Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018156609 |
Gegevens van de aanvrager: |
VZW DIENSTEN EN BEGELEIDINGSCENTRUM OPENLUCHTOPVOEDING met als adres Miksebaan 264 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: |
Egied Segerslaan 29 te 2610 Wilrijk |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 43sectie A nrs. 59K4, 59N4 en 59H4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Slopen van de bestaande berging aan de straat en bouwen van een kinderdagverblijf |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/03/1966: toelating (222#1217) voor het bouwen van een scoutslokaal.
Laatst vergunde en bestaande toestand
- gebouw en doorgang naar binnengebied;
- gebouw aan de straat heeft de functie van berging en sanitair voor de speelpleinwerking;
- binnengebied met speeltuin en scoutsgebouw.
Inhoud van de aanvraag
- het slopen van de bestaande bebouwing;
- het bouwen van een nieuw L-vormig volume, voor de realisatie van een kinderdagverblijf en naschoolse opvang;
- het volume heeft drie bouwlagen en bouwt de straat af;
- in het binnengebied beperkt het volume zicht tot één bouwlaag;
- er wordt een doorgang naar het binnengebied voorzien;
- het gevelmateriaal van de voorgevel bestaat uit een betonnen plint met daarboven lichtbruin genuanceerd metselwerk.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
24 januari 2019 |
22 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
cultuur, sport, jeugd en onderwijs/ jeugd/ regie kinderopvang |
24 januari 2019 |
1 februari 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
24 januari 2019 |
4 februari 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ visit Antwerpen |
24 januari 2019 |
24 januari 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
24 januari 2019 |
29 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen |
24 januari 2019 |
5 februari 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
24 januari 2019 |
28 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
24 januari 2019 |
29 januari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de voortuin wordt niet als groene ruimte ingericht, maar grotendeels verhard aangelegd;
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Het ontwerp wijkt af van de bouwcode op volgend artikel:
- Artikel 27. De voortuin wordt voor het overgrote deel verhard, hoewel artikel 27 van de bouwcode enkel de strikt noodzakelijke toegangspaden, en paden palend aan bebouwing, toelaat. Het voorzien van voldoende groen is belangrijk voor de beeldkwaliteit in de straat, de infiltratie van regenwater in de bodem en de biodiversiteit in de stad. Er is geen noodzaak de voortuin over de volledige breedte te verharden. Enkel ter hoogte van de poort naar de achterin gelegen inkom, de scoutslokalen en het speelterrein, en in functie van het stallen van enkele fietsen is verharding noodzakelijk. Van dit voorschrift kan bijgevolg niet worden afgeweken. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de verharding moet worden beperkt tot de breedte van de poort, met aansluitend een zone voor het stallen van 5 fietsen.
Functionele inpasbaarheid
Het koppelen van de functie kinderopvang aan het bestaande speelterrein en de scoutslokalen creëert een meerwaarde voor de site en de wijk. De functie wordt ingepast in het stedelijk weefsel en houdt daarbij rekening met de verschillende randvoorwaarden, zoals het respecteren van de noodzakelijke afstanden tot het wonen, die op deze locatie van toepassing zijn.
Om de functionele inpasbaarheid te beoordelen werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst ‘regie kinderopvang’. Het advies is luidt als volgt:
“De regie kinderopvang en vastgoed ondersteunen dit project (zowel inhoudelijk als financieel) met het oog op het wegwerken van de tekorten aan kinderopvang in wijk Valaar.
Wij adviseren dus gunstig.
Er wordt opgemerkt dat op het huidige plan het andersvalidetoilet en de urinoirs niet apart zijn.”
Deze laatste opmerking wordt gezien als een aandachtspunt voor de bouwheer, eerder dan een voorwaarde die wordt opgelegd in de vergunning.
Eveneens het advies van de dienst “energie en milieu Antwerpen (EMA)” is gunstig:
Op basis van het beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder (2018_CBS_04164) wordt gunstig geadviseerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
Advies Mobiliteit: “De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. … Voor crèches onder de 500m² wordt geen parkeerbehoefte opgelegd. Dit kinderdagverblijf is ongeveer 120m² groot. Er verdwijnen door de verbouwing geen parkeerplaatsen.”
De werkelijke parkeerbehoefte is 0 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
De dienst mobiliteit doet eveneens uitspraak over de fiestvoorzieningen:
“Op twee plaatsen worden fietsparkeerplaatsen voorzien. Er worden 20 plaatsen voorzien achter de omheining waar de scouts, de speelpleinwerking en het personeel van de crèche gebruik van kan maken.
In de voortuinstrook wordt een grote ruimte voorzien met enkele fietsbeugels voor bezoekers.
Binnen in de kinderkribbe is plaats voorzien voor fietskarren en buggy’s.”
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het voorgestelde is voor wat betreft volume en inplanting inpasbaar in de stedelijke omgeving en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
De straat wordt gekenmerkt door rijwoningen met twee bouwlagen en een plat dak. Een aantal panden bestaan uit 3 bouwlagen. Het ingediende project telt eveneens drie bouwlagen, wat de trend in deze straat, naar een grotere bouwhoogte en verdichting, bevestigt.
De oppervlakte van de bebouwing in het binnengebied is zo klein mogelijk gehouden. De L-vormige uitbouw telt slechts één bouwlaag en houdt voldoende afstand tot de percelen aan de Egied Segerslaan. De impact op de bestaande groen- en speelzone is relatief beperkt.
Visueel-vormelijke elementen
Om de visueel-vormelijke aspecten van het voorgestelde bouwvolume te beoordelen werd advies gevraagd aan de welstandscommissie. Op 13 juli 2018 brachten zij een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het aangevraagde voldoet aan de gestelde voorwaarde in het welstandsadvies. De beperkte aanpassingen ten opzichte van het voorgelegde project, geven geen aanleiding tot een nieuwe adviesvraag aan de welstandscommissie.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In het kader van voorliggende aanvraag bracht de stedelijke milieudienst volgend advies uit:
“De aanvraag betreft de bouw van een kinderdagverblijf Tierlantijn gelegen aan de Egied Segerslaan 29-31 te 2610 Wilrijk. Het perceel bestaat uit een gebouw en een doorgang met daarachter een open binnengebied met speeltuin en scoutsgebouw. Het gebouw aan de straatzijde dat dienst deed als berging en sanitair voor de speelpleinwerking, zal gesloopt worden. Tijdens de sloopwerken dient men rekening te houden met de instructies voor de reductie van stofemissies die beschreven staan in Vlarem II bijlage 6.12. Het nieuwe gebouw voorziet de opvang van 34 kinderen met daarnaast ook sanitaire voorzieningen en enkele lokalen voor speelpleinwerking Gekkoo. De sokkel van het gebouw heeft een doorgang die het binnengebied met de straat verbindt en waar zich ook de toegang tot het kinderdagverblijf bevindt. De groenzone op het terrein wordt maximaal behouden. Er wordt een groendak aangelegd en de regenwaterafvoer wordt vervolgens aangesloten op een infiltratiebekken dat zich in de doorgang bevindt. Waarom er geopteerd wordt voor een infiltratiebekken en niet voor een regenwaterput wordt niet gemotiveerd. Bij een regenwaterput zou het opgevangen hemelwater kunnen gebruikt worden voor het sanitair. Een kinderdagverblijf valt volgens het mer-besluit onder bijlage III rubriek 10b) stadsontwikkeligsprojecten. Een m.e.r.-screeningsnota ontbreekt echter in de aanvraag.
Voor de exploitatie van het kinderdagverblijf (lozing huishoudelijk afvalwater, stookinstallatie,…) dient mogelijk nog een melding of vergunning ingediend te worden. Het is aan de exploitant om dit na te gaan.”
De gegeven opmerkingen worden gezien als aandachtspunten voor de aanvrager.
Wat de opmerking over het infiltratiebekken betreft, wordt opgemerkt dat wordt voldaan aan de gewestelijke hemelwaterverordening en de bouwcode.
De crèche functioneert op lokaal niveau waardoor een mer-screeningsnota niet moet worden bijgevoegd bij de aanvraag.
De voorwaarden opgenomen in het advies van de dienst groen en begraafplaatsen aangaande de bescherming van de te behouden boom die op 1,5meter van het gebouw staat en de populierenrij ter hoogte van de perceelsgrens met de woningen, worden integraal overgenomen als voorwaarde in de vergunning.
De dienst groen en begraafplaatsen geeft tevens gunstig advies voor het vellen van de 4 populieren die in de bouwzone vallen.
Gezien de dienst groen en begraafplaatsen instaat voor het onderhoud van de speelzone die openbaar domein blijft, wordt als voorwaarde opgenomen dat zij ten allen tijde toegang moeten krijgen tot deze speelzone.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de verharding moet worden beperkt tot de breedte van de poort, met aansluitend een zone voor het stallen van 5 fietsen;
3. de dienst groen en begraafplaatsen dient ten allen tijde toegang te krijgen tot de speelzone die openbaar domein blijft;
4. als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moeten de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. Praktisch gezien wil dit zeggen dat tijdens de werken het niet is toegestaan om:
- het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden bomen;
- graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
- de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).
De wortelzone van de te behouden bomen moeten beschermd worden om verdichting van de bodem en/of beschadiging van de wortels te voorkomen.
Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
27 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
25 maart 2019 |
Verslag GOA |
6 maart 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de verharding moet worden beperkt tot de breedte van de poort, met aansluitend een zone voor het stallen van 5 fietsen;
3. de dienst groen en begraafplaatsen dient ten allen tijde toegang te krijgen tot de speelzone die openbaar domein blijft;
4. als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moeten de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. Praktisch gezien wil dit zeggen dat tijdens de werken het niet is toegestaan om:
- het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden bomen;
- graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
- de boom drastisch te snoeien. ( d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8cm).
De wortelzone van de te behouden bomen moeten beschermd worden om verdichting van de bodem en/of beschadiging van de wortels te voorkomen.
Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.