Op 15 januari 2019 kregen de Onderwijsraad Antwerpen en de stad Antwerpen de vraag tot kandidaatstelling voor het pilootproject 'leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs'. Tot op heden heeft de stad Antwerpen geen flankerende rol gespeeld in de organisatie van het leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs. Het zijn de schoolbesturen die middelen ontvangen om het vervoer van hun leerlingen te organiseren. In het verleden bleek al wel dat één van de redenen om te spijbelen in het buitengewoon onderwijs de lange busrit is. Een netoverschrijdende aanpak van en regie op het busvervoer zou de duur van de ritten mogelijk kunnen inkorten. Deelnemen aan het project biedt de stad een unieke kans om een flankerende rol op te nemen die het welbevinden van de Antwerpse kinderen die buitengewoon onderwijs volgen, verhoogt. Het is ook een unieke kans om lokale noden en inzichten in te brengen. Het biedt ook een degelijke voorbereiding op de uitrol van de nieuwe regelgeving inzake het leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs dat vanaf 2022 in voege zal treden.
Op 1 februari 2019 lichtten de medewerkers van de Vlaamse administratie onderwijs de stad Antwerpen en verantwoordelijken van scholen voor buitengewoon onderwijs uit Antwerpen en ruime omstreken in over het opzet van het pilootproject.
Op 26 februari 2019 gaf het Vast Bureau van de Onderwijsraad in Antwerpen positief advies om aan het pilootproject deel te nemen. De Onderwijsraad vertegenwoordigt voornamelijk scholen op het grondgebied van stad Antwerpen. Gezien het voorstel om het project te focussen op 'alle kinderen met een verslag buitengewoon onderwijs die in Antwerpen wonen en/of schoollopen', zullen naast de scholen in Antwerpen ook heel wat scholen buiten Antwerpen uitgenodigd worden om bij het project betrokken te worden.
Ten laatste op 20 maart 2019 verwacht het Departement Onderwijs een antwoord van de stad Antwerpen omtrent het engagement tot deelname aan het project. Belangrijke criteria voor de keuze tussen beide grootstedelijke gebieden zijn schaalgrootte, complexiteit en gedragenheid. Om die gedragenheid aan te tonen, is het engagement van de stad, van het Vast Bureau van de Antwerpse Onderwijsraad en van de betrokken scholen en schoolbesturen uit Antwerpen en omstreken nodig.
Deelname aan het pilootproject ligt voor de hand. Immers, vanaf 2022 wordt een brede uitrol van de nieuwe, lokale aanpak van leerlingenvervoer voorzien over heel Vlaanderen. Met 5379 kinderen met een verslag buitengewoon onderwijs die op het grondgebied van de stad wonen en/of schoollopen heeft de stad Antwerpen hier een belangrijke rol. Het gaat over 11,5% van alle leerlingen in het buitengewoon onderwijs in Vlaanderen.
De Vlaamse overheid voorziet één voltijdse coördinator op het pilootproject. Uit gesprekken met de deelnemers uit de regio's Leuven en Roeselare is het vermoeden gegroeid dat gezien het aantal betrokkenen in Antwerpen er ook een extra medewerker vanuit de stad zal moeten voorzien worden ter ondersteuning van de scholen. De stad heeft binnen het bedrijf Cultuur, Sport, Jeugd en Onderwijs een goed functionerend netwerk rond inclusie, een klankbordgroep die zich al boog over de praktische uitvoering van de binnenschoolse opvang en een goede samenwerking met de dienst mobiliteit. Daarom lijkt het haalbaar om deze extra opdracht binnen de huidige werking van het domein onderwijs te kunnen opnemen.
In het buitengewoon onderwijs in Vlaanderen bestaat het recht op leerlingenvervoer. Dit voor elke leerling die de dichtstbijzijnde school bezoekt van het onderwijsnet naar zijn of haar keuze van het type/opleidingsvorm waar de leerling een attest voor heeft. Het huidige vervoersysteem heeft echter geen optimaal regelgevend kader. Het systeem zorgt niet voor kwalitatief vervoer van en naar school voor leerlingen die hier nood aan hebben. De huidige organisatie stuit bovendien op heel wat aspecten die vandaag en in de toekomst een impact zullen hebben op de gemiddelde busritduur. De Vlaamse Regering keurde op 17 juli 2015 de bisconceptnota ‘Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs’ goed. Deze nota formuleert een voorstel tot uitwerking van een nieuw concept leerlingenvervoer, gebaseerd op de volgende principes:
Dit voorstel werd ingediend door de minister van Onderwijs en de minister van Mobiliteit en Openbare Werken. Sinds maart 2017 werd in twee pilootgebieden (regio Roeselare en regio Leuven) een pilootproject opgestart dat het nieuwe concept leerlingenvervoer uittest. Het lopende pilootproject eindigt in juni 2019.
Ondertussen ontwikkelden zich nieuwe uitdagingen voor het leerlingenvervoer waardoor de Vlaamse regering op 25 januari 2019 besliste om het pilootproject leerlingenvervoer verder te zetten en hier een grootstedelijk pilootgebied (Gent of Antwerpen) aan toe te voegen. Op die manier krijgt het pilootproject maximale kansen alvorens er conclusies aangereikt worden.
Het college keurt de kandidaatstelling voor het pilootproject 'leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs' goed.