Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018140476 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Matice Cihat met als adres Waaslandstraat 23 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Waaslandstraat 23 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 36 sectie B nr. 70S6 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
renoveren en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/10/1972: vergunning (1056#565) voor het bouwen van een woning.
Laatst vergunde toestand
- het pand bestaat uit drie bouwlagen onder een plat dak:
- het gaat om een woning in halfopen bebouwing waarbij de rechterzijde is gebouwd tegen de buur;
- het gebouw is ingericht als een eengezinswoning;
- de woning is op 5,00 meter van de rooilijn geplaatst;
- de bouwdiepte bedraagt op alle verdiepingen 9,00 meter;
- de bouwbreedte bedraagt op alle verdiepingen 6,00 meter;
- de benedenverdieping is ingericht met een inpandige garage en een berging;
- op de eerste verdieping is de woonkamer en keuken voorzien;
- op de tweede verdieping zijn drie slaapkamers en een badkamer;
- achteraan de woning is op de eerste verdieping een terras voorzien met een buitentrap naar de tuin;
- de voorgevel is afgewerkt met een lichte gevelsteen en buitenschrijnwerk in hout.
Bestaande toestand
- het buitenschrijnwerk is aangepast naar pvc;
- de voorgevel is op het gelijkvloers uitgevoerd in een donkere gevelsteen;
- het terras achteraan de woning is overdekt en er is geen buitentrap geplaatst;
- naast de woning is er een carport geplaatst.
Inhoud van de aanvraag
- de woning wordt uitgebreid en heringericht;
- op de benedenverdieping wordt over de volledige breedte van het perceel een uitbouw onder plat dak gerealiseerd met een bijkomende bouwdiepte van 6,30 meter;
- tussen de bestaande woning en de nieuwe uitbouw wordt een opening voorzien van 4,73 meter;
- de garage blijft behouden, achteraan wordt een eetruimte, leefruimte en keuken ingericht;
- de eerste verdieping wordt aangepast naar een grote slaapkamer met dressing en badkamer;
- de tweede verdieping blijft voorzien van drie slaapkamers en een badkamer;
- het terras op de eerste verdieping blijft behouden en wordt voorzien op het platte dak van de uitbouw, verder wordt dit dak voorzien van een groendak;
- de bestaande voorgevel blijft behouden, de zichtbare gevel van de nieuwe aanbouw wordt afgewerkt met een lichte gevelsteen en aluminium buitenschrijnwerk.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het uitbreiden van een halfopen eengezinswoning achteraan met een perceelsbrede uitbouw. Op de uitbouw wordt een dakterras voorzien. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfunctie in de Waaslandstraat.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet een perceelsbrede uitbreiding achteraan met een bouwhoogte van 3,49 meter. De bouwdiepte van het pand bedraagt door de uitbreiding 15,30 meter. De rechterbuur (nummer 25) heeft in 2011 een vergunning ontvangen voor een gelijkvloerse uitbreiding met een bouwdiepte van 15 meter. Een bouwdiepte van 15 m kan dus gunstig worden geadviseerd. De afwijking op deze bouwdiepte, namelijk 0,30 m, is van dien aard dat deze geen storende effecten veroorzaakt. Door de uitbreiding gaat de hiërarchie van de bestaande woning niet verloren en blijft de typologie van een halfopen woning leesbaar. Door de uitbreiding pas te starten op 13,60 meter van de voorste perceelsgrens wordt de uitbreiding gezien als een achterbouw en niet als een zijbouw. Op de 1ste verdieping wordt een dakterras voorzien op de uitbreiding. Dit dakterras volgt de breedte van de hoofdbebouwing en heeft een diepte van 2,08 meter. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld.
Visueel-vormelijke elementen
De uitbouw achteraan wordt voorzien van een bakstenen gevelsteen in een lichte kleur, gelijkaardig aan de gevels van het hoofdvolume. De ramen achteraan en vooraan de uitbouw worden geplaatst met aluminium buitenschrijnwerk. De gebruikte materialen zijn kenmerkend in een hoofdzakelijk bakstenen omgeving en veroorzaken geen storende effecten.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Inzake privacy voldoet het terras op de 1ste verdieping aan de geldende regelgeving. Er wordt geen hinder tegenover buren verwacht.
Achteraan worden twee grote ramen geplaatst die zowel de keuken als de living van voldoende natuurlijk daglicht voorzien en het gebruiksgenot verhogen. Verder verlagen de grote schuiframen het drempelgevoel met de tuinzone, waardoor het contact met de achtertuin verbetert.
De aanwezige bomen (zowel op het perceel, het perceel van de buren en de openbare ruimte) in, en in de omgeving van, de voortuinstrook dienen tijdens de werken beschermd te worden tijdens het uitvoeren van de werken. Hoe dit dient te gebeuren wordt besproken in artikel 18 van de bouwcode.
In de laatst vergunde toestand (oktober 1972) beperkt de verharding in de voortuinstrook zich tot een toegangspad naar de voordeur en een karrespoor richting de garage. De voortuin is in de bestaande en nieuwe toestand voornamelijk verhard, op een groenstructuur en enkele hagen na. Volgens artikel 27 zijn in de voortuinstrook enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. Toegangspaden met een maximale breedte van 1,50 m en opritten naar een garage met een maximale breedte van 3 m. Omdat een groene voortuin een aangenamer uitzicht in de straat heeft, de leefkwaliteit van de bewoners en omwonenden bevordert, zorgt voor natuurlijke infiltratie van het regenwater, het minder belasten van de openbare ruimte en het verminderen van de stedelijke opwarming wordt niet afgeweken van het artikel. In voorwaarden wordt opgelegd aandeel verharding in de voortuin te verminderen tot het strikt noodzakelijke, zoals in de laatst vergunde toestand ingetekend werd.
Aangezien het goed 332,50 m² groot is dient er volgens de verordening hemelwater een infiltratievoorziening geplaatst te worden. Dit werd in de aanvraag niet voorzien. Als voorwaarde wordt opgelegd om een infiltratievoorziening te plaatsen met een inhoud zoals vermeld in de verordening.
In de vergunde toestand werd een septische put geplaatst met een inhoud van 1.500 liter. Volgens artikel 43 dient bij een verbouwing waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater aangepast wordt een septische put voorzien te worden. Tot en met 5 gebruikerseqiuvalenten bedraagt de minimale inhoud van de septische put 2.000 liter. De woning voorziet in 5 gebruikers-equivalenten (4 slaapkamers + 1) waardoor de minimale inhoud 2.000 liter dient te zijn. Dit wordt in voorwaarden opgenomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bomen in, en in de omgeving van, de voortuin te beschermen tijdens de uitvoering van de werken, conform artikel 18;
2. het aandeel verharding in de voortuin te verminderen tot het strikt noodzakelijke, zoals in de laatst vergunde toestand ingetekend werd en conform artikel 27;
3. een infiltratievoorziening te plaatsen, conform de verordening hemelwater;
4. de septische put te voorzien van een minimale inhoud van 2.000 liter, conform artikel 43;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 januari 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
8 februari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
9 april 2019 |
Verslag GOA |
21 maart 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bomen in, en in de omgeving van, de voortuin te beschermen tijdens de uitvoering van de werken, conform artikel 18;
2. het aandeel verharding in de voortuin te verminderen tot het strikt noodzakelijke, zoals in de laatst vergunde toestand ingetekend werd en conform artikel 27;
3. een infiltratievoorziening te plaatsen, conform de verordening hemelwater;
4. de septische put te voorzien van een minimale inhoud van 2.000 liter, conform artikel 43;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.