Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Aquafin nv |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan |
|
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
31 mei 2018 |
3 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
31 mei 2018 |
11 juni 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS |
31 mei 2018 |
13 juni 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
31 mei 2018 |
6 juni 2018 |
Gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
31 mei 2018 |
21 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
31 mei 2018 |
19 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
31 mei 2018 |
25 juni 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
31 mei 2018 |
1 juni 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
31 mei 2018 |
21 juni 2018 |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
31 mei 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een zone voorcentrumfuncties - stedelijke functies (ce6).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
Er wordt een bufferput voorzien met vertraagde afvoer met een volume van 8740 liter. De overloop van de bufferput wordt aangesloten op de openbare riolering.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De nieuwbouw heeft een verhoging van het volume zowel in hoogte als in diepte. Zoals ook in bezwaren aangegeven is de verhoging tegenover de gebuurpanden niet aanvaardbaar. Het ophogen van de scheidingsmuren boven de gebuurpanden is niet gunstig vanuit stedenbouwkundig oogpunt. Het rechteraanpalende pand heeft al een zeer ruime hoogte en geldt als maximale referentiehoogte voor deze context. De verhoging tegenover deze buur heeft significante negatieve invloed op diens woon- en leefkwaliteit. De impact van de voorgestelde bouwhoogte tegenover het linker aanpalende pand is nog beduidend groter en ongunstiger. Dit betreft zowel de verhoging van de scheidingsmuur alsook de verhoging achteraan. Dit aspect wordt in de bezwaren aangehaald en bijgetreden vanuit stedenbouwkundige regelgeving en voorschriften en goede ruimtelijke ordening. De volumes achteraan hebben een hoogte van ongeveer 23 m (op het hoogste punt) daar waar het bestaande kantoorgebouw voorheen 27 meter was en nu de nieuwbouw nu verhoogd wordt tot 36 m. Het extra toegevoegde trappenhuis verhoogt dit volume nogmaals met 3 meter tot 30 meter.
Bovendien moeten technische volumes deel uitmaken van het maximale toelaatbare volume. Een beperkte verhoging van enkel de liftschacht met 0,40 m tegenover de volledige dakoppervlakte is nog aanvaardbaar en niet zichtbaar vanop openbaar domein. Het toevoegen van een volledige trappenhuis als vluchtweg is een werkelijk toevoeging van het volume en zichtbaar vanop openbaar domein gezien de ligging van het perceel. De oppervlakte bedraagt ongeveer 1/4 van de totale dakoppervlakte en is dus moeilijk verwaarloosbaar te noemen. Het pand kan rondom rond vanop afstand bekeken worden.
Er moet kortom gezocht worden naar een betere inpassing in het bouwblok. Dit komt neer op twee bouwlagen minder, waarbij de dakopbouw als bouwlaag wordt meegeteld. Het ruimtelijk uitvoeringsplan geeft aan dat bij nieuwbouw een beperking van de kroonlijsthoogte kan opgelegd worden ter verbetering van de lichtinval en de leefbaarheid van het bouwblok.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De appartementen zelf voldoen niet volledig aan de actuele eisen, omdat de buitenruimten die aan de voorzijde voorzien worden, achter in plaats van voor de klimaat scheidende gevel zijn geplaatst, waardoor de appartementen feitelijk geen buitenruimte hebben.
Op de bovenste verdiepingen worden achteraan terrassen geplaatst. Gezien de open ruimte achteraan beperkt is, zullen de overhangende terrassen een onaanvaardbaar effect hebben op de lichtinval van de lichtschacht ter plaatse met negatieve gevolgen voor alle onderliggende verblijfsruimten (slaapkamers). De schacht dient hier zoveel mogelijk open gehouden te worden, zonder enige hinder van uitsprongen.
Woonkwaliteit handelt niet enkel over de indeling en inrichting van appartementen. Een correcte, veilige en gebruiksvriendelijke fietsenstalling maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de leef- en woonkwaliteit. De dienst mobiliteit geeft volgend advies voor de voorziene fietsenstalling:
“Fietsvoorzieningen:
Er moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden voor de appartementen en het personeel van het commercieel gelijkvloers.
18 appartementen met 1 slaapkamer à 18 x 2 = 36
13 appartementen met 2 slaapkamers à 13 x 3 = 39
0.6 fietsenstallingen / 100m² voor personeel handel à 200m² x 0.6/100m² = 1.2
In totaal moeten 76 (36 + 39 + 1 = 76) fietsenstallingen voorzien worden.
In de kelder wordt een fietsenstalling voor 80 fietsen ingericht.
De kelder is bereikbaar via een trap met fietsgoot.
De toegang tot deze traphal is niet ideaal voor fietsers. Op de trap te bereiken moeten hoeken van 90° en een deur gepasseerd worden.
De toegang naar de fietsenberging moet vlot en veilig mogelijk zijn.
De toegang gebeurt bij voorkeur recht (zonder hoeken)
De deuren naar de fietsenberging moeten automatisch sluiten in geval van brandalarm.
Laden en lossen:
Laden en lossen voor de commerciële ruimte moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving.”
De verhoging van het volume heeft niet enkel effect op de eigen lichtinval maar ook op die van de buurpanden, zoals reeds aangegeven in de bezwaren. De verhoging tegenover de rechter aanpalende is niet aanvaardbaar omwille van het wegnemen van de lichtinval. Ook de ramen aan de achterzijde hebben niet allemaal voldoende afstand tot de perceelsgrens waardoor inkijk onvermijdelijk is.
Tegenover het linker aanpalende dakappartement wordt geen inkijk gegenereerd maar wordt wel licht en zicht weggenomen. Het is hier niet duidelijk wat de laatst vergunde toestand van dit dakappartement is betreffende terrassen.
Naar toegankelijkheid toe wijkt de aanvraag af op de toegang tot de detailhandel en het aangepaste toilet van de detailhandel. Gezien dit een nieuwbouw is, wordt er geen afwijking toegestaan op het te grote hoogteverschil tussen binnen en buiten. Het toilet kan intern aangepast worden om te voldoen.
Cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In CHE-gebied en voor panden opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
De dienst monumentenzorg adviseert het volgende:
“… De aanvraag heeft betrekking op het Scaldic Center een kantoorgebouw uit 1974.
Het object/ complex is neutraal.
Men wenst het kantoorgebouw te slopen.
Het Scaldic Center is een typisch speculatief kantoorprogramma uit de jaren 1970 met een gestandaardiseerde architectuur: traphal, kantoorplateau’s. Vervanging door een kwalitatief nieuwbouwproject behoort zeker tot de mogelijkheden.”
Visueel-vormelijke elementen
Omwille van de grootschaligheid van het project en de omvang van de gevels in het straatbeeld is het ontwerp verschillende malen voorgelegd aan de welstandscommissie. Het laatste advies was voorwaardelijk gunstig. Als gevelmateriaal wordt gekozen voor bekleding in groen getinte terrazzo met gepolijste afwerking.
De welstandscommissie vraagt om de aansluiting van de bovenste verdiepingen met de rechterbuur verder te onderzoeken. De uitwerking van de hoek is op dit moment voldoende geaccentueerd en hoeft daarom zeker niet hoger uitgewerkt worden, maar volwaardig als derde gevel behandeld te worden.
De welstandscommissie vraagt om bij de kleurstelling en textuur van de terrazzo bekleding voldoende aandacht te hebben voor een subtiele behandeling in harmonie met de bestaande context. Bij voorkeur een geelgroene toon-op-toon kleurbehandeling met beperkte steenslag en korrelgrootte.
Enkele voorwaarden werden opgelegd in het advies:
Het voorstel is aangepast op vlak van het gelijkvloerse bovenprofiel en de materialisatie. De aansluiting met de rechterbuur is echter onveranderd. Er is geen aanvullend onderzoek overlegd welke manier deze lager kan voorzien worden, waardoor niet aan de voorwaarde van welstand is voldaan
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 38 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de oppervlakte van de 31 appartementen. 11 appartementen < 60m² met parkeernorm 1.05 à 11 x 1.05 = 11.55 7 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.2 à 7 x 1.2 = 8.4 13 appartementen > 90m² met parkeernorm 1.35 à 13 x 1.35 = 17.55 Voor het commercieel gelijkvloers van 200m² moeten geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden. De werkelijke parkeerbehoefte is 38 (11.55 + 8.4 + 17.55 = 37.5 à 38) |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. ‘Dit perceel betreft een hoekperceel dat zeer spits toeloopt naar de hoek toe, waarvan de grootste zijde slechts 16,5 m diep is. Een comfortabele helling is niet mogelijk. Het plaatsen van een autolift op een drukke verkeersader vlakbij een druk kruispunt is niet verantwoord.’ |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 24. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 38. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Het bestaande kantoorgebouw wordt afgebroken. Er zijn geen gegevens over de oppervlakte van de bestaande kantoren opgenomen in de nota. De oppervlakte werd bepaald op basis van metingen op de plannen. 2200m² kantoren met parkeernorm 1.1/100m² à 2200m² x 1.1/100m² = 24.2 à 24. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 24. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 24 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 14. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 14 plaatsen. |
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Conform artikel 4.4.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en inplanting van constructies. Er is geen 15% open ruimte voorzien op begane grond, enkel een patio in de hoek om de inkomzone aangenamer te maken en niet volledig donker te voorzien.
De beperkte open ruimte die toegevoegd is, geeft meer licht aan de inkomzone maar heeft verder geen enkele waarde door de hogere scheidingsmuren rondom. Een grotere open ruimte zou op geen enkele manier dan ook een meerwaarde betekenen of de kwaliteit van de detailhandel op begane grond zodanig verhogen dat een afwijking niet gegeven kan worden.
Ook de verplichte meter gronddekking heeft hier geen toegevoegde waarde. De patio is te klein om enig nut te kunnen ondervinden van het aanplanten van hoogstammig groen. De patio is wel groen en onverhard aangelegd zodat het regenwater niet afgeleid wordt naar de riolering maar kan doordringen in de grond.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van de bouwhoogte die twee lagen te hoog is, waardoor het bouwvolume niet aansluit bij naburige panden en de buren onevenredige nadelen ondervinden met betrekking tot hun woon- en leefkwaliteit.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
7 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
31 mei 2018 |
Start openbaar onderzoek |
7 juni 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
6 juli 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
13 september 2018 |
Verslag GOA |
27 augustus 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
7 juni 2018 |
6 juli 2018 |
19 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018051334 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Harry Van Namen met als adres Rodedreef 36 te 2970 Schilde |
Ligging van het project: |
Van Meterenkaai 1 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 1 sectie A nr. 239F |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een appartementsgebouw met 31 entiteiten en handelsgelijkvloers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.