Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
19 juli 2018 |
9 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ geacht vergund |
19 juli 2018 |
23 juli 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
19 juli 2018 |
20 juli 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
19 juli 2018 |
20 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het vermeerderen van het aantal woongelegenheden in een bestaande meergezinswoning tot 3 appartementen. De woonfunctie blijft dus behouden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beogen een aanpassing van het aantal woongelegenheden.
De voortuin worden aangepast om verblijfsruimten in de kelder te kunnen organiseren en in gebruik te kunnen nemen als buitenruimte.
Indien een Engelse koer al aanvaardbaar is in een voortuin, is dit enkel aanvaardbaar voor ruimten zoals een bijkeuken en niet voor verblijfsruimten zoals slaapkamers én op voorwaarde dat het maaiveld voldoende verlaagd wordt, bij voorkeur gelijk met de binnenruimte.
Daarenboven de voortuin in gebruik nemen als buitenruimte voor een woongelegenheid is nooit de bedoeling geweest van deze ruimte aan de openbare weg. Logischer is de buitenruimte aan de straatzijde te organiseren in het volume.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De voortuin wordt verlaagd en quasi volledig verhard. Nagenoeg alle voortuinen in de straat zijn met groen aangeplant en bevinden zich op het maaiveld. Slechts enkelen zijn deels in helling uitgevoerd in functie van een ondergrondse garage of toegang tot de kelder. Het verlagen en quasi volledig verharden van de voortuin is dus vreemd in de omgeving en stedenbouwkundig niet aanvaardbaar, alsook deze open ruimte in te nemen als buitenruimte voor een woongelegenheid.
De slaapkamers in de kelderverdieping voldoen niet aan de minimale plafondhoogte van 2,60 meter en liggen 1,35 m onder het aangrenzende, verlaagde maaiveld. Dit is onaanvaardbaar voor de woonkwaliteit van deze verblijfsruimten. Daarenboven zijn de ramen van deze slaapkamers te klein. Dit is tevens onaanvaardbaar.
Op het inplantingsplan staat een dakterras opgetekend hoewel dit niet is terug te vinden op de snede of gevelzichten. Het is niet duidelijk hoe het terras toegankelijk is en wie de gebruiker is. De impact ervan is dus niet te evalueren.
De meergezinswoning voldoet niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen
De materialen van de nieuwe gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Er zullen in totaal 3 woningen zijn. De parkeerbehoefte is 3. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit perceel betreft een bestaande onderkelderde woning waarvan de gelijkvloerse vloerpas hoger ligt dan het maaiveld. Het creëren van een bijkomende parkeerplaats is niet wenselijk in het bestaande volume. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. De vorige functie was een woning en 3 studentenkamers. De woning heeft als parkeerbehoefte 1. De parkeerbehoefte voor studentenkamers wordt voor de centrumschil vastgelegd op 0,25 per kamer. Voor 3 kamers bedraagt de parkeerbehoefte 0,75. Het aantal parkeerplaatsen dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 2 (1+0,75= 1,75 = 2). Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 2 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. |
Fietsvoorzieningen
De fietsparkeerbehoefte wordt bepaald op het aantal slaapkamers per woongelegenheid vermeerderd met 1. Dit project bestaat uit 1 appartement met 2 slaapkamers en 2 appartementen met 1 slaapkamer. De fietsparkeerbehoefte wordt als volgt berekend:
1x(2+1) + 2x(1+1) = 3+4 = 7
Er wordt een ondergrondse fietsenstalling voorzien bereikbaar via een trap met fietsgoot. De fietsparkeerplaatsen zijn niet verder uitgewerkt. Het is onduidelijk hoeveel fietsen er in de stalling kunnen staan.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
3 juli 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
19 juli 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
17 september 2018 |
Verslag GOA |
28 augustus 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018078666 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Kristof De Ferm met als adres Vijverlei 5 te 2900 Schoten en mevrouw Sofie Verlinden met als adres Vijverlei 5 te 2900 Schoten |
Ligging van het project: |
Wapenhaghestraat 37 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 21 sectie A nr. 182E4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een woning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.