Terug

2018_CBS_07745 - Omgevingsvergunning - OMV_2018071244. Antwerpsebaan 380. District Berendrecht - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/08/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_07745 - Omgevingsvergunning - OMV_2018071244. Antwerpsebaan 380. District Berendrecht - Goedkeuring 2018_CBS_07745 - Omgevingsvergunning - OMV_2018071244. Antwerpsebaan 380. District Berendrecht - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaams gewest, Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

1 augustus 2018

10 augustus 2018

Gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen

2 juli 2018

5 juli 2018

Geen advies

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

2 juli 2018

27 juli 2018

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

2 juli 2018

4 juli 2018

Toetsing voorschriften 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag. 

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het bouwen van een nieuwe smidse met zone voor hoefverzorging, na het slopen van twee bestaande tuinbergingen. Op basis van uitspraken van de raad voor vergunningsbetwistingen wordt een hoefsmid effectief beschouwd als een para agrarisch beroep. De inrichting is kleinschalig en maakt deel uit van een kleine woonkorrel omgeven door landbouwgebied waardoor de eventuele hinder beperkt is. Voor de aanvraag kan een gunstig advies gegeven worden. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat de in deze aanvraag vervatte werken geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De nieuwe smidse betreft een L-vormig gebouw en wordt achteraan voorzien op 3m afstand van de linker- en achterste perceelgrens. De nokhoogte bedraagt 4,60m voor de zone voor hoefverzorging en 5,91m voor de smidse. De dakgoot wordt voorzien op 2,60m voor de zone voor hoefverzorging en 3m voor de smidse. De gehele smidse wordt voorzien van een zadeldak en heeft een oppervlakte van 82m². De smidse wordt op ongeveer 15m ingepland van de bestaande woning. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden ingestemd met een volume zoals voorgesteld. De aanvraag is aanvaardbaar inzake schaal en ruimtegebruik. 

Visueel-vormelijke elementen

De smidse wordt opgebouwd uit een rode genuanceerde gevelsteen met rode dakpannen. De poort en het schrijnwerk worden uitgevoerd in natuurkleurig hout. Inzake materiaalgebruik vormt de nieuwe smids een geheel met het hoofdgebouw. De smidse is daardoor in harmonie met de omgeving. Vanuit visueel en vormelijk aspect veroorzaakt de aanvraag geen storende effecten. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De verharding werd beperkt tot het hoogstnoodzakelijke. Een waterdoorlatende verharding is hier niet mogelijk aangezien er zwaar materiaal over de verharding moet rijden (trailer) en de waterdoorlatende verharding verstopt zou geraken door stro en paardenmest, waardoor de waterdoorlatende functie vervalt. Wel dient er rekening gehouden te worden met de afwatering van de verharding. Om wateroverlast voor de linkerbuur (nr. 382) te vermijden dient er op gelet te worden dat het overtollige hemel-, spoel- of kuiswater in geen geval naar de linkerbuur vloeit, maar wel op eigen terrein infiltreert. Dit wordt in voorwaarde opgenomen.

Inzake de voorziene functie van smidse en zone voor hoefverzorging werd advies gevraagd aan de dienst milieuvergunningen. Het advies luidt als volgt: ‘De smidse en de uitgeoefende activiteiten zijn niet opgenomen in de lijst met ingerichte activiteiten of handelingen. Toch bestaan er risico’s op overlast voor de omwonenden als gevolg van de rookgassen afkomstig van het smidsevuur en het impulsachtig geluid afkomstig van het beslagen van de hoefijzers. Om stof en geurhinder te vermijden, dienen de rookgassen afkomstig van de smidse ten minste één meter hoger in de atmosfeer gebracht te worden dan de hoogte van de gebouwen in een straal van 50 meter rond schoorsteen. Bij een inversie is het gebruik van de smidse niet toegestaan omdat er dan geen voldoende dispersie van de verbrandingsgassen kan optreden. Het beslagen van de ijzers zal sterk geluid met impulsachtig karakter veroorzaken die als rust verstorend of zelf hinderlijk aanzien kan worden. De afstand tot de dichtste bewoning (ander dan woonhuis van de bouwheer) bedraagt een 12-tal meter. Om de hinder zoveel mogelijk te vermijden, moet de bouwheer de nodige maatregelen treffen om de geluidsproductie aan de bron en de geluidsoverdracht naar de omgeving te beperken. Hierbij wordt in de eerste instantie gekeken naar het aanbrengen van akoestische isolatie in de smidse. Het gebruik van de smidse dient steeds met gesloten deuren en ramen plaats te vinden.’ Het bovenstaande wordt in voorwaarde in de vergunning opgenomen. 

Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. het hemel-, kuis- of spoelwater mag niet richting de linkerbuur (nr.382) vloeien, maar moet op het eigen terrein infiltreren;
  2. advies dienst milieuvergunningen:
  • de rookgassen afkomstig van de smidse dienen ten minste één meter hoger in de atmosfeer gebracht te worden dan het hoogste gebouw in een straal van 50 meter rond schoorsteen;
  • bij een inversie is het gebruik van de smidse niet toegestaan;
  • de bouwheer neemt de nodige maatregelen (isolatie, sluiten ramen deuren, tijdstip, etc.) om de geluidsproductie aan de bron en de geluidsoverdracht naar de omgeving tot een aanvaardbaar niveau te beperken.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 juni 2018

Volledig- en ontvankelijk

2 juli 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 augustus 2018

Verslag GOA

27 augustus 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018071244

Gegevens van de aanvrager:

de heer Filip Sebrechts met als adres Antwerpsebaan 380 bus 1 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Antwerpsebaan 380 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie B nr. 255P

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van twee bestaande tuinbergingen en bouwen van een smidse

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • 16/02/1987: vergunning (18#68808) bouwen van een woning; 

Laatst vergunde toestand

  • een  vrijstaande eengezinswoning  met achterliggende tuin. 

Bestaande toestand

  • idem laatst vergunde

Inhoud van de aanvraag

  • slopen van twee bestaande tuinbergingen;
  • bouwen van een L-vormig bijgebouw waarin een smidse en een zone voor hoefverzorging wordt voorzien;
  • het bijgebouw wordt achteraan op het perceel voorzien op 3 meter afstand van beide perceelgrenzen;
  • de nokhoogte van de smidse bedraagt  5,91meter met een schouw van 6,30meter hoog;
  • de hoogte van de zone hoefverzorging bedraagt 4,60 meter;
  • het volledige bijgebouw is voorzien van een zadeldak;
  • de totale oppervlakte van het bijgebouw bedraagt 82m².

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;
  2. het hemel-, kuis- of spoelwater mag niet richting de linkerbuur (nr.382) vloeien, maar moet op het eigen terrein infiltreren;
  3. advies dienst milieuvergunningen:
    • de rookgassen afkomstig van de smidse dienen ten minste één meter hoger in de atmosfeer gebracht te worden dan het hoogste gebouw in een straal van 50 meter rond schoorsteen;
    • bij een inversie is het gebruik van de smidse niet toegestaan;
    • de bouwheer neemt de nodige maatregelen (isolatie, sluiten ramen deuren, tijdstip, etc.) om de geluidsproductie aan de bron en de geluidsoverdracht naar de omgeving tot een aanvaardbaar niveau te beperken.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.