Terug

2018_CBS_09449 - Omgevingsvergunning - OMV_2018099400. Italiëlei 189. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 26/10/2018 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_09449 - Omgevingsvergunning - OMV_2018099400. Italiëlei 189. District Antwerpen - Weigering 2018_CBS_09449 - Omgevingsvergunning - OMV_2018099400. Italiëlei 189. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

7 september 2018

5 oktober 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

7 september 2018

18 september 2018

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

7 september 2018

11 september 2018

sociale dienstverlening/ woonpromotie - studenten

7 september 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

7 september 2018

8 september 2018


Toetsing voorschriften 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 3 zone voor centrumfuncties - (ce). 

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’ 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’ 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

         De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-       Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

-       Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-       Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de gemeenschappelijke keuken op de benedenverdieping heeft geen lichtdoorlatende oppervlakte van minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

het gedeelte van de achterste scheidingsmuur heeft geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. 

Sectorale wetgeving

-       MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-       Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-       Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Functionele inpasbaarheid

Om een goede mix van bewoners en studenten in de stad na te streven is het aangewezen een mix van functies te voorzien. Zo kan worden aangeraden dat jeugdwerk, een praktijk voor zelfstandige, een handelszaak, een dienstencentrum of andere functies bij voorkeur geïntegreerd worden in het project. De mix aan functies op projectniveau kan ook bestaan uit bijkomende zelfstandige woningen voor pas afgestudeerden. Het is echter van groot belang dat deze woningen en/of extra functies kunnen beschikken over voldoende woon- en gebruiksgenot. 

Vermits de gemeenschappelijke keuken op de benedenverdieping geen licht doorlatende oppervlakte van minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte heeft, beschikt deze ruimte echter over onvoldoende gebruiksgenot. Dit impliceert dat de gemeenschappelijke ruimte op de 2de verdieping behouden dient te blijven en aldus niet omgevormd kan worden tot appartement. 

Verder zijn eenzijdige georiënteerde studio’s (in gericht als één-slaapkamerappartement) niet wenselijk. De nieuwe studio’s beschikken over onvoldoende woonkwaliteit door de eenzijdig gerichte oriëntatie.  Niet alleen licht maar ook uitzicht vormt een belangrijke psychologische factor bij de beleving van het woonklimaat. Meerzijdige oriëntatie bezorgt woningen een kwalitatief visueel contact met de omgeving.

Daarenboven kan een oppervlakte tot 60m² onvoldoende woonkwaliteit worden gerealiseerd voor een één-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte kan hoogstens een studio zonder aparte slaapkamer herbergen.

Ook het ontbreken aan individuele buitenruimtes fysiek verbonden met de woonentiteiten is nefast voor de woonkwaliteit van deze woningen. Tenslotte is de gemeenschappelijke buitenruimte op het dak voor iedereen toegankelijk, waardoor deze heel klein wordt voor het totaal aantal gebruikers van het gebouw. 

De geplande wijzigingen van voorliggende aanvraag zijn storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan niet ingestemd worden met het volume in functie van de vluchttrap. De geplande uitbreidingswerken ten behoeve van deze vluchttrap zijn storend in functie van aansluiting met de tuinzone van het achterliggend perceel. Op deze plek hoort een tuinmuur in plaats van een blinde muur van meer dan 6 meter hoogte.

Dit volume hindert ook het uitzicht vanuit de verblijfsruimten op de eerste verdieping. 

Visueel-vormelijke elementen

Het aluminium sandwichpaneel dat als plint gebruikt wordt op de begane grond is geen duurzaam, kwalitatief, constructief en esthetisch verantwoord materiaal. De kleur en het materiaal van een gevel van een gebouw heeft een grote impact op de uiteindelijke beeldwaarde van het gebouw en de kwaliteit van de gevelafwerking. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voldoet, gezien de gemeenschappelijke ruimte op de begane grond en de nieuwe studio’s over onvoldoende woon- en gebruiksgenot beschikken, niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging tov de laatst vergunde toestand.

De burelen en het appartement op 1ste en 2de verdiep blijven ongewijzigd.

Op het 3de verdiep wordt een studentenkamer en een studio ingericht.

Op het 4de verdiep worden 2 studio’s ingericht.

De laatst vergunde toestand op verdiep 5 tot 8 wordt hersteld.

De parkeerbehoefte wordt dus bepaald op de uitbreiding met 3 studio’s en 1 studentenkamer van verdiep 3 en 4.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

3 bijkomende studio’s - 3 x 1 = 3

1 bijkomende studentenkamer - 1 x 0.15 = 0.15 ? 0

De werkelijke parkeerbehoefte is 3

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Door het ontbreken van een motivatienota met een beschrijving van de laatst vergunde toestand (vorige functies, oppervlaktes, aantal en grootte wooneenheden, aantal gebruikers/werknemers,…) is het niet mogelijk deze bijstelling toe te passen.

Op verdiep 3 en 4 zijn medische onderzoekslokalen de laatst vergunde toestand. We gaan ervan uit dat dit faciliteiten zijn voor studenten. De parkeerbehoefte van deze functie is dan 0

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 


Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren. 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 augustus 2018

Volledig- en ontvankelijk

7 september 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

6 november 2018

Verslag GOA

18 oktober 2018

naam GOA

Wim Van Roosendael

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer:

OMV_2018099400

Gegevens van de aanvrager:

BVBA PADAMA INC. met als adres Italiëlei 98 B bus 0 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Italiëlei 189 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 5 sectie E nr. 1282K6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren en aanpassen van een pand met zelfstandige wooneenheden, studentkamers en burelen

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

-       13/03/1959: vergunning (18#39169) voor het afbreken van een woning en oprichten van een studentenhome;

-       06/11/1959: vergunning (18#40291) voor binnenveranderingen;

-       20/08/2004: vergunning (197#20040320) voor het wijzigen van de voorgevel van het gelijkvloers;

-       20/10/2015: proces verbaal (AN/2015/VPV/0716) voor werken en wijzigingen uitvoeren zonder voorafgaandelijke schriftelijke stedenbouwkundige vergunning van het college van burgemeester en schepenen.

Laatst vergunde toestand

-       het pand bestaat uit acht bouwlagen onder een plat dak;

-       het gebouw is ingericht met studentenkamers, burelen en ruimtes voor medisch onderzoek;

-       de benedenverdieping is volledig bebouwd met een bouwdiepte van 23,00 meter;

-       hier zijn een inkomhal, zalen, traphal en lift voorzien;

-       de eerste verdieping heeft een bouwdiepte van 18,00 meter en is ingericht met een bureauruimte en vergaderzaal;

-       op de tweede verdieping is aan de straatzijde een studentenzaal en achteraan een appartement ingericht;

-       de derde en vierde verdieping zijn ingericht met lokalen voor medisch onderzoek;

-       op de vijfde, zesde en zevende verdieping zijn telkens vijf studentkamers voorzien;

-       de achtste verdieping is voorzien van drie studentenkamers;

-       de voorgevel werd opgetrokken in metselwerk en geschilderd beton met een plint in arduin;

-       het schrijnwerk bestaat uit staal.

Bestaande toestand

-       op de benedenverdieping is er een winkelruimte ingericht;

-       de tweede verdieping is volledig omgevormd tot appartement;

-       op de derde en vierde verdieping zijn telkens twee studio’s ingericht;

-       op de bovenliggende verdiepingen zijn telkens een studentenkamer minder ingericht dan in de laatst vergunde toestand.

Inhoud van de aanvraag

-       de benedenverdieping wordt voorzien van een gecompartimenteerde trappenhal, gemeenschappelijke fietsenstalling en een gezamenlijke keuken;

-       achteraan wordt een nieuwe vluchttrap gemaakt die uitkomt op het bovengelegen platte dak;

-       de lichtkoepels boven de fietsenstalling worden verwijderd;

-       de indeling van de eerste verdieping met een bureau en vergaderzaal blijft gelijk aan de laatst vergunde toestand;

-       achteraan wordt een nieuw volume voorzien als toegang tot de vluchttrap;

-       op de tweede verdieping blijft het bestaande appartement behouden;

-       de derde verdieping wordt ingericht met een studentenkamer aan de straatzijde en een studio achteraan;

-       de vierde verdieping wordt voorzien van twee studio’s;

-       de vijfde, zesde en zevende verdieping blijven behouden zoals in de laatst vergunde toestand met telkens vijf studentenkamers;

-       de achtste teruggetrokken verdieping wordt ingericht met twee studentenkamers en een gemeenschappelijke ruimte;

-       de voorgevel wijzigt enkel op de benedenverdieping, het buitenschrijnwerk zal bestaan uit donkergrijs pvc;

-       aan de achtergevel wordt een stalen noodladder voorzien. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.