Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
4 september 2018 |
24 september 2018 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
4 september 2018 |
14 september 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Bij de werken wijzigt de functie als eengezinswoning niet. Deze is functioneel inpasbaar in de omgeving, zijnde woongebied.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Na de werken wordt de volledige achterbouw gesloopt. Binnen hetzelfde volume wordt een nieuwe achterbouw opgetrokken. Een verhoging van de rechterscheimuur is hierbij noodzakelijk om voldoende dakopstand te voorzien. Het platte dak links-achteraan is in harmonie met de achterbouw van de linkerbuur. Het openwerken van de achtergevel versterkt het contact tussen de woning en de stadstuin.
Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten
Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is het volgende;
Inleiding
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat opgenomen is in de vastgestelde inventaris sinds 28/11/2013 omwille van de architecturale en stedenbouwkundige waarde. Het pand is beeldbepalend in zijn omgeving.
Deze rijk versierde neoclassicistische burgerwoning werd in 1883 ontworpen door architect Charles Dens in opdracht van P. Delgoffe. De woning valt op door de bekroning van de centrale travee met een dakvenster in de vorm van een serliana, geflankeerd door pilasters met vleugelstukken op natuurstenen consoles en bekroond met een vaasvormig topornament met wimpel. Tussen de consoles het bouwjaar "ANNO 1883". Door deze gevelbekroning en de verzorgde, gaaf bewaarde gevelafwerking, is deze woning een zeer mooi voorbeeld van de boven de standaarden uitstekende neoclassicistische burgerhuizen die het Zuid rijk zijn.
Het schrijnwerk van ramen en deur is bewaard. Het betreft T-vensters en een deur met betralied deurlicht.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Bovendien schrijft art. 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Er werd een beperkte fotoreportage bezorgd.
Beoordeling
Men wenst de volledige achterbouw over alle verdiepingen te slopen en een nieuw volume te voorzien. Het principe van de entresol blijft behouden, in de nieuwe toestand wordt deze beperkt verbreed.
Het hoofdvolume blijft ongewijzigd.
Het dossier werd voorbesproken. Het entresolvolume werd reeds aangepast en uitgebreid, aanpassingen zijn mogelijk omdat de historische waarde beperkt is.
De naastgelegen tuinkamer op de gelijkvloerse verdieping heeft nog de oorspronkelijke lambrisering, schouw, stucwerkplafond, daklicht en buitenschrijnwerk met bovenlicht in decoratief glas-in-lood en is op basis van de aangeleverde informatie nog in goede staat. Door de aanwezigheid van de authentieke erfgoedelementen in deze ruimte, in aansluiting met de waardevolle interieurafwerking van de hoofdbouw, wordt behoud van deze ruimte geadviseerd. Het entresolvolume kan wel volledig vernieuwd worden zoals voorgesteld in de aanvraag.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de achtertuin wordt een lindeboom gerooid. Aan de stedelijke dienst groen en begraafplaatsen werd daarom advies gevraagd.
De groendienst geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor het rooien van één hoogstamminge lindeboom in de tuin vlak tegen de woning. De resterende te behouden bomen (op straat en in de tuin) moeten voldoende beschermd worden tijdens de werken. Zie voorwaarden.
De voorwaarden van de stedelijke dienst groen en begraafplaatsen worden mee opgenomen in de voorwaarden bij deze vergunning.
Er wordt opgemerkt dat de septische put niet voldoet aan de bouwcode, dit wordt opgelegd in voorwaarden.
Het openmaken van zowel de achtergevel en het platte dak doormiddel van dakkoepels verbetert de algemene woonkwaliteit.
De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats indien de voorwaarden opgevolgd worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
4.na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
14 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
3 september 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
2 november 2018 |
Verslag GOA |
11 oktober 2018 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2017010493 |
Gegevens van de aanvrager: |
Elisa en Riemer Vingerhoedt - Grootjans met als adres Tolstraat 50 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Tolstraat 50 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 11 sectie L nr. 3575X2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/07/1993: vergunning (86#930563) voor uitbreiding keuken;
- 28/11/2008: vergunning (20084911) voor het regulariseren van de uitbreiding van een eengezinswoning;
Laatst vergunde toestand
- neoclassicistische burgerwoning met drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak;
- tegen de linker perceelgrens is er een uitbreiding voorzien bestaande uit drie bouwlagen onder plat dak.
Bestaande toestand
- idem laatst vergunde toestand.
Inhoud van de aanvraag
- vervangen van de bestaande achterbouw door een perceel brede achterbouw op het gelijkvloers met een bouwdiepte van 19,26 meter;
- verhogen van de rechter scheimuur ter hoogte van de nieuwe achterbouw;
- tegen de linker perceelgrens wordt er een uitbreiding voorzien over drie bouwlagen met een hoogte van 10,96 meter;
- aanpassen van de achtergevel aan de nieuwe interne indeling uitgevoerd in een witte bepleistering en aluminium donkergroen buitenschrijnwerk;
- in de tuin wordt er een hoogstammige boom geveld, een zwembad van 27 m² aangelegd en een tuinberging van 6,6 m² voorzien;
- de voorgevel blijft ongewijzigd en maakt geen deel uit van de aanvraag.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
1. De tuinkamer op het gelijkvloers dient volledig bewaard te blijven, inclusief de authentieke interieurelementen (schouw, lambrisering, stucwerkplafond, daklicht en buitenschrijnwerk met bovenlicht in decoratief glas-in-lood);
2. Een septische put is te voorzien van minimaal 2000l cfr art. 43 van de bouwcode;
3. bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
- In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
• het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
• graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
• de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm);
- als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.
- de wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- Er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2m.
- in die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)
- Er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt.
- om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
- naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
- om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;
- het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
5. de algemene voorwarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.