De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018050469 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Israel Puczenik met als contactadres Maria Henriëttalei 6-8 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Jacob Jordaensstraat 87 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6 sectie F nr. 1452R7 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag |
verbouwen en uitbreiden met een extra bouwlaag van een meergezinswoning |
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
14 juni 2018 |
13 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
14 juni 2018 |
Geen tijdig advies ontvangen |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
14 juni 2018 |
22 juni 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
14 juni 2018 |
20 juni 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
14 juni 2018 |
14 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ geacht vergund |
14 juni 2018 |
15 juni 2018 |
Toetsing aan de voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Jacob Jordaensstraat wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestaande meergezinswoning is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De inrichting met vier kwaliteitsvolle ruime appartementen overschrijdt de draagkracht van de plek niet en is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Dit gedeelte van de Jacob Jordaensstraat wordt gekenmerkt door gebouwen met 3 a 4 bouwlagen en een daklaag. De aangevraagde extra bouwlaag komt overeen met de aanwezige bebouwing en veroorzaakt geen hinder voor de omgeving.
Bij de woningen worden ruime terrassen voorzien. Op de tweede en derde verdieping zijn deze niet in overeenstemming met artikel 678 tot 680 van het Burgerlijk Wetboek inzake schuine zichten op het naastliggend goed. Er moet een afstand van minstens 60cm ten opzichte van de eigendomsgrens gehouden worden. In voorwaarden wordt opgelegd om hieraan te voldoen door een ruimte van 60 x 60cm ontoegankelijk in te richten.
Het dakterras aan de voorgevel is niet conform het Burgerlijk Wetboek inzake rechtstreekse zichten op de aanpalende eigendommen. Om hieraan te voldoen, wordt geen vergunning verleend voor het gebruik van de terrassen op minder dan 1,90 meter van de perceelsgrens, zoals aangeduid wordt in het rood op de plannen.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde materialisatie in witte gevelbepleistering met donkergrijs buitenschrijnwerk is aanvaardbaar gezien de stedelijke context van het gebouw.
Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat het gedeelte van de uitbreiding zich integreert in de architectuur van het bestaande gebouw, met uitzondering van de aluminium dakrand aan de voorgevel die niet strookt bij de natuurstenen gevelplint, raamdorpels en gevellijsten. In voorwaarde wordt opgelegd om deze dakrand uit te voeren in hetzelfde materiaal als voornoemde raamdorpels en gevellijsten; blauwe hardsteen.
Aangezien de scheidingsmuur met de rechterbuur een sterke verhoging kent, zal deze voor onbepaalde termijn een sterke visuele impact hebben in de straat en voor de omwonende buren. Volgens artikel 34 van de bouwcode moeten zichtbaar blijvende delen van de scheidingsmuur esthetisch verantwoord afgewerkt worden. In voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd om deze blinde scheidingsmuur een volwaardige afwerking te geven met witte gevelbepleistering. Uiteraard dient de opbouw van de scheidingsmuur hierbij nog steeds te voldoen aan de andere geldende wetgeving terzake.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. Uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit: “De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden. Volgens het advies geacht vergund zijn er 3 wooneenheden vergund. Er wordt een bijkomend verdiep gebouwd met 1 bijkomende wooneenheid. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.” |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. “Er worden geen parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien.” |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden: Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een tweede toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten in een pand met deze voorgevelbreedte. De bestaande poort vormt de toegang naar de achterliggende vergunde schoolgebouwen en is geen deel van de aanvraag. |
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 27 mei 2018. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. |
Het advies Mobiliteit bevat ook het volgende over de fietsvoorzieningen:
“Voor het bijkomend appartement met 3 slaapkamers moeten 4 fietsenstallingen voorzien worden.
Er wordt een fietsenberging ingericht in de kelder. Deze is te bereiken via een gewone trap.
In de smalle gang op het gelijkvloers moet 180° gedraaid worden om deze trap te bereiken. Dit is niet mogelijk met de fiets.
De toegang naar de fietsenberging moet vlot en veilig mogelijk zijn, zonder hoeken in een te smalle gang. Indien dit niet mogelijk is, moet de fietsenberging voorzien worden op het gelijkvloers.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst mobiliteit bijgetreden en opgenomen als voorwaarden bij de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het project aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Omdat het project zich binnen een straal van 15 km rond een luchthaven bevindt, dient u de luchthaveninspectie van de betrokken luchthaven en Belgocontrol te contacteren 2 maanden voor aanvang van de werken om toestemming te krijgen voor het gebruik van kranen en dergelijke ongeacht de hoogte.
Advies aan het college
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Uitsluitingen
Geen vergunning wordt verleend voor het gebruik van het dakterras op de vierde verdieping op minder dan 1,90 meter van de perceelsgrenzen, zoals aangeduid in rood op de plannen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
24 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
14 juni 2018 |
Opening openbaar onderzoek |
geen |
Afsluiten openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Verslag GOA |
26 juli 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.