die voor de deelname van de stad voorzien zijn, zullen aangewend worden om de bijkomende personeelsinzet (bij de dienst Stadsontwikkeling/Energie en Milieu Antwerpen) te financieren.