Terug
Gepubliceerd op 02/08/2019

2019_RVBAGSO_00100 - Aanvullende rechtspositieregeling AGSO (ARPSO) - Wijzigingen aan de Aanvullende RechtsPositieregeling Stedelijk Onderwijs Antwerpen - Goedkeuring

Raad van Bestuur AG Stedelijk Onderwijs
vr 21/06/2019 - 16:00 zaal Ijsbreker
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen DaniĆ«ls; Mie Branders; Peggy Pooters; Jinnih Beels, ; Bavo Smits; Marc Swyngedouw; Joost Germis; Paul Cordy; Elisabeth van Doesburg; Greet Valck, ; Carine Sneyers; Veronique  Van Langenhove, Kabinetchef schepen onderwijs; Gonda Verhaert, Bedrijfsdirecteur; Fabienne Fell, Medewerker kabinet onderwijs; Karolien Naert, Manager Juridische Zaken; Jeff  Van Poppel, Zakelijk directeur

Afwezig

Greet De Vrij

Verontschuldigd

Freya Piryns; Carine Leys

Secretaris

Carine Sneyers

Voorzitter

Jinnih Beels,
2019_RVBAGSO_00100 - Aanvullende rechtspositieregeling AGSO (ARPSO) - Wijzigingen aan de Aanvullende RechtsPositieregeling Stedelijk Onderwijs Antwerpen - Goedkeuring 2019_RVBAGSO_00100 - Aanvullende rechtspositieregeling AGSO (ARPSO) - Wijzigingen aan de Aanvullende RechtsPositieregeling Stedelijk Onderwijs Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

De raad van bestuur is bevoegd voor de goedkeuring van een aanvullende rechtspositieregeling voor het gesubsidieerd personeel van het AGSO.

Argumentatie

De aanvullende rechtspositieregeling geeft een overzicht van alle afspraken op het niveau van de inrichtende macht.

Door wijzigingen in CAO XI (aanvangsbegeleiding, vervroeging tijdelijke aanstelling doorlopende duur en benoeming) en de vernieuwde visie van het AGSO waarbij we de school centraal stellen en streven naar een autonoom en flexibel personeelsbeleid op elke school, werden een aantal afspraken uit het ARPSO opnieuw onderhandeld. De belangrijkste wijzigingen worden hier kort beschreven:

Werking van pools voor tijdelijke personeelsleden

Huidige werking: tijdelijke personeelsleden worden onderverdeeld in 3 pools op basis van opgebouwde anciënniteit. Tijdelijke personeelsleden worden toegewezen op basis van hun voorrangsrechten. Hierdoor ontstaat jobzekerheid voor tijdelijke personeelsleden maar creëren we een groot personeelsverloop wat zowel voor het personeelslid als voor de school een negatieve impact genereert.

Nieuw voorstel: De directeur kan bij het einde van een aanstelling een positieve beoordeling geven aan een tijdelijk personeelslid. Deze beoordeling (gekoppeld aan een minimale aanstelling van 104 dagen) geeft het personeelslid een voorrang op aanstelling tegenover personeelsleden die deze voorrang niet hebben. Het voorrangsrecht geldt zowel tussen de personeelsleden in de eigen instelling, als wanneer de betrekking wordt aangeboden aan personeelsleden van de scholengemeenschap.

 

Werken met stedelijke ambtsanciënniteit

Huidige werking: de stedelijke ambtsanciënniteit geldt als criterium voor benoeming (per onderwijsniveau). Een vacante betrekking wordt ingevuld door het personeelslid met de meeste stedelijke ambtsanciënniteit in het betreffende onderwijsniveau dat hiervoor kandideert. De huidige werkwijze houdt geen rekening met de tijdelijke personeelsleden van doorlopende duur uit de school, de context en cultuur van de school, noch met de competenties van de kandidaat.

Nieuw voorstel: bij voorrang worden personeelsleden uit de eigen school benoemd in de vacante betrekking. In geval van meerdere kandidaten wordt de kandidaat met de meeste ambtsanciënniteit in de school benoemd. Indien er geen kandidaten uit de eigen school zijn, worden de drie kandidaten met de meeste ambtsanciënniteit in de scholengemeenschap toegelaten tot de selectieprocedure. De directeur benoemt de meest geschikte kandidaat.   

Het bezwaar van de vakorganisatie op dit compromisvoorstel en het antwoord van het AGSO wordt in het gedeelte 'Inspraak' toegelicht.

Herziening evaluatieprocedure

Huidige werking: alleen de directeur en adjunct-directeur hebben de bevoegdheid van eerste evaluator. Hierdoor is het in vele scholen een onmogelijke opdracht voor de eerste evaluator om alle personeelsleden te begeleiden en op te volgen.

Nieuw voorstel: de ambten van technisch adviseur en technisch adviseur coördinator kunnen worden aangeduid als eerste evaluator voor de vakleerkrachten (technisch en praktijkvakken) binnen hun domein.

Toewijzingscommissie

Huidige werking: kandidaten uit de werfreserve voor het ambt van (adjunct-)directeur kunnen solliciteren in een school waar de betrekking van (adjunct-)directeur wordt open verklaard. De toewijzingscommissie, bestaande uit de netwerkdirecteur en leden van het schoolteam, selecteren in de commissie de beste match voor hun school. Zowel de samenstelling van schoolteam (representativiteit), de verantwoordelijkheid die de teamleden dragen voor hun keuze als ethische dilemma’s in geval van interne kandidaten, gaven aanleiding tot bijsturing.

Nieuw voorstel: het schoolteam stelt samen met de schoolraad het gewenste profiel op van de nieuwe (adjunct-)directeur. De netwerkdirecteur stelt op basis van dit profiel en na matchingsgesprekken met alle kandidaten de meest geschikte kandidaat voor aan de bedrijfsdirecteur. De bedrijfsdirecteur stelt de (adjunct-) directeur aan.

Modaliteiten aanvraag/intrekking verloven

Huidige werking: er zijn geen aanvullende voorwaarden voor het aanvragen of intrekken van verloven. Dit heeft als nadeel dat personeelsleden tot 31 augustus verloven kunnen aanvragen of intrekken. Hierdoor vinden er nog veel personeelsverschuivingen plaats voor de aanvang van het nieuwe schooljaar (omdat alle huidige voorrangsregels opnieuw moeten worden toegepast) en blijven tijdelijke personeelsleden in een onzekere situatie.  

Nieuw voorstel: personeelsleden dienen hun verlofaanvraag of intrekking van hun verlof dat betrekking heeft op de start van een nieuw schooljaar in voor 1 mei. Op 1 mei wordt de foto genomen van de openstaande functies waarop kandidaten met een individueel voorrangsrecht (zie ook nieuw voorstel in werking van pools) kunnen solliciteren. Afwijkingen op deze regel zijn steeds gemotiveerd mogelijk. De impact van de afwijking heeft dan enkel betrekking op de betreffende school en niet meer op heel het onderwijsniveau.  

Fasering

niet van toepassing

Inspraak

De aanvullende rechtspositieregeling is het resultaat van een traject tussen de verschillende stakeholders.

Intern overleg

Binnen het AGSO werden de volgende stakeholders betrokken bij de totstandkoming:

  • coördinatiegroep HR
  • juridische afdeling
  • personeelsadministrate
  • directies van verschillende onderwijsniveaus
  • de netwerkdirecteurs
  • representatieve vakorganisaties

In schooljaar 2017-2018 werd intern een traject gelopen met de HR-coördinatiegroep, de medewerkers van de personeelsadministratie en directeurs om de interne aanvullende regelgeving beter af te stemmen op de huidige uitdagingen. 


Vakbondsonderhandelingen

Sinds december 2018 werden intensieve onderhandelingen gevoerd met de representatieve vakorganisaties over de aanpassingen aan de aanvullende rechtspositieregeling. Per onderwerp volgt een korte toelichting. Meer context over de onderwerpen wordt toegelicht in de argumentatie. 

  • Werking van de pools:

Het AGSO beschouwde een positieve beoordeling na een tijdelijke aanstelling als een referentie (voordeel) om te solliciteren voor een nieuwe betrekking. Tijdens de onderhandelingen werd een verplichte beoordeling (met werkpunten of positief) na elke doorlopende aanstelling van minstens 104 dagen ingevoerd. Een positieve beoordeling wordt een afdwingbaar voorrangsrecht voor openstaande betrekkingen die begin mei worden bekendgemaakt.

  • Werken met stedelijke ambtsanciënniteit:

Zowel het AGSO als de vakorganisaties geven voorrang aan personeelsleden uit de eigen instelling voor benoeming. Indien er geen personeelsleden uit de eigen instelling in aanmerking komen voor benoeming wil het AGSO dat de directeur de meest geschikte kandidaat uit de scholengemeenschap benoemt. De vakorganisatie ACOD wenst dat het personeelslid met de meeste ambtsanciënniteit in de scholengemeenschap automatisch (na kandidaatstelling) in deze betrekking wordt benoemd.

Als compromis werd het voorstel uitgewerkt dat in dergelijk geval de drie kandidaten met de meeste ambtsanciënniteit in de scholengemeenschap worden toegelaten tot de selectieprocedure. De directeur benoemt de meest geschikte kandidaat.   

De vakorganisatie ACOD geeft een protocol van niet-akkoord omwille van deze reden. Principieel stelt het ACOD dat anciënniteit het enige objectieve criterium is om in dergelijk geval een kandidaat te benoemen. Alle kandidaten die zich in de voorwaarden bevinden, zijn gelijkwaardig.

Het AGSO vindt dat het criterium anciënniteit geen rekening houdt met de specifieke context van de school, de samenstelling van huidige schoolteam en met de competenties en motivatie van de kandidaat.   

  • Herziening evaluatieprocedure:

In het kader van een actieve functioneringsbegeleiding stelt het AGSO voor om de ambten technisch adviseur en technisch adviseur coördinator de bevoegdheid te kunnen geven van eerste evaluator. Na onderhandelingen wordt de bevoegdheid beperkt tot de personeelsleden van technische en praktijkvakken die tot het domein van de technisch adviseur (-coördinator) behoren.

  • Toewijzingscommissie:

Het AGSO en de vakorganisaties zijn akkoord met voorgestelde aanpassingen.

  • Modaliteiten aanvraag/intrekking verloven:

Het AGSO en de vakorganisaties zijn akkoord met voorgestelde aanpassingen.

 Op 28 mei 2019 werd een protocol van akkoord ondertekend: Op basis van de gevoerde onderhandelingen en het bereikte compromis geeft de vakorganisatie VSOA een protocol van akkoord.

De vakorganisatie ACOD geeft een protocol van niet-akkoord. Het ACOD stelt dat de keuze voor anciënniteit als objectief criterium voor benoeming voor hen een principiële keuze is en daarom geen protocol van akkoord kan geven.

De vakorganisatie COC geeft aan (niet nader gespecifieerde) inhoudelijke opmerkingen te hebben maar geeft een protocol van niet-akkoord omdat het voorstel niet door de volledige personeelsgeleding wordt gedragen. 

De vakorganisatie COV geeft een protocol van niet-akkoord omdat het voorstel niet door alle betrokken partijen wordt goedgekeurd.

Juridische grond

De raad van bestuur is bevoegd voor de aanvullende rechtspositeregeling van het gesubsidieerd personeel van het AGSO.

Aanleiding en context

Op 22 juni 2018 keurde de raad van bestuur de gecoördineerde versie van de aanvullende regelgeving van het gesubsidieerd peroneel van het AGSO goed. Door wijzigingen in de hogere regelgeving voor personeelsmateries van het gesubsidieerd personeel (CAO XI) en noodzakelijke aanpassingen in functie van een veranderende context wordt dit reglement aangepast.  

Beleidsdoelstellingen

4 - Lerende en werkende stad
1SLW03 - Door het organiseren en aanbieden van kwalitatief onderwijs biedt het Stedelijk Onderwijs eerlijke ontplooiingskansen, die elke lerende grijpt om talenten en competenties te ontwikkelen en door te groeien tot een verantwoordelijke wereldburger
1SLW0306 - Voldoende, passende en dynamische talenten werken in al hun diversiteit aan de realisatie van de organisatiedoelstellingen

Besluit

De raad van bestuur ag stedelijk onderwijs beslist:

Artikel 1

De raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen keurt de Aanvullende Rechtspositie van het Gesubsidieerd Personeel van het Stedelijk Onderwijs Antwerpen in bijlage goed en beslist dat ze in werking treedt op 1 september 2019.

 

Artikel 2

Uitvoering beslissing:

Taak Verantwoordelijke Timing
 Informeren van directies over het nieuwe ARPSO  Jan Torfs september-oktober 2019 


Communicatiemiddel:

Beleidsbuzz NEEN
Ander communicatiemiddel  Medewekersportaal en doelgroepencommunicatie

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Bijlagen

  • 20190528ARPSO.pdf