Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
DL adresbeheer (huisnummers) |
7 juni 2018 |
7 juni 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt in de verkaveling EK/2005/V/0001(3), goedgekeurd op 17 mei 2016, meer bepaald in lot(en) 27a en 27.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend punt:
bijgebouwen hebben een maximale oppervlakte van 12m². Het tuinhuis dat hier voorzien wordt heeft een oppervlakte van 13,12m².
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punt:
de aansluitpunten van “DWA” en “RWA” mogen minimaal 20cm en maximaal 50cm uiteen liggen. De aansluitingen zijn voorzien op 1,9m afstand van elkaar. Dit is dus meer dan toegelaten.
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met de geldende verkavelingsvergunning. Artikel 2.2.A stelt dat bijgebouwen een maximale vloeroppervlakte van 12m² dienen te hebben. Het tuinhuis/ fietsenberging achteraan heeft een oppervlakte van 13,12m² (4,10m x 3,20m). Aangezien het hier om een beperkte afwijking gaat van slechts 1,12m² en aangezien de strijdigheid geen negatieve of storende effecten veroorzaakt kan worden afgeweken van artikel 2.2.A. Het tuinhuis is ruimtelijk aanvaardbaar.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag maakt deel uit van een geldige verkaveling met 13 loten. De aanvraag omvat het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning op lot 27a. De woning bestaat uit twee bouwlagen onder een schilddak met een uitbouw en een fietsenberging achteraan. Een open bebouwing komt in de omgeving van de verkaveling veel voor en is functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op het bouwen van een nieuwe eengezinswoning. |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft een nieuwbouw op een momenteel braakliggend grasveld zonder bomen of heesters. Het hoofdgebouw heeft drie bouwlagen, inclusief schilddak, met een kroonlijsthoogte van 5,85m en een nokhoogte van 8,62m. De bouwdiepte bedraagt 9m. Achteraan wordt een fietsenstalling geplaatst op 2,10m en 3m van de perceelsgrenzen. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden ingestemd met een volume zoals voorgesteld. Het bouwvolume voldoet aan de regelgeving en veroorzaakt geen storende effecten.
Visueel-vormelijke elementen
De eengezinswoning wordt opgetrokken in grijsbruin genuanceerde gevelsteen met zwarte dakpannen en grijsbruin genuanceerd PVC buitenschrijnwerk. De goten worden uitgevoerd in zink en dorpels worden geplaatst in blauwe steen. Het schilddak wordt voorzien van een overkraging van ongeveer 40cm. De toegepaste materialen zijn neutraal en aanvaardbaar in de omgeving van De Noteschelp waar gelijkaardige materialen toegepast werden. Zowel het visuele als vormelijke aspect is de aanvraag toelaatbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er wordt voldaan aan de minimale vrije hoogte, de slaapkamers zijn voldoende groot met voldoende lichtinval en de keuken, eethoek en zithoek worden als één ruimte voorzien wat de woonkwaliteit ten goede komt. Achteraan worden op het gelijkvloers grote schuiframen voorzien die het midden van de woning van natuurlijk daglicht voorzien. Wat betreft de aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel is er een strijdigheid met artikel 41 van de bouwcode. Volgens het artikel dienen de aansluitpunten van DWA en RWA op minimaal 20cm en maximaal 50cm uit elkaar te liggen. De aanvraag voorziet de aansluitingen op 1,90m van elkaar. In voorwaarde wordt opgenomen om de aansluitpunten op minimaal 20cm en maximaal 50cm van elkaar te voorzien, conform artikel 41.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
14 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
7 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
13 juni 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
12 juli 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
20 september 2018 |
Verslag GOA |
28 augustus 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
13 juni 2018 |
12 juli 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018053548 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Annelies Cochuyt met als contactadres Sneeuwbesstraat 13 te 2180 Ekeren (Antwerpen) en de heer Wim Hofkens met als adres Sneeuwbesstraat 13 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
De Kleine Geest 2 te Ekeren 2180 (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 35 sectie F nrs. 824G en 824H |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een eengezinswoning in open bebouwing in verkaveling de Noteschelp lot 27A |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.