Artikel 57 §3, 4° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het voeren van de gunningsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.
Het bedrag van deze factuur wordt bepaald door het debiet dat opgepompt wordt. Dit verschilt jaarlijks waardoor er op voorhand geen exact bedrag vastgelegd kan worden. Deze correctiebestelling is opgemaakt voor de betaling van de milieuheffing voor de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016.
De betaling van de factuur kan enkel via een bijkomende vastlegging.
Dienstmededeling financiën 'Bestellen en betalen binnen de stad en de districten'.
Collegebesluit met jaarnummer 16450 van 24 december 2010: bestellingen op het exploitatiebudget onder 5.500,00 EUR (exclusief btw) die gebeuren op basis van een correctiebestelling (de vroegere regularisatiebon of R-bon), vallen ook onder de toepassing van het budgethouderschap zoals ingevoerd bij collegebesluit van 31 augustus 2007 met jaarnummer 11164. Het visum voor deze bestellingen zal verleend worden door de financieel verantwoordelijken. De budgethouder zal een maandelijks rapport over de correctiebestellingen overmaken aan financiën/cel visum. Alle andere correctiebestellingen vallen onder de bevoegdheid van het college.
"Art. 16quater/2 van het Drinkwaterdecreet
[AFDELING 4/1 BEREKENING VAN DE BIJDRAGE EN VERGOEDING VOOR GROOTVERBRUIKERS (ing. decr. 11 december 2015, art. 13, I: 1 januari 2016)]
Artikel 16quater/2. (01/01/2016- ...)
§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder abonnee en onder gebruiker van een private waterwinning: een klant is een heffingsplichtige als vermeld in artikel 35quater, § 2 en § 3, artikel 35quinquies, § 1, en artikel 35septies van de wet van 26 maart 1971.
De exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk kunnen een bijdrage in de kostprijs van de opgelegde saneringsverplichting aanrekenen aan hun abonnees en kunnen een vergoeding aanrekenen aan de gebruiker van een private waterwinning als bijdrage in de kosten voor de sanering van het afvalwater dat afkomstig is uit de private waterwinning.
De bijdrage en de vergoeding bestaan uit een variabele prijs.
§ 2. De bijdragen en de vergoeding op gemeentelijk en bovengemeentelijk vlak worden als onderdeel van de integrale prijs voor het leveren van water via het openbare waterdistributienetwerk opgenomen in de waterfactuur.
De bijdrage en vergoeding voor de sanering op gemeentelijk vlak is bestemd voor de financiering van de gemeentelijke saneringsverplichting respectievelijk de sanering.
De bijdrage en vergoeding voor de sanering op bovengemeentelijk vlak is bestemd voor de financiering van de bovengemeentelijke saneringsverplichting respectievelijk de sanering.
§ 3. De bijdrage in de kostprijs van de opgelegde saneringsverplichting en de vergoeding voor de kosten van de sanering van het afvalwater dat afkomstig is uit de private waterwinning, worden op bovengemeentelijk vlak berekend op basis van de heffingsgegevens over de abonnee of gebruiker van een private waterwinning die door de Vlaamse Milieumaatschappij aan exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk bezorgd worden.
De totale bijdrage en vergoeding met betrekking tot een lozingsjaar stemt overeen met het resultaat van de volgende berekeningsmethode:
B = Tgv x VE, waarbij:
1° B = de som van de bijdrage respectievelijk de vergoeding, aangerekend aan de abonnee of titularis van een private waterwinning met betrekking tot het lozingsjaar; 2° VE = de vuilvracht, uitgedrukt in vervuilingseenheden, bepaald conform de wet van 26 maart 1971 met betrekking tot het lozingsjaar en zoals aangeleverd door de VMM aan de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk; 3° Tgv = het eenheidstarief van de heffing met betrekking tot het lozingsjaar voor alle andere heffingsplichtigen, vermeld in artikel 35ter, § 2, tweede lid, van de wet van 26 maart 1971.
De Vlaamse Regering kan daartoe de verdere modaliteiten bepalen. Deze modaliteiten hebben onder andere betrekking op de wijze waarop de aanrekening gebeurt, de mogelijke aanrekening van voorschotten, de verrekening van de voorschotten en de aanrekeningsbasis van de voorschotten.
De economische toezichthouder legt de verdere voorwaarden met betrekking tot de aanrekening van de bovengemeentelijke bijdrage vast in een protocol met de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk. Deze voorwaarden hebben onder andere betrekking op een uniforme omzetting van de aanrekeningregels in Vlaanderen, de data-uitwisseling tussen de exploitant en de Vlaamse Milieumaatschappij en de toe te passen afrondingsregels.
§ 4. De bijdrage in de kostprijs van de opgelegde saneringsverplichting en de vergoeding in de kosten voor de sanering van het afvalwater dat afkomstig is uit de private waterwinning, worden op gemeentelijk vlak als volgt berekend:
Bg = Tgvg x Q, waarbij:
1° Bg = de bijdrage respectievelijk de vergoeding, aangerekend aan de abonnee of titularis van een private waterwinning; 2° Tgvg = het gemeentelijke tarief en is begrensd op 1,4 keer het eenheidstarief van de heffing voor alle andere heffingsplichtigen, vermeld in artikel 35ter, § 2, tweede lid, van de wet van 26 maart 1971, met betrekking tot het lozingsjaar en vermenigvuldigd met 0,025 VE per m®; 3° Q = in geval van:
a) de bijdrage: het te factureren of indien van toepassing, het geloosde waterverbruik, uitgedrukt in m®;
b) de vergoeding: het waterverbruik of indien van toepassing, het geloosde water uit een private waterwinning, bepaald conform artikel 35quinquies, § 12, of artikel 35septies, § 2, van de wet van 26 maart 1971, uitgedrukt in m®.
§ 5. De exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk, onder toezicht van de economische toezichthouder, of de economische toezichthouder kan om economische, ecologische en sociale redenen beperkingen opleggen aan de bijdragen in de kostprijs van de opgelegde saneringsverplichting en de vergoeding in de kosten voor de sanering van het afvalwater dat afkomstig is uit de private waterwinning, die op gemeentelijk vlak worden aangerekend. De Vlaamse Regering kan daartoe de voorwaarden bepalen."
In den Bell zijn dieptepompen geïnstalleerd om het grondwaterpeil voldoende laag te houden zodat de bestaande kelders droog blijven. Na een wateranalyse is gebleken dat het water vanwege een historische vervuiling in de buurt gezuiverd moet worden vooraleer het in de riool te lozen. In 2012 is hiervoor in Den Bell een waterzuiveringsinstallatie geplaatst.
Het college beslist een bedrag van 31.486,96 EUR vast te leggen op budget 2018 voor de betaling van de factuur voor de milieuheffing op waterverontreiniging voor het gebouw Den Bell.
De financieel directeur verleent zijn visum en regelt de financiële aspecten als volgt:
Milieuheffing op waterverontreiniging 01/01/2016 - 31/12/2016 Vlaamse Milieumaatschappij Dokter De Moorstraat 24/26 9300 Aalst Ondernemingsnummer: NBE0887290276 Rekeningnummer: BE07 3751 1110 2566 |
31.486,96 EUR |
budgetplaats: 5280500000 budgetpositie:640 functiegebied:1TSB120404A00000 subsudie:SUB_NR fonds: INTERN begrotingsprogramma:1SA070119 budgetperiode:1800 |
4105040841 |