Terug

2018_CBS_07925 - Omgevingsvergunning. - OMV_2018078666. Wapenhaghestraat 37. District Berchem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 07/09/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_07925 - Omgevingsvergunning. - OMV_2018078666. Wapenhaghestraat 37. District Berchem - Weigering 2018_CBS_07925 - Omgevingsvergunning. - OMV_2018078666. Wapenhaghestraat 37. District Berchem - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen 

Externe adviezen 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

19 juli 2018

9 augustus 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ geacht vergund

19 juli 2018

23 juli 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

19 juli 2018

20 juli 2018

DL adresbeheer (huisnummers)

19 juli 2018

20 juli 2018

Toetsing voorschriften 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein. 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

          De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. 

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
    • Artikel 21: Minimale hoogte van ruimten: de slaapkamers in de kelderverdieping hebben een hoogte van 2,20 meter en liggen 1,87 m onder oorspronkelijk maaiveld (1,35m onder het deels verlaagde maaiveld);
    • Artikel 24: Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de ramen van de slaapkamers op de kelderverdieping hebben te weinig lichtdoorlatende oppervlakte ten opzichte van de netto-vloeroppervlakte en het minimum van 1 vierkante meter;
    • Artikel 27: Open ruimte: de voortuin wordt deels verlaagd en verhard en deels ingericht als verhard terras;
    • Artikel 29: Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: de fietsparkeerplaatsen zijn niet verder uitgewerkt. Het is onduidelijk hoeveel fietsen er in de stalling kunnen staan;
    • Artikel 30:  Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er komt een vermeerdering van het aantal woonentiteiten, maar er wordt geen bijkomende parkeerplaats op eigen terrein voorzien. 

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het vermeerderen van het aantal woongelegenheden in een bestaande meergezinswoning tot 3 appartementen. De woonfunctie blijft dus behouden. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken beogen een aanpassing van het aantal woongelegenheden.

De voortuin worden aangepast om verblijfsruimten in de kelder te kunnen organiseren en in gebruik te kunnen nemen als buitenruimte.

Indien een Engelse koer al aanvaardbaar is in een voortuin, is dit enkel aanvaardbaar voor ruimten zoals een bijkeuken en niet voor verblijfsruimten zoals slaapkamers én op voorwaarde dat het maaiveld voldoende verlaagd wordt, bij voorkeur gelijk met de binnenruimte.

Daarenboven de voortuin in gebruik nemen als buitenruimte voor een woongelegenheid is nooit de bedoeling geweest van deze ruimte aan de openbare weg. Logischer is de buitenruimte aan de straatzijde te organiseren in het volume. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De voortuin wordt verlaagd en quasi volledig verhard. Nagenoeg alle voortuinen in de straat zijn met groen aangeplant en bevinden zich op het maaiveld. Slechts enkelen zijn deels in helling uitgevoerd in functie van een ondergrondse garage of toegang tot de kelder. Het verlagen en quasi volledig verharden van de voortuin is dus vreemd in de omgeving en stedenbouwkundig niet aanvaardbaar, alsook deze open ruimte in te nemen als buitenruimte voor een woongelegenheid. 

De slaapkamers in de kelderverdieping voldoen niet aan de minimale plafondhoogte van 2,60 meter en liggen 1,35 m onder het aangrenzende, verlaagde maaiveld. Dit is onaanvaardbaar voor de woonkwaliteit van deze verblijfsruimten. Daarenboven zijn de ramen van deze slaapkamers te klein. Dit is tevens onaanvaardbaar. 

Op het inplantingsplan staat een dakterras opgetekend hoewel dit niet is terug te vinden op de snede of gevelzichten. Het is niet duidelijk hoe het terras toegankelijk is en wie de gebruiker is. De impact ervan is dus niet te evalueren. 

De meergezinswoning voldoet niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. 

Visueel-vormelijke elementen

De materialen van de nieuwe gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen. 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging. 

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Er zullen in totaal 3 woningen zijn. De parkeerbehoefte is 3. 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. 

Dit perceel betreft een bestaande onderkelderde woning waarvan de gelijkvloerse vloerpas hoger ligt dan het maaiveld. Het creëren van een bijkomende parkeerplaats is niet wenselijk in het bestaande volume. 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

De vorige functie was een woning en 3 studentenkamers.

De woning heeft als parkeerbehoefte 1.

De parkeerbehoefte voor studentenkamers wordt voor de centrumschil vastgelegd op 0,25 per kamer. Voor 3 kamers bedraagt de parkeerbehoefte 0,75.

Het aantal parkeerplaatsen dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 2 (1+0,75= 1,75 = 2). 

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 2 parkeerplaatsen. 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. 

Fietsvoorzieningen

De fietsparkeerbehoefte wordt bepaald op het aantal slaapkamers per woongelegenheid vermeerderd met 1. Dit project bestaat uit 1 appartement met 2 slaapkamers en 2 appartementen met 1 slaapkamer. De fietsparkeerbehoefte wordt als volgt berekend:

1x(2+1) + 2x(1+1) = 3+4 = 7

Er wordt een ondergrondse fietsenstalling voorzien bereikbaar via een trap met fietsgoot. De fietsparkeerplaatsen zijn niet verder uitgewerkt. Het is onduidelijk hoeveel fietsen er in de stalling kunnen staan. 

Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 juli 2018

Volledig- en ontvankelijk

19 juli 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 september 2018

Verslag GOA

28 augustus 2018

naam GOA

Wim Van Roosendael

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018078666

Gegevens van de aanvrager:

de heer Kristof De Ferm met als adres Vijverlei 5 te 2900 Schoten en mevrouw Sofie Verlinden met als adres Vijverlei 5 te 2900 Schoten

Ligging van het project:

Wapenhaghestraat 37 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 21 sectie A nr. 182E4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een woning

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • 13/08/1929: vergunning (956#5900) voor het bouwen van een woonhuis;
  • 22/07/1976: vergunning (956#2147) voor binnenverbouwingen.

Laatst vergunde toestand

  • op de gelijkvloerse verdieping bevinden zich een kamerwoning met 3 kamers met een gemeenschappelijk toilet, kitchenette en badkamer;
  • één woning op eerste en tweede verdieping samen;
  • de laatst vergunde toestand is gelijk aan de bestaande toestand. 

Inhoud van de aanvraag

  • omvormen van de kamerwoning en de kelder naar 1 twee-slaapkamerappartement van 101m²;
  • opsplitsen van woning op de eerste en tweede verdiepingen naar 2 één-slaapkamerappartementen van 62m².

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.