Terug

2018_CBS_07726 - Omgevingsvergunning - OMV_2018081311. Olmenbrug 16. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/08/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_07726 - Omgevingsvergunning - OMV_2018081311. Olmenbrug 16. District Merksem - Goedkeuring 2018_CBS_07726 - Omgevingsvergunning - OMV_2018081311. Olmenbrug 16. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 27 Open ruimte: :  voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. De volledige voortuin werd verhard voor het stallen van een wagen, waar enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten.
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: er werd geen opstand van 0,30 cm voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Er moet een niet brandbare strook  (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien worden.
  • Artikel 38 Groendaken: er wordt geen groendak voorzien op het platte dak van de uitbreiding.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften:

Uit het dossier kan afgeleid worden dat de voortuinstrook volledig verhard is. Dit is strijdig met artikel 27 van de bouwcode waarin gesteld wordt dat voortuinen vrij moeten zijn van verhardingen en constructies met uitzondering van tuinafsluitingen en  brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden. Dit zijn toegangspaden met een maximale breedte van 1,50 meter en opritten naar een vergunde garage of autostaanplaats. Als voorwaarde bij de vergunning zal opgelegd worden de voortuin aan te passen aan de bepalingen van voornoemd artikel en de verhardingen te beperken tot de strikt noodzakelijke. De aanvraag voldoet tevens niet aan artikels 34 en 38 van de bouwcode. De gewijzigde scheimuur wordt niet over de volledige lengte uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden.
Door het dak uit te voeren als groendak, en daarmee te voldoen aan artikel 38 van de bouwcode, kan een gelijkwaardige brandveiligheid bekomen worden door tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed te plaatsen. Ook dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning

Functionele inpasbaarheid:

De aanvraag beoogt slechts een beperkte uitbreiding van een bestaande eengezinswoning. De bestaande functie wordt niet aangetast.

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte):

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid:

De gewenste uitbreiding situeert zich op het gelijkvloers. Een bestaande veranda aan de achtergevel wordt gesloopt en vervangen door een volwaardig volume met een kroonlijsthoogte van 3,55 meter. De totale bouwdiepte van het gelijkvloers na de werken bedraagt 14,5 meter. Binnen dit nieuwe volume worden een keuken en een zithoek ingericht. De nieuwe achtergevel wordt voorzien van een ruime raampartij met een hoogte van 2,30 meter. De diepte van de tuin na de werken bedraagt ruim 17 meter. Het voorgestelde volume verwijst zowel qua  bouwdiepte als –hoogte naar in de omgeving vaker voorkomende volumes en kan aanvaard worden.

Visueel-vormelijke elementen:

De werken situeren zich aan de achterzijde van het gebouw en zijn niet zichtbaar vanop de openbare weg. De gekozen materialen voor de nieuwe achtergevel, grijs crepi en grijs pvc schrijnwerk, kunnen aanvaard worden binnen deze omgeving.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De voorgestelde werken beogen een verbetering van de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning en kunnen aanvaard worden.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. te voldoen aan artikel 27 van de bouwcode en de verhardingen in de voortuin te beperken tot de strikt noodzakelijke. Dit is een toegangspad met een maximale breedte van 1,50 meter. De rest van de voortuin dient groen aangelegd te worden;
  2. te voldoen aan artikel 38 en het platte dak van de uitbreiding uit te voeren als groendak.
  3. te voldoen aan artikel 34 van de bouwcode door het dakvlakdak tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed te plaatsen;
  4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 juli 2018

Volledig- en ontvankelijk

9 juli 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 september 2018

Verslag GOA

21 augustus 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer :

OMV_2018081311

Gegevens van de aanvrager:

de heer Nevzat Madanov met als adres Olmenbrug 16 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Olmenbrug 16 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 39 sectie A nr. 140P2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning aan de achtergevel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

  • 05/09/1960: vergunning (1974#3335) voor het oprichten van een woning met staatspremie.

 

Laatst vergunde toestand

  • besloten eengezinswoning van twee bouwlagen onder een plat dak.

 

Bestaande toestand

  • de voortuinstrook werd volledig verhard en doet dienst als autostalplaats;
  • er werd een veranda voorzien tegen de achtergevel op de gelijkvloerse verdieping.

Inhoud van de aanvraag

  • het verbouwen van een eengezinswoning aan de achtergevel;
  • er wordt een uitbouw voorzien met een hoogte van 3.30 m en een diepte  van 5.50 m;
  • de interne hoogte van de aanbouw bedraagt minimaal 2.60 m.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
  2. te voldoen aan artikel 27 van de bouwcode en de verhardingen in de voortuin te beperken tot de strikt noodzakelijke. Dit is een toegangspad met een maximale breedte van 1,50 meter. De rest van de voortuin dient groen aangelegd te worden;
  3. te voldoen aan artikel 38 en het platte dak van de uitbreiding uit te voeren als groendak.
  4. te voldoen aan artikel 34 van de bouwcode door het dakvlakdak tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed te plaatsen;
  5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.