Terug
Gepubliceerd op 01/04/2019

2019_CBS_02643 - Omgevingsvergunning - OMV_2019004177. Fregandus Van Rielstraat zn. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/03/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_02643 - Omgevingsvergunning - OMV_2019004177. Fregandus Van Rielstraat zn. District Deurne - Goedkeuring 2019_CBS_02643 - Omgevingsvergunning - OMV_2019004177. Fregandus Van Rielstraat zn. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019004177

Gegevens van de aanvrager:

de heer ABDIL KOYCU met als contactadres Ringlaan_BEWI 88 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

Fredegandus Van Rielstraat zn te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 31sectie B nr. 247C11

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een meergezinswoning met drie wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          18/04/2014: verkavelingsvergunning (201410) voor het verkavelen van een perceel in 3 loten voor woningbouw;

-          13/04/2018: verkavelingsvergunning (2017313) voor het wijzigen van de hoofdbestemming en de bouwdiepte van lot 1;

-          21/12/2018: weigering (20182070) voor het bouwen van een appartementsgebouw met 3 entiteiten.

Laatst vergunde toestand

-          geen laatst vergunde toestand.

Bestaande toestand

-          braakliggend stuk grond.

Inhoud van de aanvraag

-          het bouwen van een appartementsgebouw met 3 woonentiteiten;

-          de bouwhoogte bedraagt 9,20 meter;

-          de bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17,00 meter, op de verdiepingen 15,00 meter;

-          per bouwlaag wordt een appartementen met één slaapkamer voorzien met een oppervlakte van 72m², 71m² en 63m²;

-          het terras van het appartement op de 1ste verdieping wordt als dakterras aangelegd;

-          het appartement van de 2de verdieping krijgt een inpandig terras;

-          in de tuin worden er een regenwaterput, infiltratieput en septische put voorzien en een boom  aangeplant;

-          tuin wordt afgebakend met draad met een hoogte van 1,50m;

-          de voorgevel wordt opgetrokken in licht grijze handvormige gevelsteen en een plint in blauwe hardsteen;

-          al het buitenschrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium, tussen het buitenschrijnwerk wordt de voorgevel bekleed met zwarte aluminium gevelpanelen;

-          het gelijkvloers van de achtergevel wordt in de gevelsteen conform de voorgevel opgetrokken;

-          de bovenliggende verdiepingen van de achtergevel worden wit bepleisterd;

-          de platte daken worden voorzien van een groendak.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

6 februari 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

brandweer/ risicobeheer/ preventie

6 februari 2019

1 maart 2019

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

6 maart 2019

18 maart 2019

Voorwaardelijk gunstig

FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart

6 februari 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

6 februari 2019

6 februari 2019

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

6 februari 2019

6 februari 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

6 februari 2019

11 februari 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling DE/2014/V/0001, goedgekeurd op 18 april 2014, meer bepaald in lot(en) 1 en 1B.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan en de verkavelingsvergunning.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    De fietsenberging op het gelijkvloers is te klein om het nodige aantal fietsen te stallen.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het oprichten van een appartementsgebouw met 3 woongelegenheden. Het perceel is gelegen binnen een geldige verkaveling. De functie van meergezinswoning is verenigbaar met de aanwezige functies in de omgeving en beantwoord tevens aan de verkavelingsvoorschriften. Het voorgaande dossier (20182070) werd geweigerd omwille van afwijking van de verkavelingsvoorschriften, het terras op de 1ste verdieping en een te kleine fietsenberging. In het voorliggende project werd, mede door het opleggen van bepaalde voorwaarden, voldaan aan de strijdigheden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw.  Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De parkeernorm bedraagt hier 3.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 (3 – 0 = 3).

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Op het gelijkvloers, onder de trap, wordt een fietsenberging voor 6 fietsen voorzien. De aanvraag voldoet aan de fietsparkeerbehoefte van 6 fietsen (1x(1+1) +2x(1+1) = 6). De ruimte voor het stallen van de fietsen, die door een ophangsysteem worden gestald, is echter te klein om de fiets comfortabel in het ophangsysteem te plaatsen en er is te weinig ruimte om te manoeuvreren. Bovendien zijn niet alle types van fietsen geschikt om in een ophangsysteem te plaatsen. Fietsen met bijvoorbeeld fietstassen achteraan zijn vaak breder en moeilijker te plaatsen in een dergelijk systeem. Om het comfort van de fietser te verhogen wordt opgelegd om de fietsenberging naar achteren toe uit te breiden, zodat een deel van het 72,29 m² grote appartement op het gelijkvloers  wordt ingenomen. Bij de inname van de fietsenstalling dient het appartement een minimale oppervlakte van 60 m² te behouden. De fietsenberging heeft nu een oppervlakte van 5 m² en dient uitgebreid te worden tot minimaal 9 m² (6 fietsen x minimaal 1,50 m² = 9m²). In deze her in te delen fietsenberging dienen minstens 2 normale fietsenstallingen voorzien te worden. De andere 4 fietsen kunnen door middel van een ophangsysteem gestald worden. Bij voorkeur worden de normale fietsenstallingen aan de twee zijkanten voorzien, met boven elke normale fietsenstalling een horizontaal ophangsysteem. De overige twee fietsen kunnen aan de achterzijde van de fietsenberging, de plaats van de uitbreiding, verticaal gestald worden in een ophangsysteem. Voor de ophangsystemen zijn er voldoende manieren, zoals systemen met kabels en contragewichten, om de fietsen op een comfortabele manier op te hangen. Op die manier wordt de ruimte efficiënt ingedeeld en kan de fietsenberging voldoende comfortabel ingericht worden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De woning in gesloten bebouwing telt 3 bouwlagen onder een plat dak. Dit voorgestelde volume met een bouwdiepte van 17 meter op het gelijkvloers en 15 meter op de verdiepingen beantwoord aan de voorschriften van de geldende verkaveling waarbinnen de woning zich situeert.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het nieuwe volume zoals voorgesteld.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel wordt voorzien in een lichtgrijze handvorm gevelsteen, met tussen de ramen op de 1ste en 2de verdieping een zwart aluminium paneel. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium. De achtergevel wordt op de 1ste en 2de verdieping uitgevoerd in witte siliconenpleister en licht grijze handvorm gevelsteen op het gelijkvloers. De materialen zijn neutraal en aanvaardbaar in de omgeving van het nieuwe pand.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De bestaande bomen worden gerooid, in de tuin komt 1 nieuwe groot kruinige boom in de plaats. De groendienst adviseert hiervoor een inheemse boom van 2e grootte. Indien gewenst kan er nog een 2e gelijkaardige boom aangeplant worden of kan er gekozen worden om een deel van de tuin insectenvriendelijk en diervriendelijk in te richten (bv als habitat voor egels en andere kleine zoogdieren).  Dit als compensatie voor de ecologische waarde van het perceel dat verdwijnt door de nieuwbouw.

Het terras op de 1ste verdieping voldoet aan de regelgeving inzake privacy. Een afstand van 1,90 m werd gewaarborgd en de 45° regel werd toegepast. De oppervlakte van het terras voldoet aan artikel 28.Verder zijn er geen elementen die hinder kunnen veroorzaken inzake privacy.

Bij het ontwerpen van woningen zijn een evenwichtige ruimteverdeling en optimale afmetingen een must gezien deze een grote impact hebben op het wooncomfort. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het dus belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner.

Bij het ontwerp van de drie eenslaapkamerappartementen werd in principe rekening gehouden met een evenwichtige ruimteverdeling doordat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewonder. Appartementen 02 en 03 worden echter voorzien van een dressing met voldoende lichtinval waardoor deze ruimte in theorie evengoed kunnen worden ingericht als een bijkomende slaapkamer.

Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een tweeslaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een eenslaapkamerappartement herbergen.

Om de woonkwaliteit van de appartementen te waarborgen wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd om de dressing bij appartementen 02 en 03 enkel in te richten en te gebruiken als dressing/berging.

Mits voldaan aan de opgestelde voorwaarden komt de aanvraag in aanmerking voor een vergunning.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de nieuwe grote kruinige boom dient een inheemse boom te zijn van 2e grootte;

3.      de fietsenstalling met minstens 4 m² uitbreiden naar achteren toe (kant tuinzijde) zoals in rood aangeduid op de plannen;

4.      in de fietsenberging minimaal 2 normale standaard fietsstalplaatsen voorzien. De andere 4 fietsstalplaatsen kunnen door een ophangsysteem gestald worden;

5.      de dressing bij appartementen 02 en 03 enkel in te richten en te gebruiken als dressing/berging;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 januari 2019

Volledig- en ontvankelijk

6 februari 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 april 2019

Verslag GOA

19 maart 2019

naam GOA

Helia Dezhpoor

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de nieuwe grote kruinige boom dient een inheemse boom te zijn van 2e grootte;

3.      de fietsenstalling met minstens 4 m² uitbreiden naar achteren toe (kant tuinzijde) zoals in rood aangeduid op de plannen;

4.      in de fietsenberging minimaal 2 normale standaard fietsstalplaatsen voorzien. De andere 4 fietsstalplaatsen kunnen door een ophangsysteem gestald worden;

5.      de dressing bij appartementen 02 en 03 enkel in te richten en te gebruiken als dressing/berging;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.