De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
31 mei 2018 |
29 juni 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018025075 |
Gegevens van de aanvrager: |
Schuttershof 48 met als adres Huidevettersstraat 6-8 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Schuttershofstraat 48 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 3 sectie C nr. 1135A |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
opsplitsen van een vergunde eengezinswoning met een bruto vloeroppervlakte van ca. 775 m² |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
25 mei 2018 |
3 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
25 mei 2018 |
18 juni 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
25 mei 2018 |
25 mei 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
25 mei 2018 |
31 mei 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
25 mei 2018 |
19 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
25 mei 2018 |
14 juni 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een culturele, historische en/of esthetische waarde, in een overdruk - detailhandel (dh), in een overdruk - reca (r) en in een artikel 2: zone voor wonen - (wo2).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De functie van de eerste verdieping van het achterhuis is berging. Deze berging is zowel toegankelijk vanuit de commerciële ruimte als vanuit de woning. Door het inrichten van de eerste verdieping van het achterhuis als berging bij de commerciële ruimte, zou minder dan de helft van de bruto-vloeroppervlakte van het gebouw een woonfunctie hebben, wat in strijd is met de bestemmingsvoorschriften.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag voldoet niet aan het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, maar gezien de beperkte afwijkingen, kan de stedenbouwkundige vergunning toch worden verleend, mits de in voorwaarde opgelegde aanpassingen integraal worden uitgevoerd. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd om de toegangsdeuren tot de handelsruimte uit te voeren met een breedte van minstens 90cm, conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid.
Functionele inpasbaarheid
Het pand is gelegen in afgebakend kernwinkelgebied Centrum Antwerpen en op deze locaties zijn investeringen die de commerciële aantrekkingskracht van de handelszaken vergroten, positief te beoordelen. De stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing verleent een gunstig advies voor de herinrichting van de winkelruimte.
Het pand is gelegen in een woonzone (Wo2) waar minstens de helft van de vloeroppervlakte van het gebouw een woonfunctie moet hebben. De eerste verdieping van het achterhuis wordt ingericht als berging. Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met de bestemmingsvoorschriften, wordt als voorwaarde opgelegd om de commerciële ruimte één en ondeelbaar te maken met de woning in gebruik, verhuur en verkoop en minstens de helft van de vloeroppervlakte in te richten met een woonfunctie.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van [0] parkeerplaatsen. Cfr. advies stedelijke dienst mobiliteit: De aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van een winkelruimte bij een eengezinswoning. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van de handelsruimte. Naast de bestaande handelsruimte op het gelijkvloers wordt er nu een deel van het achterhuis op de eerste verdieping ingericht als stockruimte voor de handelsfunctie. De bovengelegen woning blijft behouden. Het gaat om een zeer beperkte uitbreiding (enkel stockruimte) en de totale handelsruimte bedraagt maar 233m2. De werkelijke parkeerbehoefte is 0. |
De plannen voorzien in [0] nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt [0]. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan [0]. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt [0]. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Bij het beoordelen van de aanvraag behoort het tot de autonome bevoegdheid van de vergunningverlenende overheid of het aangevraagde verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening.
De aanvraag heeft betrekking op een historisch complex, opgebouwd met een voor- en achterhuis en een centrale open ruimte. Het pand is vergund als handelshuis met de expliciete voorwaarde dat de bovengelegen woning in alle omstandigheden één geheel met de winkelruimte (voormalige apotheek) moet vormen, zowel in verkoop als in verhuur.
In functie van de uitbreiding van de handelszaak, wordt geopteerd om de patio te overbouwen met een beglaasde staalconstructie. Het supprimeren van de onbebouwde ruimte op het perceel en daarbij ook de enige buitenruimte bij de woning maakt de aanvraag strijdig met de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan en de bouwcode.
Het pand is gelegen in afgebakend kernwinkelgebied, waar de uitbreiding en verbetering van de commerciële aantrekkingskracht gestimuleerd wordt. Een afwijking van de voorschriften met betrekking tot behoud van de gelijkvloerse onbebouwde ruimte is daarom motiveerbaar, onder de strikte voorwaarden dat de overkapping geen verstoring betekent van de erfgoedwaarden van het pand en de woonkwaliteit van de bovenliggende eengezinswoning gegarandeerd blijft. In het geval dat het gelijkvloers of een deel van het gelijkvloers in de toekomst opnieuw een woonfunctie zou krijgen, dient de binnenkoer opnieuw opengemaakt te worden.
Het project werd voorbesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg. Gezien de geplande werken de gestelde erfgoedwaarden respecteren en de nog aanwezige erfgoedelementen behouden blijven, adviseren zij de aanvraag voorwaardelijk gunstig.
Bij de beoordeling van een eventuele afwijking van de voorschriften, dient ook de impact van de aangevraagde werken op de woonkwaliteit afgewogen te worden. De aanvraag heeft betrekking op de pand dat laatst werd vergund als eengezinswoning met nevenfunctie (apotheek). Voorliggende aanvraag betreft de uitbreiding van de commerciële ruimte. De winkelruimte blijft via een diensttrap verbonden met de bovenliggende woning. Conform de laatst vergunde toestand blijft de winkelruimte dus één en ondeelbaar met de woning. Hiermee rekening houdende en gezien de ruime oppervlakte van de woning, de kwalitatieve ontsluiting van de bovenliggende verdiepingen en de grote lichttoetreding in de verschillende verblijfsruimtes blijft de woning over voldoende woonkwaliteit beschikken.
Vanuit ruimtelijk oogpunt kan om bovenstaande redenen een afwijking worden toegestaan op het dichtbouwen van de onbebouwde ruimte en het ontbreken van een buitenruimte. Als expliciete voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd om de commerciële ruimte en de bovenliggende woning één en ondeelbaar te houden in gebruik, verhuur en verkoop.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een voormalig neoclassicistisch burgerhuis dat werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed dd 14/09/2009 omwille van zijn stedenbouwkundige, historische, architecturale en esthetische waarde. Het heeft een hoge erfgoedwaarde.
In 1834 werd een vermoedelijk 16e (17e) eeuws pand (oudere kern bleef behouden in de kelders en het achterhuis alsook een haard uit 1550) verbouwd in opdracht van de rentenier Charles-Joseph Lereverand naar een ontwerp door de architect Louis Serrure. Het bestaande pand werd uitgebreid met een bijkomende verdieping en het poortrisaliet. Het is een zeldzaam gekend voorbeeld van de woningarchitectuur van provinciaal architect Serrure, die kort daarna de verdwenen Passage Dehaen en de hoofdingang van het Sint-Elisabethgasthuis ontwierp.
De rijwoning telt vier traveeën en drie bouwlagen onder plat dak, met bepleisterde en beschilderde lijstgevel. Rechter poortrisaliet met op de begane grond bewaarde rechthoekige koetspoort in vlakke hardstenen omlijsting met getralied bovenlicht en bekronend geprofileerd waterlijstje. Op de verdiepingen rechthoekige vensters, in het risaliet met platte bandomlijstingen en consoles onder de dorpels. Eenvoudige geprofileerde kroonlijst. Vensters van de begane grond verbouwd tot winkelpui. Het historische achterhuis, van twee bouwlagen onder dak bleef bewaard en is via een tussenvolume verbonden met het voorhuis.
De geplande werken werden voorbesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg. Conform artikel 5§2 van de bouwcode werd een CHE-rapport opgemaakt door Johan Grootaers in opdracht van Abraham Konig. De geplande werken respecteren de gestelde erfgoedwaarde en behouden de nog aanwezige erfgoedelementen. Het behoud wordt immers ingegeven vanuit artikel 5§1 van de bouwcode gezien de opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed en de ligging in CHE-gebied (cfr. RUP binnenstad).
Gezien de hoge erfgoedwaarden wordt een gunstig advies verleend op voorwaarde dat:
- het buitenschrijnwerk in alle gevels in situ behouden blijft (muz van de ramen op de gelijkvloerse verdieping van het voorhuis. Aanpassingen moeten steeds in overleg gebeuren met de stedelijke dienst monumentenzorg;
- de historische 16e eeuwse draagstructuur en schouw in het achterhuis moet in situ behouden blijven;
- de interieurafwerking (binnenschrijnwerk, trap, lijstwerk, …) in de inkom –en traphal en in de salons op de verdiepingen uit 1834 moet in situ behouden blijven. Aanpassingen moeten steeds ter goedkeuring worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
Archeologische aspecten
Het geplande bouwproject valt buiten de drempelwaarden voor de verplichte opmaak van een archeologienota volgens art. 5.4.1. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013: de ingreep in de bodem in de Vastgestelde archeologische zone van de historische binnenstad blijft onder 100m².
Ondanks de beperkte ingreep in de bodem, blijft de kans bestaan dat bij graafwerken archeologische vondsten aan het licht komen. Omwille van de kans op vondsten dienen bijkomende voorwaarden te worden opgelegd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dichtbouwen van de onbebouwde ruimte en het supprimeren van de buitenruimte van de woning is strijdig met de voorschriften. Rekening houdende met het advies vanuit oogpunt stadsmarketing kan een afwijking worden toegestaan voor het overkappen van het gelijkvloers en de inrichting als winkelruimte, mits de bestaande erfgoedelementen behouden en gerespecteerd worden. Op voorwaarde dat de winkel- en woonruimte als één en ondeelbaar behouden blijven in verhuur en verkoop zijn de aangevraagde wijzigingen stedenbouwkundig aanvaardbaar en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Mits het naleven van alle gestelde voorwaarden, voldoet de aanvraag aan de actuele eisen inzake hinderaspecten, veiligheid en gebruiksgenot.
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
23 april 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
22 mei 2018 |
Start openbaar onderzoek |
31 mei 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
29 juni 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 september 2018 |
Verslag GOA |
20 augustus 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.