Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019009015 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV Evonik Antwerpen met als adres Tijsmanstunnel-West Z/N te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Tijsmanstunnel-West 3 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 18 sectie F nrs. 114F, 114C, 114D, 114H, 114K, 114M en 114R |
Inrichtingsnummer: |
20190123-0028 (EVONIK/SL-eenheid) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: |
verandering door wijziging productbestemming |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Op 15 april 1999 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1998/AN5/1998/B/0723) voor het oprichten van het SL tankpark met laadstation, gelegen Tijsmanstunnel-West zonder nummer (zn) te Antwerpen.
Voorgeschiedenis milieu
Op 4 april 2002 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 4 april 2022. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Met deze aanvraag wenst Evonik Antwerpen nv de productbestemming van een vaste opslaghouder aan te passen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
17.3.2.2.3°b) |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders; |
Aanpassing productbestemming, van trichloorsilaan naar chloorsilanen |
17.3.4.3° |
bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; |
Aanpassing productbestemming, van trichloorsilaan naar chloorsilanen |
17.3.5.3° |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton. |
Aanpassing productbestemming, van trichloorsilaan naar chloorsilanen |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen - milieu |
12 maart 2019 |
geen advies ontvangen |
stilzwijgend gunstig |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het project is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B2 en het Insteekdok 1 – Gebied voor waterweginfrastructuur. Op circa 380 meter ten zuiden van het project lopen twee parallelle overdrukken met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur en Verbinding voor fietsers.
Binnen een straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008) van toepassing. Volgens dit GRUP loopt op circa 330 meter ten zuiden van het project een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA betreft.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft het aanpassen van de productinhoud met behoud van dezelfde GHS-gevarenpictogrammen van een vaste opslaghouder (positie 3681). De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er gaan geen stedenbouwkundige handelingen gepaard met de aanvraag.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Bij Evonik Antwerpen wordt trichloorsilaan opgeslagen in functie van de productie van organosilanen. Men is vergund voor de opslag van 200 m³ trichloorsilaan in de vaste opslaghouder 3681. Met onderhavige aanvraag wenst Evonik Antwerpen de productbestemming van deze houder aan te passen van trichloorsilaan naar chloorsilanen zodat ook dimethyldichloorsilaan, een chloorsilaan met dezelfde gevarencategorieën (GHS02-ontvlambaar, GHS05-corrosief en GHS06-giftig) in deze houder kan worden opgeslagen. De vergunde hoeveelheid en geldige indelingsrubrieken wijzigen niet. Dezelfde Seveso-categorieën blijven eveneens geldig.
Het betreft een dubbelwandige bovengrondse houder voorzien van permanente lekdetectie. Het aanvraagdossier bevat een verslag van een erkend deskundige waaruit blijkt dat deze houder voldoet aan de bepalingen van titel II van het VLAREM en ook geschikt is voor de opslag van dimethyldichloorsilaan.
Verder wordt in het aanvraagdossier gesteld dat het elektrisch vermogen van de SL-2 eenheid met 11,25 kW verminderd.
Het betreft de vervanging van twee pompen. Deze pompen zijn echter niet ingedeeld.
Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
17.3.2.2.3°b) |
opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders; |
Aanpassing productbestemming, van trichloorsilaan naar chloorsilanen |
17.3.4.3° |
bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; |
Aanpassing productbestemming, van trichloorsilaan naar chloorsilanen |
17.3.5.3° |
opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton. |
Aanpassing productbestemming, van trichloorsilaan naar chloorsilanen |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
11 maart 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
10 april 2019 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |