Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018156243 |
Gegevens van de aanvrager: |
Patrick Geldof met als contactadres Jozef De Costerstraat 7 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Jozef De Costerstraat 7 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 37sectie C nr. 423P |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/05/1965: vergunning (1055#951) voor het bouwen van een premiewoning;
- 21/06/1966: vergunning (1006#9760) voor het bijbouwen van een garage;
- 05/12/1967: vergunning (1006#9514) voor het bouwen van een autobergplaats.
Laatst vergunde toestand en bestaande toestand
- eengezinswoning bestaande uit 3 bouwlagen onder plat dak;
- de bouwdiepte van het volledige volume is 7,60 m;
- de woning maakt deel uit van gekoppelde, uniforme rijbebouwing bestaande uit rode baksteen met betonelementen tussen en rond de ramen;
- op het gelijkvloers in het hoofdgebouw is rechts een garage voorzien, later werd een garage bijgebouwd op het stuk links van de woning (1 poort van de eigenaar), dit volume bestaat uit één bouwlaag onder plat dak;
- op de verdiepingen van het hoofdgebouw bevinden zich de leef- en slaapruimtes;
- de voortuin is bijna volledig verhard;
- centraal achteraan in de tuin staat op de achtergrens een tuinhuis van 3,40 m breed en 3,20 m diep.
Inhoud van de aanvraag
- de woning wordt achteraan uitgebreid met een gelijkvloers volume;
- het volume is 5m diep, 10m breed (volledige perceelsbreedte) en 3,2m hoog;
- het platte dak is voorzien van een groendak;
- de gevels van de uitbouw worden voorzien van isolatie en afgewerkt met lichtkleurige crepi;
- interne wijzigingen:
- het bouwvolume en de voorgevels van het hoofdgebouw en de garage blijven ongewijzigd.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de nieuwe leefruimtes op het gelijkvloers hebben slechts een vrije hoogte van 2,15m en 2,5m. Verblijfsruimtes dienen een minimale vrije hoogte te hebben van 2,6m;
de voortuin is bijna volledig verhard. In principe zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten. Hieronder wordt verstaan; paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50m en opritten naar een garage of autostaanplaatsen van max. 3m per autostaanplaats.
De inpandige autostaanplaats (rechtse poort) wordt verkleind (tot 3,1m diep) en ingericht als fietsenstalplaats. De bestaande oprit van 4,60 m breed dient bijgevolg te worden versmald;
de dakopstand van de uitbreiding is ter hoogte van de scheidingsmuren slechts 15cm t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak. Deze moet minstens 30cm zijn.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
de nieuwe leefruimtes op het gelijkvloers hebben slechts een vrije hoogte van 2,15 m en 2,5 m. Verblijfsruimtes dienen een minimale vrije hoogte te hebben van 2,6 m. Het dak van de uitbreiding is opgebouwd uit houten roostering en aan de binnenzijde afgewerkt met een vals plafond. Indien dit valse plafond niet wordt uitgevoerd bedraagt de vrije hoogte 2,56 m onder de balken en is deze nog hoger tussen de balken. We kunnen dus stellen dat op die manier een gemiddelde minimale vrije hoogte van 2,60 m wordt bekomen. Dit wordt bijgevolg opgelegd in de voorwaarden bij de vergunning.
Het achterste gedeelte van de voormalige inpandige garage wordt omgevormd tot zitruimte. De vrije hoogte is hier 2,15 m. Gelet op het feit dat het een bestaande en vergunde bel-etage woning betreft en dat de zitruimte volledig wordt opengewerkt naar de nieuwe uitbreiding toe, zal de zitruimte alsnog over voldoende verblijfskwaliteit beschikken. In toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking worden toegestaan op de vereiste minimale vrije hoogte van de zitruimte;
- artikel 27 Open ruimte:
de voortuin is bijna volledig verhard. In principe zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten. Hieronder wordt verstaan: paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 m en opritten naar een garage of autostaanplaatsen van max. 3 m per autostaanplaats. De inpandige autostaanplaats (rechtse poort) wordt verkleind (tot 3,1 m diep) en ingericht als fietsenstalplaats. De bestaande oprit van 4,60 m breed dient bijgevolg te worden versmald tot 1,50 m naar en langs de woning, zoals in rood aangeduid op de plannen. Op die manier blijft de voordeur en fietsenberging bereikbaar vanaf de straat en wordt tegelijkertijd de voortuin maximaal vergroend. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van de vergunning;
- artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
de dakopstand van de uitbreiding is ter hoogte van de scheidingsmuren slechts 15 cm t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak. Deze moet minstens 30cm zijn. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze 30cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren.. Deze opstand is echter niet vereist indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.
Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden.
Een verhoging van de scheimuur is eveneens een oplossing. Echter dit maakt het voorwerp uit van een nieuwe bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsaanvraag moet worden ingediend.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Jozef De Costerstraat.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In voorliggende aanvraag wordt het bestaande drie bouwlagen hoge hoofdbouw behouden en aangevuld met een gelijkvloerse uitbreiding tot een bouwdiepte van 12,60 m. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden. Het extra volume van de achterbouw bevindt zich naast de bestaande achterbouw van de rechter buur. De bestaande scheidingsmuur op de linker perceelgrens wordt beperkt opgehoogd. Bijgevolg zijn er geen negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de naastgelegen percelen.
Visueel-vormelijke elementen
De materialen van de nieuwe gelijkvloerse achtergevel zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel. De lichte kleurstelling is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming en de beeldkwaliteit.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gelijkvloerse achtergevel wordt voorzien van een groot raam naar de aangrenzende stadstuin. Hierdoor wordt het contact tussen de verblijfsruimte en de buitenruimte versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het verlaagd plafond in de nieuwe uitbreiding mag niet worden uitgevoerd;
2. de bestaande oprit dient te worden versmald tot 1,50 m naar en langs de woning, het overige deel van de voormalige oprit dient groen te worden aangelegd, zoals in rood aangeduid op de plannen;
3. de scheimuren met de aanpalende eigendommen moeten ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:
- een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik uit te voeren;
- tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
29 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
25 maart 2019 |
Verslag GOA |
5 maart 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het verlaagd plafond in de nieuwe uitbreiding mag niet worden uitgevoerd;
2. de bestaande oprit dient te worden versmald tot 1,50 m naar en langs de woning, het overige deel van de voormalige oprit dient groen te worden aangelegd, zoals in rood aangeduid op de plannen;
3. de scheimuren met de aanpalende eigendommen moeten ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:
- een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik uit te voeren;
- tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.