2018_CBS_09536 - Jeugd - Infrastructuursubsidie. Uitbetaling infrastructuursubsidie 2018. Lijst 6 - Goedkeuring

Conform het stedelijk subsidiereglement voor de jeugd, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 april 2016 (jaarnummer 238) beslist het college over alle subsidieaanvragen.

De ingediende subsidieaanvragen werden beoordeeld aan de hand van het subsidiereglement voor de jeugd. De beoordeling verloopt in twee fases. In een eerste fase wordt nagegaan of de aanvrager een erkende vereniging is. In een tweede fase wordt het bouwproject zelf beoordeeld. De aanvragers voldoen aan de voorwaarden om aanspraak te maken op de infrastructuursubsidie, na het binnenbrengen van de nodige betalingsbewijzen.

De adviesgroep beoordeelde volgende aanvragen positief :

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen en het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2006 met jaarnummer 2730 met betrekking tot het reglement op de toelagen.

Zoals bepaald in het subsidiereglement voor de jeugd, goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 april 2016 (jaarnummer 00238), kunnen erkende jeugdverenigingen een aanvraag voor een infrastructuursubsidie indienen.

De aanvragen worden ter advies voorgelegd aan een adviesgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van het jeugdwerk en de jeugddienst. Deze adviesgroep werd samengesteld in overleg met de districtsjeugdraden.

Volgende verenigingen dienden een aanvraag voor infrastructuursubsidies in:

Op 23 maart 2018 keurde het college een infrastuctuursubsidie goed van 205.000,00 EUR voor de totale renovatie van het lokaal van Boudewijn Onderdak vzw (2018_CBS_02610).

Zoals bepaald in het stedelijk subsidiereglement voor de jeugd wordt na goedkeuring van de infrastructuursubsidie een voorschot van 50% van het subsidiebedrag uitbetaald. Het saldo wordt uitbetaald na controle van de uitgevoerde werken door de jeugddienst en nadat de vereniging de nodige betalingsbewijzen heeft binnengebracht.

Een toelage zal enkel uitbetaald worden wanneer er geen openstaande, niet-betwiste, vervallen schulden zijn ten aanzien van de stad.