Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2018116339 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV ADF TIB met als adres Pantserschipstraat 171-175 te 9000 Gent |
Ligging van het project: |
Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 14 sectie A nr. 70K |
Inrichtingsnummer: |
20180926-0023 (ADF TIB NV (contractor TOA)) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
de opslag van producten en het uitvoeren van activiteiten op het contractorpark van Total Olefins Antwerpen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Voorgeschiedenis milieu
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- Op 22 oktober 2004 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2003/B/0013) voor het aanleggen van een terrein voor aannemers met tijdelijke infrastructuur, gelegen Scheldelaan 10 te Antwerpen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een contractor horende bij Total Olefins Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2.000 liter |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
12 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
3.000 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
250 liter |
29.5.2.1°a) |
smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied. |
30 kW |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen - milieu |
11 januari 2019 |
12 februari 2019 |
gunstig |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels gelden hier de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Marshalldok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan op circa 330 meter ten zuiden van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Buiten de afbakening zeehavengebied Antwerpen loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Op circa 400 meter ten zuiden van de aanvraag is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Natuurgebied, Bijzondere natuurgebieden en Bestaande afzonderlijke leidingen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA omvat.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze enkel IIOA omvat.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft de plaatsing van airco’s, de opslag van gasflessen en onderhoudsproducten en het uitvoeren van metaalbewerkingsactiviteiten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de reeds bestaande bureel- en opslagcontainers op een contractorpark. De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund of vergund geacht.
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor handelingen zonder stabiliteitswerken en zonder wijziging van het fysiek bouwvolume aan zijgevels, achtergevels en daken, noch voor gebruikelijke constructies zoals airco’s o.a. op voorwaarde dat ze niet meer dan 3 meter boven de nok van het gebouw uitsteken. Van de plannen kan echter niet worden afgeleid hoe hoog de nieuwe koelingssystemen op het dak zijn. Er wordt van uitgegaan dat aan deze randvoorwaarde voldaan is.
De aanvraag is verder verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
ADF TIB nv voert als contractor herstellings- en onderhoudswerkzaamheden uit aan de petrochemische installaties van Total Olefins Antwerpen, een hogedrempel Seveso-inrichting. Hiervoor maakt ADF TIB gebruik van de faciliteiten op het contractorpark van Total Olefins Antwerpen. Centraal op het terrein van Total Olefins Antwerpen zijn er loodsen en enkele bureel- en opslagcontainers voorzien voor de werkzaamheden van ADF TIB. Alle nutsvoorzieningen voor het contractorpark en het beheer van de afvalstoffen wordt voorzien door Total Olefins Antwerpen.
In het gedeelte van het contractorpark dat gebruikt wordt door ADF TIB worden gasflessen en onderhoudsproducten opgeslagen en gebeuren er beperkte metaalbewerkingsactiviteiten (schuren, boren en lassen).
Het betreft een ingedeelde inrichting of activiteit van klasse twee. Aangezien de contractorwerkzaamheden zich op de terreinen van Total Olefins Antwerpen, een ingedeelde inrichting of activiteit van klasse één, bevinden en de activiteiten volledig in functie staan van Total Olefins Antwerpen is de provincie de bevoegde vergunningverlenende overheid.
Men vraagt de opslag van 3.000 liter gassen in verplaatsbare recipiënten aan, meer bepaald 200 liter acetyleen, 2.000 liter argon en 800 liter zuurstof.
Uit de bijgevoegde plannen kan niet afgeleid worden of de voorgeschreven scheidingsafstanden tussen acetyleen en zuurstof worden gerespecteerd. Er wordt in het dossier wel gesteld dat de opslag zal gebeuren conform de voorschriften uit titel II van het VLAREM.
Verder worden er 2.000 liter diesel en diverse oliën opgeslagen. Tevens voorziet men de opslag van 250 liter diverse gevaarlijke onderhoudsproducten in kleine verpakkingen. Alle gevaarlijke vloeistoffen en brandbare vloeistoffen worden opslagen op vloeistofdichte inkuipingen in een afgesloten loods.
Er wordt opgemerkt dat diesel wordt ingedeeld onder rubriek 17.3.2.1.1 en niet onder indelingsrubriek 6.4 als de opgeslagen diesel gekenmerkt wordt door het gevarensymbool GHS02.
Er worden diverse metaalbewerkingstoestellen zoals boor-, zaag-, schuur- en slijpmachines gebruikt. De totale geïnstalleerde drijfkracht bedraagt 30 kW. De metaalbewerkingsactiviteiten vinden in een gesloten loods plaats.
Voor de koeling van de burelen worden drie airco’s voorzien, met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 12 kW.
Advies van het college
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2.000 liter |
16.3.1.1° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
12 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
3.000 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
250 liter |
29.5.2.1°a) |
smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied. |
30 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
9 januari 2019 |
Start openbaar onderzoek |
16 januari 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
14 februari 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
28 februari 2019 |
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
16 januari 2019 |
14 februari 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |