Terug
Gepubliceerd op 01/04/2019

2019_CBS_02676 - Omgevingsvergunning - OMV_2019005388. Frans Van Dijckstraat 38. District Deurne - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 29/03/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_02676 - Omgevingsvergunning - OMV_2019005388. Frans Van Dijckstraat 38. District Deurne - Weigering 2019_CBS_02676 - Omgevingsvergunning - OMV_2019005388. Frans Van Dijckstraat 38. District Deurne - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019005388

Gegevens van de aanvrager:

de heer Jacob Libermpan met als adres Korte Leemstraat 19 te 2018 Antwerpen (Antwerpen)

Ligging van het project:

Frans Van Dijckstraat 38 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 30 sectie A nr. 462C4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een bureel op het gelijkvloers tot een studio

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          06/06/1963: weigering (627#21732) bouwen van een woning;

-          31/07/1963: vergunning (627#21989) het bouwen van een appartementsgebouw.

 

Laatst vergunde toestand

-          een meergezinswoning bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak;

-          het gelijkvloers bestaat uit een gemeenschappelijke inkom een garage en een bureelruimte met een bouwdiepe van 15 meter;

-          het 1ste en 2de verdieping bestaan uit een appartement met 2 slaapkamers met een bouwdiepte van 15,50 meter;

-          de voorgevel is afgewerkt in wit gevelsteen en voorzien van houten buitenschrijnwerk en omlijst met blauwe natuursteen;

-          de kroonlijst is in beton voorzien met een hoogte van  8,5 meter vanuit de nulpas gemeten.
 

Bestaande toestand

-          idem laatst vergunde toestand, behalve de volgende punten:

  • de voorgevel is afgewerkt in geel gevelsteen en voorzien van pvc-bruin buitenschrijnwerk en omlijst met blauwe natuursteen;
  • tegen de achtergevel is een externe trap voorzien , dat van het appartement op de eerst verdieping naar de koer op het gelijkvloers loopt;
  • tegen de achtergevel is een veranda/afdak voorzien dat hoger is als de scheidingsmuur;
  • van achter op het perceel is een tuinberging voorzien van 26 m².

Inhoud van de aanvraag

-          omvormen van een bureel op het gelijkvloers tot een studio;

-          aan de achtergevel  op het gelijkvloers wordt de raamopening vergroot en voorzien als een schuifraam;

-          er worden  interne aanpassingen voorzien aan de rioleringsstelsel en er wordt een septische put voorzien van 2900 liter;

-          het regulariseren van de trap aan de achtergevel, van de eerste verdieping tot aan de tuin;

-          het regulariseren van de veranda/afdak aan de achtergevel;

-          het regulariseren van de tuinberging achteraan het perceel.

-          met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woning zijn volgende gegevens beschikbaar:

  • studio op het gelijkvloers met een netto-oppervlakte van circa 43,77 m² en 5,7 m² buitenruimte (verhard).

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

8 februari 2019

4 maart 2019

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

8 februari 2019

28 februari 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

8 februari 2019

9 februari 2019

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

8 februari 2019

11 februari 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

8 februari 2019

12 februari 2019

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

12 februari 2019

12 februari 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    het vergunde tuinmuurtje in de voortuin is verdwenen. De tuin wordt onvoldoende afgesloten van het openbaar domein;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de gelijkvloerse binnenhoogte op de aanvraag (2,60 m) wijkt af van de vergunde binnenhoogte (2,49 m). Er is minstens 2,60 m vereist;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    het afdak achter het gelijkvloers neemt rechtstreeks licht weg van de achterliggende verblijfsruimten;
  • artikel 27 §5 Open ruimte:
    in de voortuin kunnen twee wagens parkeren. Enkel de strikt noodzakelijke toegang tot de garage kan dienen als ruimte voor ene wagen;
  • artikel 30 autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

er ontbreekt 1 autostalplaats;

  • artikel 34 stabiliteit en scheidingsmuren:

het gedeelte van de scheidingsmuur naast het afdak moet een opstaande dakrand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.;

  • artikel 41 kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput moet gelegen zijn op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens. Dit is niet duidelijk op plan.


 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 19 Tuinafsluitingen en artikel 27 Open ruimte.

Het vergunde tuinmuurtje in de voortuin is vandaag onbestaande, waardoor de voortuin onvoldoende wordt afgesloten, en waardoor twee auto’s in de voortuin kunnen parkeren. Parkeren kan enkel toegestaan worden voor de garagepoort voor één wagen.

De verharding in de voortuin is wel vergund in 1964.

 

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 21 Minimale hoogte van ruimten.

Op de aanvraag heeft het volledige gelijkvloers (garage + studio) een vrije binnenhoogte van 2,60 m. Maar op de plannen van de laatst vergunde toestand (1964) staat een binnenhoogte van +/- 2,49 m. De aanvraag heeft geen betrekking tot het verlagen van de vloerplaat of het verhogen van de plafondhoogte waardoor geen aanleiding is om ervan uit te gaan dat een plafondhoogte va 2,60 m kan gehaald worden.

Een omvorming van dit bureel met bergingen naar een kleine woongelegenheid is dus niet aanvaardbaar wegens te laag.

 

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren.

Het afdak achter de studio staat onvergund op palen tegen de perceelsgrens. Voor zulke constructies moet de scheimuur opgetrokken worden tot minstens 30cm boven het dakvlak, en het afdak moet ertegenaan gebouwd worden. Dit kan niet als voorwaarde, maar enkel met nieuwe plannen, en met een nieuwe vergunningsaanvraag met een bevraging van de omwonenden.

Deze constructie is niet geacht vergund. Ook is ze ruimtelijk niet aanvaardbaar. Het gelijkvloers is namelijk reeds 15 m diep. De kenmerkende gelijkvloerse bouwdiepte in de omgeving is 17 m. Het afdak is ongeveer 3,20 m diep, en zou de kenmerkende bouwdiepte overschrijden met 1,21 m.

 

Bovendien neemt dit afdak rechtstreekse lichtinval weg in de gelijkvloerse verblijfsruimte. Dit wijkt af van de bouwcode artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer. Onrechtstreekse lichtinval is onaanvaardbaar voor de leefbaarheid in verblijfsruimten met oog op permanent verblijf.

 

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel. Het plan is onduidelijk over de toezichtsput en de DWA- en RWA-aansluitingen. Deze verbouwing moet voldoen aan dit artikel.

 

Functionele inpasbaarheid

De bijkomende woonfunctie in een vergund appartementsgebouw met twee woonunits is als principe aanvaardbaar. In de omgeving komen meerdere gebouwen met drie woonunits voor.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De reeds uitgevoerde verbouwingen in de appartementen op de eerste en tweede verdieping behoren niet tot de aanvraag, en worden dus niet beoordeeld.

De gelijkvloerse studio is +/- 46,5 m², dus voldoende woonoppervlakte voor een studio.

In principe is de diepte van 6,6 m in de leef- en slaapruimte voldoende voor licht- en luchttoevoer, mits het afdak verwijderd wordt.

De garage wordt kleiner om een badkamer te voorzien, maar blijft voldoende groot voor één auto en enkele fietsen.

De tuin wordt opgesplitst in twee delen: één deel bij de studio, en één deel bij het appartement op de eerste verdieping.

Het achterste deel van de tuin is toegankelijk via een trap van het appartement op de eerste verdieping naar de tuin. Deze trap is geacht vergund, en kan behouden blijven. Maar de trap biedt rechtstreekse inkijk naar het interieur van de studio en ook naar diens buitenruimte, wat niet kan volgens het Burgerlijk Wetboek.

Bijkomend wordt de tuin opgesplist met houten schuttingen. Dit is geen goede tuininrichting. Tuinrinrichting gebeurt bij voorkeur met zoveel mogelijk inheemse planten en bomen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De garagepoort met 4 deuren en glaswerk werd gewijzigd naar een poort in bruin PVC. Dit is aanvaardbaar, omdat het gelijkaardig is aan het bruine schrijnwerk in de rest van de voorgevel.

De voorgevel in gele steen blijft ongewijzigd.

De achtergevel is geacht vergund. Het raam in de gelijkvloerse achtergevel wordt een schuifraam tot op de grond, wat aanvaardbaar is.

 

Fietsvoorzieningen

De aanvraag voldoet aan het vereiste aantal fietsstalplaatsen, deze worden voorzien in de garage. Er moeten voor de bijkomende wooneenheid 2 fietsstalplaatsen voorzien worden: 1 studio met 1 slaapkamer  1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van bureau naar wonen.

Op het gelijkvloers wordt de bureauruimte ingericht als studio. De 2 bovenliggende appartementen blijven behouden.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

De werkelijke parkeerbehoefte is 1

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

De bestaande garage blijft maar er komt geen extra parkeerplaats bij voor deze aanvraag. Door de beperkte omvang van het bureau gaan we ervan uit dat de bestaande garage gebruikt wordt voor 1 van de bovenliggende appartementen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit perceel betreft een meergezinswoning met gelijkvloerse garage. Het is niet mogelijk om een bijkomende parkeerplaats op eigen terrein te voorzien.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

 

De bureauruimte heeft een oppervlakte van 27 m², als we hier de norm van kantoren op toepassen (1.55) dan komen we uit op 0.4. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 0.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag zorgt voor onvoldoende rechtstreeks licht, onvoldoende binnenhoogte waardoor de verblijfskwaliteit vermindert, een niet-optimale indeling van de tuin, de mogelijkheid tot parkeren voor twee wagens in de voortuin omdat de tuinafsluiting ontbreekt, en schending van de privacy. Daarom is de aanvraag niet conform de goede ruimtelijke ordening. Bijkomend wordt getwijfeld aan de juistheid van de plannen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van te weinig rechtstreekse lichtinval, te lage binnenhoogte waardoor de woonkwaliteit vermindert, een niet-optimale indeling van de achtertuin, en schending van de privacy. Bijkomend wordt getwijfeld aan de juistheid van de plannen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 januari 2019

Volledig- en ontvankelijk

8 februari 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

9 april 2019

Verslag GOA

21 maart 2019

naam GOA

Helia Dezhpoor

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.