Terug

2018_CBS_07972 - Omgevingsvergunning - OMV_2018083321. Schouwvegerstraat ZN. District Berendrecht - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/09/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_07972 - Omgevingsvergunning - OMV_2018083321. Schouwvegerstraat ZN. District Berendrecht - Goedkeuring 2018_CBS_07972 - Omgevingsvergunning - OMV_2018083321. Schouwvegerstraat ZN. District Berendrecht - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

23 juli 2018

1 augustus 2018

DL adresbeheer (huisnummers)

23 juli 2018

23 juli 2018

 

Toetsing voorschriften 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt in de verkaveling BD/2014/V/0010, goedgekeurd op 25 juni 2015, meer bepaald in lot(en) 4.

          De achterzijde van het perceel is gelegen in zowel agrarisch gebied als parkgebied, het te bouwen volume uit de aanvraag is aan de straat gelegen en dus uitsluitend gelegen in woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bijgevolg is de aanvraag in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan en de verkavelingsvergunning.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
    • Artikel 21: Minimale hoogte van ruimten

De verblijfsruimte moet een minimale hoogte van 2,60 meter hebben. De hoogte wordt op plan aangeduid als +/- 2,60 meter. Bij meting op plan leiden we af dat de hoogte 2,55 meter bedraagt.

  • Artikel 43: Septische putten

De inhoud van de septische put is niet vermeld op het plan. Deze moet minimaal 2.000 liter zijn.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt

geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 21 ‘minimale hoogte van ruimten’. De maten na het afwerken van de ruwbouw worden aangeduid als ‘ongeveer’ 2.60 meter. Omdat het geen bestaande maar wel een nieuwe constructie is, is een afwijking niet wenselijk. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de vrije hoogte minstens 2.60 meter moet bedragen.

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 43 ‘septische putten’. De aanvraag vermeldt geen septische put. Echter is een put van minstens 2000 liter verplicht. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dergelijke put te voorzien.

Functionele inpasbaarheid

Deze nieuwbouw eengezinswoning is inpasbaar in deze omgeving met gelijkaardige woningen.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

Voor een woonproject met maximaal 5 wooneenheden bedraagt de werkelijke parkeerbehoefte 1 parkeerplaats/woning. Dit betekent 1 wooneenheid  x 1 parkeerplaats = parkeerbehoefte van 1.

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit aantal is toereikend.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De verkaveling legt een maximale kroonlijsthoogte van 3.50 meter en een nokhoogte van 6.50 meter op. De woning wordt voorzien van een kroonlijsthoogte van 2.95 en een nokhoogte van 6.50 meter, met één bouwlaag en een lichthellend zadeldak. Vanwege de verplichte kroonlijst- en nokhoogte wordt geopteerd voor een dakhelling onder een hoek van 32.5°, met twee uitbouwen aan de voorzijde met een elk een dakhelling van 45°. De gelijkvloerse leefruimtes die georiënteerd zijn op de tuin, en de inkom met toegang tot de praktijkruimte en de garage, zijn aanvaardbaar. 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialen zijn aanvaardbaar volgens de verkaveling, en komen tevens voor in de omgeving. Er wordt geopteerd voor een rood-roze gevelsteen, donkere pannen, schrijnwerk in aluminium, en detailleringen in zink.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag werd getoetst aan het gunstig advies Monumentenzorg, het advies wordt gevolgd:

De aanvraag heeft betrekking op het bebouwen van een perceel gelegen in een gebied met culturele, historische en/of esthetische (CHE) waarde.  Artikel 5§1 van de bouwcode onderwerpt de bestaande toestand in dit gebied aan de wenselijkheid van behoud.  Het terrein waar de kavel deel van uitmaakt is gelegen binnen een bouwblok dat omsloten wordt door de Schouwvegersstraat, Antwerpsebaan, Reigersbosdreef en de Berendrechtdijk.  Het huidige weiland zorgt voor een open karakter met zicht op agrarisch- en parkgebied.  Dit landschap ondersteunt mee de erfgoedwaarde van het CHE-gebied.

Hoewel wij vanuit oogpunt monumentenzorg de percelen liever zouden bestendigen als open ruimte kunnen we stellen dat de voorgestelde bebouwingstypologie en de inplanting van het pand de verkavelingsvoorschriften respecteert.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de vrije binnenhoogte moet minstens 2.60 meter bedragen conform bouwcode artikel 21;
  2. er moet een septische put voorzien worden van minstens 2000 liter, conform bouwcode artikel 43;
  3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

4 juli 2018

Volledig- en ontvankelijk

23 juli 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 september 2018

Verslag GOA

3 september 2018

naam GOA

Helia Dezhpoor

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Aanleiding en context

{

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer :

OMV_2018083321

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Bruna Berckmans met als adres Bergenhoeve 24 te 2040 Antwerpen en de heer Dieter Peeters met als adres Bergenhoeve 24 te 2040 Berendrecht (Antwerpen)

Ligging van het project:

Schouwvegerstraat ZN te 2040 Berendrecht (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 19 sectie B nr. 626E2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een vrijstaande eengezinswoning op lot 4

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

  • 25/06/2015: vergunning (BD/2014/V/0010) voor het verkavelen van een perceel in 5 loten.

Laatst vergunde toestand

  • braakliggend terrein.

Bestaande toestand

  • braakliggend terrein.

Inhoud van de aanvraag

  • bouwen van een vrijstaande woning met één bouwlaag onder schuin dak;
  • de bouwdiepte bedraagt 17 meter met een kroonlijsthoogte van 2.95 meter en een nokhoogte van 6.50 meter;
  • er wordt een inpandige garage voorzien;
  • onder het volledige gebouw wordt een kruipruimte voorzien
  • op het schuin dak aan de achterzijde van het gebouw worden zonnepanelen voorzien;
  • de gevels worden uitgevoerd in een rood-roze gevelsteen met aluminium buitenschrijnwerk en een hellend dak afgewerkt met donkerkleurige dakpannen.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken,strikt na te leven;
  2. de vrije binnenhoogte moet minstens 2.60 meter bedragen conform bouwcode artikel 21;
  3. er moet een septische put voorzien worden van minstens 2000 liter, conform bouwcode artikel 43;
  4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.