Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Onroerend Erfgoed |
1 augustus 2018 |
7 september 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
1 augustus 2018 |
7 augustus 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Cultuurhistorische aspecten
Het voorliggend pand is gelegen in een gebied dat bij KB dd 10/1/1980 werd beschermd als stads- en dorpsgezicht wijk Zurenborg. In functie hiervan werd advies gevraagd aan Agentschap Onroerend erfgoed.
Dit advies luidt als volgt: ‘De aangevraagde handelingen worden onder voorwaarden gunstig geadviseerd omdat zij anders afbreuk doen aan de bescherming en
- in strijd zijn met het actief behoudsbeginsel (art. 6.4.1), en/of;
- in strijd zijn met het passief behoudsbeginsel (art. 6.4.3) en/of;
- in strijd zijn met de bepalingen uit het individuele beschermingsbesluit en/of;
- in strijd zijn met de bepalingen uit het Onroerenderfgoedbesluit.
Na een eerder advies werd het dossier ter plaatse besproken. Op onze vraag werden de voorstellen, zoals geformuleerd in het beheersplan (herwaarderingsplan) Zurenborg, bestudeerd. Een uitgangspunt is immers steeds het behoud en herstel en de herwaardering van het oorspronkelijk gevelmateriaal en de authentieke gevelornamentiek. In het beheersplan wordt al aangegeven dat de samenhang met nummer 14 belangrijk is wat betreft het herstel van het originele beeld van deze neoclassicistische huizenrij.
Op onze vragen werd grotendeels ingegaan. De balustrade van het terras eerste verdieping wordt gereconstrueerd naar model van het buurgebouw 14 (spiegelbeeld). De nog bestaande aftekening van het fronton wordt hernomen in het herstel van de gevelpleister door middel van een subtiel niveauverschil, zodat het eventueel later ook kan hernomen worden, maar tijdelijk een herstelde staat ontstaat die toch een beeld geeft van de originele toestand. Voorwaarde is dat de geschilderde lijstgevel uitgevoerd wordt met een gladde gevelpleister (zonder korrel), met gebruik van aangepaste historische materialen, afwerking en kleur. Indien men er alsnog voor kiest om tijdens de werken deze originele afwerking opnieuw te reconstrueren, zou dit zeker een meerwaarde zijn, het feit dat er nu stellingen aan het gebouw gezet worden, maken dat het nu ook logisch zou zijn om de oorspronkelijke opbouw van kroonlijst met goot en het fronton en de bovenste gevelornamentiek te hernemen. Hiervoor kan desgewenst trouwens een premie verkregen worden (standaardpremie).
Het aanpakken van het huidige schrijnwerk werd met ons besproken en getoetst aan het afwegingskader ‘historisch schrijnwerk’. Voor ons is de voorgestelde vervanging aanvaardbaar mits ze identiek uitgevoerd wordt aan het bestaande in het gebouw aanwezige schrijnwerk. Detailtekeningen dienen daartoe ter goedkeuring voorgelegd te worden (vergelijking originele en nieuwe ramen) vooraleer de werken uit te voeren.
De voorwaarden waar aan voldaan moet worden om ervoor te zorgen dat de aanvraag niet meer in strijd is met de bovengenoemde bepalingen uit de onroerenderfgoedregelgeving, die door de vergunningverlener opgenomen moeten worden in de vergunning zijn:
• De bestaande pleisterafwerking moet maximaal behouden blijven. De bestaande lijst net boven het raam eerste verdieping (dewelke op de geveltekening niet opgetekend werd en die zich in principe ongeveer ter hoogte van de woorden ‘bepleistering – wit’ op de geveltekening bevindt en doorloopt over de gehele gevelbreedte), dient zeker ook bewaard te blijven. De aan te brengen pleisterlaag moet glad afgewerkt zijn, met gebruik van aangepaste historische materialen, afwerking en kleur (schilderwerk), cfr. de bestaande pleisterlaag. Het fronton mag door middel van een niveauverschil aangegeven worden, de afwerking mag een latere reconstructie van het fronton en de kroonlijst echter niet verhinderen. Een echte reconstructie zou absoluut een meerwaarde zijn.
• De detailtekeningen van het schrijnwerk dienen ter goedkeuring aan het agentschap Onroerend Erfgoed voorgelegd te worden alvorens de werken aan te vatten.’
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich louter aan de voorgevel, wijzigen het bestaande volume niet en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden.
Wel wordt opgemerkt dat er aan de achterzijde een dakkapel werd aangebracht.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op werken die geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Uitsluitingen
Alle werken, handelingen en wijzigingen buiten de werken, handelingen en wijzigingen aan de voorgevel.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
12 juli 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
1 augustus 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
30 september 2018 |
Verslag GOA |
10 september 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Openbaar onderzoek
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018084864 |
Gegevens van de aanvrager: |
Ralf en Emma Block - Lauwers met als adres Pretoriastraat 16 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Pretoriastraat 16 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 22 sectie D nr. 1287S |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
renoveren van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 09/04/1897: vergunning (1897#440) voor vier huizen.
Laatst vergunde toestand
- de woning maakt deel uit van vier burgerhuizen bestaande uit twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak.
Bestaande toestand
- de twee middelste woningen (14-16) steken met hun kroonlijst iets boven de andere huizen uit;
- deze twee huizen springen in het oog door de accentuering van de verdieping met een balkon en fronton boven het deurvenster, een element dat bij nummer 16 werd verwijderd;
- aan de achterzijde van het voorliggende pand werd een dakuitbouw aangebracht.
Inhoud van de aanvraag
- herstellen en renoveren van de voorgevel;
- vervangen van het houten buitenschrijnwerk naar historisch model;
- zandstralen van de hardstenen plint en herstellen van de witte bepleistering;
- herstellen van het fronton en balkon op de eerste verdieping naar het origineel plan en in analogie met het aanpalende pand nr. 14.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Uitsluitingen
Alle werken, handelingen en wijzigingen buiten de werken, handelingen en wijzigingen aan de voorgevel.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.