Terug

2019_CBS_00541 - Omgevingsvergunning - OMV_2018141147. Paul Lebeaustraat ZN. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 25/01/2019 - 08:30 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_00541 - Omgevingsvergunning - OMV_2018141147. Paul Lebeaustraat ZN. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_00541 - Omgevingsvergunning - OMV_2018141147. Paul Lebeaustraat ZN. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018141147

Gegevens van de aanvrager:

NV BOUWPROJECTEN COGGHE met als adres Nijverheidsstraat 106 te 2160 Wommelgem

Ligging van het project:

Paul Lebeaustraat ZN te 2050 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 13sectie N nr. 730C9

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning - lot 6

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/10/2010: verkavelingsvergunning (201016): verkavelen van  16 loten.

Bestaande toestand

-          braakliggend terrein.

 

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van een eengezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen onder een hellend dak met een nokhoogte van 10,35 meter en een kroonlijsthoogte van 5,85 meter;

-          op het gelijkvloers heeft de woning aan de straatzijde een garage, via de hal is er toegang tot keuken, eetplaats en zitplaats, de bouwdiepte bedraagt 12 meter;

-          de eerste verdieping is voorzien van 2 slaapkamers en een badkamer met een bouwdiepte van 9 meter;

-          de gevels worden uitgevoerd in een rood- bruine genuanceerde gevelsteen en zwart aluminium buitenschrijnwerk afgewerkt met zwarte sneldekpannen.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

7 december 2018

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling AN/2010/V/0015, goedgekeurd op 29 oktober 2010, meer bepaald in lot(en) 6.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan en de verkavelingsvergunning.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 12 Levendige plint: er is geen verblijfsruimte voorzien aan de straatzijde. Bovendien bedraagt de gevelbreedte 6 meter waardoor er geen garage op het gelijkvloers kan voorzien worden;
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: de fietsstalplaatsen in de garage voldoen niet aan de inrichtingsprincipes van de bouwcode;


Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er is geen aanleiding om het college te adviseren (beargumenteerd) af te wijken van de geldende voorschriften.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft een gesloten nieuwbouw van een eengezinswoning in een verkaveling. De verkaveling en de onmiddellijke omgeving worden gekenmerkt door eengezinswoningen en appartementen met woonfunctie waardoor de beoogde inrichting functioneel inpasbaar is.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De aanvraag betreft het bouwen van een eengezinswoning (nieuwbouw) en genereert daardoor een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. Voor woonprojecten met maximaal 5 wooneenheden dient 1 parkeerplaats per woning voorzien te worden (bouwcode: artikel 30).

 

De plannen voorzien, conform de verkavelingsvoorschriften, in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats mits tegemoet gekomen wordt aan de voorwaarde betreffende het vergroten van de garage.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

De garage voldoet niet aan de minimumdimensies (bouwcode: artikel 30). De totale diepte van de garage is slechts 4,70 m. Volgens de minimumdimensies (90° met de rijrichting) dient de diepte minimum 5,00 m te zijn. Als voorwaarde wordt opgenomen om de achterste interne muur tussen keuken en garage minimum 30 cm op te schuiven naar achteren toe.

Indien ook de fietsen in de garage dienen te worden gestald moet deze wand 50 cm extra (in totaal 80 cm) naar achter worden geplaatst. Een diepte van 5,50 m voor de garage (minimum diepte auto + ophangsysteem voor fietsen tegen de achtermuur) is het absolute minimum.

Een alternatief kan er in bestaan dat de fietsen achteraan in een tuinberging worden geplaatst dewelke bereikbaar is via het bestaande voetpad achteraan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De nieuwbouw wordt voorzien tussen twee gerealiseerde eengezinswoningen. Zowel de aanvraag als de bestaande woningen bestaan uit twee bouwlagen met daarbovenop een zadeldak van 45°. De nieuwe woning sluit qua hoogte en vorm aan op de bestaande aanliggende woningen waardoor deze in harmonie is inzake schaal en ruimtegebruik. Er worden geen storende effecten verwacht. 

Door de brede inkomzone naast de garage en het vrije doorzicht vanaf de voordeur naar de tuin achteraan is er contact van in de woonruimte met de straat en omgekeerd, hiermee wordt in de mate van het mogelijke tegemoet gekomen aan de vraag tot het voorzien van een levendige plint.

 

Visueel-vormelijke elementen

Zowel de voor- als achtergevel worden uitgevoerd in een rood-bruine gevelsteen. Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in zwart aluminium. Het zadeldak wordt gerealiseerd in zwarte sneldekpannen met, conform de bouwcode in het dakvlak geïntegreerde zonnepanelen. 

Zowel het gevelmateriaal als de dakbedekking zijn in harmonie met de aanliggende woningen die in dezelfde of gelijkaardige materialen werden opgebouwd. De gekozen materialen zijn inpasbaar en hebben geen negatieve invloed op de beeldkwaliteit en het straatbeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De woning voldoet aan de actuele eisen inzake hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de achtermuur van de garage of de muur tussen garage en keuken moet minstens 30 cm naar achter worden geplaatst om van de garage een nuttige autostalplaats te maken.

2.      indien ook de fietsen in de garage dienen te worden gestald moet deze wand 50 cm extra (in totaal 80 cm) naar achter worden geplaatst.  Een alternatief kan er in bestaan dat de fietsen achteraan in een tuinberging worden geplaatst, conform art. 3.3 - inrichtingselementen van de verkavelingsvoorschriften, dewelke bereikbaar is via het bestaande voetpad achteraan.

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 november 2018

Volledig- en ontvankelijk

7 december 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

5 februari 2019

Verslag GOA

16 januari 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de achtermuur van de garage of de muur tussen garage en keuken moet minstens 30 cm naar achter worden geplaatst om van de garage een nuttige autostalplaats te maken.

2.      indien ook de fietsen in de garage dienen te worden gestald moet deze wand 50 cm extra (in totaal 80 cm) naar achter worden geplaatst.  Een alternatief kan er in bestaan dat de fietsen achteraan in een tuinberging worden geplaatst, conform art. 3.3 - inrichtingselementen van de verkavelingsvoorschriften, dewelke bereikbaar is via het bestaande voetpad achteraan.

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.